Eind maart/begin april worden de vleermuizen wakker uit hun winterslaap. Dat leidt tot een toename van vragen aan het Centrum Infectieziektebestrijding (CIb Centre for Infectious Disease Control (Centre for Infectious Disease Control)) over vleermuisrisico-contacten met mensen. Een GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) stelde vragen naar aanleiding van het volgende incident: Een vrouw belt de GGD nadat zij de avond ervoor meermalen gebeten zou zijn door een vleermuis in de hal van haar woonhuis. Ze durft haar huis niet meer in. De vleermuis zou nog in de hal of meterkast zitten. Bij thuiskomst vloog er een dier in de hal rond van ongeveer 5 cm groot en dit dier heeft haar gebeten in de arm (2x) en hand (1x). Mevrouw denkt dat het een vleermuis is. Op de plekken waar ze gebeten is zit nu een blauwe plek. De GGD- arts/verpleegkundige heeft mevrouw nog niet gezien. Mevrouw is erg in paniek want mogelijk zitten er meer vleermuizen in de meterkast. De GGD stelt de volgende vragen aan het CIb: • Kan de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit)) deze vleermuis komen vangen en onderzoeken? • Wie kan eventueel de vleermuis vangen als de NVWA dit niet kan? • Wat moet het rabiëspostexpositiebeleid zijn ten aanzien van de vrouw?

content

Auteur(s): T. Oomen

Infectieziekten Bulletin: juni 2015, jaargang 26, nummer 6

Wat is rabiës?

Rabiës of hondsdolheid wordt veroorzaakt door het klassieke rabiësvirus, dat tot het geslacht Lyssavirus behoort. Het virus wordt door een besmet dier (meestal een hond ) via het speekselovergedragen. Mensen kunnen besmet raken door een beet, krab of lik van een hondsdol dier. Via wondjes, maar ook via de slijmvliezen van de ogen of de mond, kan het virus het lichaam binnenkomen. Het virus kan vervolgens het zenuwstelsel binnendringen en via de zenuwbanen uiteindelijk in de hersenen komen. De ziekte is dan altijd dodelijk. Jaarlijks gaan er over de hele wereld meer dan 55.000 mensen dood aan rabiës. Wereldwijd hebben jaarlijks zeker 10 miljoen mensen een behandeling nodig na mogelijke blootstelling aan het rabiësvirus. Nederland is, net als een aantal andere Europese landen, op dit moment officieel rabiësvrij verklaard. Dit betekent dat het klassieke rabiësvirus niet voorkomt onder in het wild levende zoogdieren.

Vleermuisrabiës?

Bij vleermuizen in ons land kan het European Bat Lyssa Virus (EBLV) voorkomen. Dit virus behoort ook tot het geslacht Lyssavirus. Het kan eenzelfde ziektebeeld veroorzaken als het klassieke rabiësvirus. In Nederland komen 7 soorten vleermuizen redelijk algemeen voor. Bij 2 soorten, de laatvlieger en de meervleermuis, is vastgesteld dat ze met rabiës besmet kunnen zijn.
 

Rol NVWA Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit)

Als na de beet, krab of lik van een vleermuis het dier nog aanwezig is, bel dan de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA telefoonnummer 0900-0388). Vleermuizen (dood of levend) worden door of in opdracht van de NVWA naar het Centraal Veterinair Instituut (CVI Central Veterinary Institute (Central Veterinary Institute)) gebracht voor rabiësonderzoek. Vleermuizen behoren tot de beschermde diersoorten. Het euthanaseren van vleermuizen mag uitsluitend door dierenartsen worden gedaan indien sprake is van een rabiësverdenking. De NVWA vangt de vleermuizen niet, dit doen de dierenambulance of deskundigen van vleermuisnet.nl.

Vleermuis.net?

Vleermuis.net is een initiatief van de Vleermuiswerkgroep Nederland (VLEN). Op de website staat informatie over het leven van vleermuizen en wat te doen als er problemen zijn met vleermuizen. Daarnaast ontsluit de website het landelijk netwerk van vleermuisdeskundigen. Men kan voor advies contact opnemen met deze vleermuisdeskundigen. Zij kunnen nagaan of er in een woning sporen te vinden zijn van vleermuisbewoning. Mocht de aanwezigheid van de vleermuis of vleermuizen overlast geven, dan kan een vleermuisdeskundige advies geven aan bewoners hoe daar mee om te gaan.
 

Hoe liep het af?

In de boven beschreven situatie is op verzoek van de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst), een vleermuisdeskundige van vleermuisnet.nl bij de vrouw langs geweest. Ook zijn de bijtplekken in de arm en hand van de vrouw door een arts gezien. De verwondingen bleken beter te passen bij een insectenbeet en in huis waren geen aanwijzingen voor vleermuisbewoning. Mevrouw is gerustgesteld.
 

Auteur

T. Oomen, Centrum Infectieziektebestrijding, RIVM, Bilthoven

Correspondentie

ton.oomen@rivm.nl

Literatuur

  1. LCI Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding (Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding)-richtlijn Rabiës
  2. www.vleermuis.net