Overzicht van bijzondere meldingen, clusters en epidemieën van infectieziekten in binnen- en buitenland
mei 2016
Auteur: S. Mooij
Infectieziekten Bulletin: mei 2016, jaargang 27, nummer 5
Binnenlandse signalen
Griepepidemie in Nederland ten einde
De incidentie van influenza-achtig ziektebeeld (IAZ (influenza-achtig ziektebeeld)) in week 13 2016 is met 48 per 100.000 ingeschreven patiënten voor de tweede achtereenvolgende week onder de epidemische drempel van 51 per 100.000 ingeschreven patiënten. Hiermee is de griepepidemie na 11 weken ten einde gekomen. Het influenzavirus circuleert nog wel, vooral influenzavirustype B (Victorialijn). Dit leidt niet meer tot een epidemisch aantal consultaties van patiënten met IAZ bij de huisarts. Mogelijk komt dit doordat influenza B over het algemeen iets mildere griepverschijnselen geeft. Ook in Europa neemt de influenza-incidentie af. In het zuiden en westen van Europa wordt nog steeds gerapporteerd dat influenza wijdverspreid is. (Bronnen: RIVM, NIVEL)
Erythema migrans is vaak geen rode ring
In het LymeProspectonderzoek zijn 150 foto’s geanalyseerd van in 2015 via Tekenradar.nl gemelde gevallen van erythema migrans – rode huiduitslag – het kenmerk van lymeziekte. Het blijkt dat bij een derde van de patiënten met een erythema migrans geen karakteristieke rode ring ontstaat, maar een egaal gekleurde vlek die moeilijker te herkennen en onderscheiden is van andere huidaandoeningen. Anamnestisch en klinisch is de diagnose gesteld door een groep experts. Snelle herkenning en behandeling is belangrijk om ernstigere klachten te voorkomen. Een onderscheidend kenmerk van zowel de ring als de egaal gekleurde vlek is dat deze zich uitbreidt en meestal groter wordt dan 5 cm (CBO (Kwaliteitsinstituut gezondheidszorg)-richtlijn paragraaf 2.2, zie foto 1).
Foto 1. Erythema migrans die zich presenteert als egaal gekleurde vlek. Meer voorbeelden staan op Tekenradar.nl.
Vorig jaar werden bijna 12.000 tekenbeten gemeld via Tekenradar.nl. Dit is het hoogste aantal sinds de start van Tekenradar.nl in 2012. Tot vorig jaar was het hoogste aantal meldingen 9.000 tekenbeten per jaar. De toename is waarschijnlijk deels veroorzaakt door media-aandacht in de zomer van 2015. Opvallend is dat afgelopen winter 2 keer zoveel tekenbeten werden gemeld als in andere jaren. Dit komt waarschijnlijk door de relatief warme wintermaanden, waardoor de teken langer actief bleven.
Geadviseerd wordt dat recreanten zichzelf controleren op tekenbeten na een bezoek in het groen en om een eventuele teek zo snel mogelijk te verwijderen. (Bronnen: RIVM, Tekenradar.nl, CBO-richtlijn)
In 2015 meer soa (seksueel overdraagbare aandoening ) bij vrouwen en heteroseksuele mannen
De Thermometer seksuele gezondheid meldt dat het aantal mensen dat zich in 2015 op een soa liet testen bij een Centrum Seksuele Gezondheid met 3% is gedaald tot 136.347 consulten. Vooral vrouwen en heteroseksuele mannen werden minder getest. Dit komt onder andere doordat er in 2015 een financieel maximum is ingesteld aan de regeling Aanvullende seksuele gezondheidszorg (ASG (additional regulation for sexual health)). Hierdoor komen vooral mensen voor een test in aanmerking die behoren tot de hoogrisicogroepen zoals mannen die seks hebben met mannen (MSM (mannen die seks hebben met mannen)), mensen die gewaarschuwd zijn voor een soa of mensen met klachten. Het percentage bij wie uiteindelijk een soa wordt aangetoond neemt toe. Bij ruim 17% van de consulten werd(en) een of meer soa gevonden. In 2014 was dat nog 16%. Bij vrouwen en heteroseksuele mannen is er een stijgende trend in het percentage positieve testen, mogelijk te verklaren door de prioritering van hoogrisicogroepen. Bij MSM was het percentage gevonden soa het hoogst (20.9%), maar dit is wel stabiel ten opzichte van andere jaren. Het aantal diagnoses van chlamydia is vergeleken met 2014 met 5% gestegen naar 18.585. Deze stijging komt voor rekening van vrouwen en heteroseksuele mannen. Het aantal diagnoses van syfilis bij de Centra Seksuele Gezondheid is ten opzichte van 2014 gestegen met 27% tot 942. Dit komt voornamelijk door de stijging van het aantal syfilisdiagnoses bij MSM (30%). In 2015 zijn er 288 nieuwe hivdiagnoses gesteld. Dit is een daling van 11% ten opzichte van 2014. Van deze hivdiagnoses werd 90% (260 diagnoses) vastgesteld bij MSM. (Bron: Thermometer seksuele gezondheid)
Buitenlandse signalen
Invasieve meningokokken B-infecties in Zuidwest-Frankrijk
In Zuidwest Frankijk zijn 4 patiënten gemeld met invasieve meningokokkeninfectie veroorzaakt door Neissera meningitidis-type B. De patiënten wonen binnen een straal van 15 km (kilometer) van elkaar vandaan. De eerste ziektedagen lagen tussen 29 februari en 19 maart. Het betreft patiënten in de leeftijd van 3 – 17 jaar. De autoriteiten zijn een preventieve vaccinatiecampagne gestart gericht op personen tussen de 2 maanden en 24 jaar die wonen of op school zitten in het gebied van de uitbraak. (Bron: ECDC (European Centre for Disease Prevention and Control ))
Invasieve meningokokken C-infecties in Toscane, Italië
Van januari 2015 tot eind februari 2016 zijn er in Toscane in Italië 43 patiënten gediagnosticeerd met meningokokkenziekte veroorzaakt door Neisseria meningitidis-serogroep C (MenC (meningokokken C)). Tien patiënten zijn overleden. Vijf patiënten waren gevaccineerd tegen meningokokken C, hiervan overleed 1 patiënt. De mediane leeftijd was 43 jaar, met een spreiding van 9 – 82 jaar. In 2013 en 2014 waren er respectievelijk 2 en 3 patiënten met meningokokkenziekte veroorzaakt door meningokokken C in Toscane (Figuur 1). De gezondheidsautoriteiten voeren contactopsporing uit en bieden zo nodig antibioticumprofylaxe aan. Vanaf maart 2015 is er een gratis MenACWY-vaccin aangeboden aan
jongeren in de leeftijd van 11–19 jaar in Toscane en aan de groep van 20-44-jarigen in het directe gebied van de uitbraak. De Italiaanse autoriteiten hebben geen aangepast reisadvies voor Toscane afgegeven. (Bronnen: Italiaanse gezondheids-autoriteit, Eurosurveillance)
Figuur 1. De jaarlijkse verdeling van N. meningitidis groep C-infecties, januari 2000 en februari 2016, Toscane.
Legenda: blauw: ziektegeval; oranje: sterfgeval; lichtblauw: geen informatie.
HUS (hemolitisch uremisch syndroom)-uitbraak in Roemenië
Tussen 29 januari en 12 maart werden in Roemenië 19 kinderen tussen de 5 en 38 maanden oud in ziekenhuizen opgenomen met klachten van overgeven en diarree en hemolytisch-uremisch syndroom (HUS). Drie van hen zijn overleden. Serologisch onderzoek bij 6 kinderen wees op Shigatoxineproducerende Escherichia coli (STEC (Shigatoxineproducerende E. coli-stammen)) O26. Bij 1 kind werd feces ook positief bevonden voor STEC O26. Epidemiologisch onderzoek wees naar een lokale kaasproducent. Naar aanleiding van deze uitbraak meldden de Italiaanse autoriteiten ook een patiëntje met HUS, dat is opgenomen in een ziekenhuis in Florence. Uit onderzoek bleek dat het kind positief was voor antistoffen tegen LPS (lipopolysacharide) van O26. Epidemiologisch onderzoek wees op geconsumeerde zachte kaas afkomstig uit Roemenië en gekocht in een winkel in Florence die alleen producten uit Roemenië verkoopt. De kaas testte met behulp van polymerasechainreactiontest (PCR (polymerase chain reaction)) positief voor vtx1-, vtx2-, eae (E. coli attaching-and-effacing)-, en O26-genen. Verder typeringsonderzoek loopt. De producten van de Roemeense kaasproducent zouden ook naar België, Duitsland en Spanje geëxporteerd zijn. In de literatuur zijn eerder uitbraken van STEC O26 beschreven die geassocieerd waren met ongepasteuriseerde melk en melkproducten. (Bronnen: ECDC-RT (Real Time), EPIS-FWD (europees communicatieplatform public health), Eurosurveillance)
WHO (World Health Organization ) schaalt beoordeling ernst ebola-uitbraak in West-Afrika af
De WHO heeft 29 maart de afkondiging van ‘Public Health Emergency of International Concern’ (PHEIC (Public Health Emergency of International Concern)) voor de ebola-uitbraak in West-Afrika beëindigd. Voortgaande transmissieketens in Guinee, Sierra Leone en Liberia zijn gestopt. De WHO-commissie stelt dat er nog steeds sporadische clusters voorkomen, maar naar verwachting in afnemende frequentie en deze worden, dankzij maatregelen van betrokken instanties, snel onder controle gebracht. De kleine clusters worden waarschijnlijk veroorzaakt doordat herstelde patiënten het ebolavirus langdurig kunnen uitscheiden. Moleculaire analyse laat zien dat de bij deze clusters betrokken virussen gerelateerd zijn aan het epidemische virus, wat waarschijnlijk maakt dat het hier geen nieuwe introducties vanuit de dierenpopulatie betreft. Sinds eind februari zijn er tot week 15 2016 9 patiënten met ebola gemeld in Guinee, van wie 8 overleden. Ook is ebola vastgesteld bij een vrouw in Liberia die recent in Guinee was geweest. Twee van haar kinderen zijn ook besmet geraakt. (Bronnen: ECDC, WHO-update, WHO-statement PHEIC)
Toename patiënten met aviaire influenza A(H7N9)-infecties in China
De Chinese autoriteiten melden een toename van het aantal patiënten met een aviair influenza A(H7N9)-virusinfectie. Dit jaar zijn er tot week 15 30 nieuwe patiënten gemeld, van wie er 11 overleden. De meeste patiënten hadden contact met pluimvee. De overheid heeft de surveillance geïntensiveerd en informeert het publiek over preventieve maatregelen zoals het mijden van contact met pluimvee. (Bron: WHO)
Zikavirus in Zuid- en Midden-Amerika
Het zikavirus circuleert sinds februari 2015 in delen van Zuid- en Midden-Amerika. Verschillende landen rapporteren gevallen van recente autochtone transmissie van zikavirus. Recent is een Braziliaanse modelleringsstudie gepubliceerd waarin het risico is geschat om als bezoeker van de Olympische Zomerspelen of van het carnaval in Rio de Janeiro besmet te raken met zikavirus. De onderzoekers schatten dat het risico voor een toerist die een week carnaval bezoekt 36 per 1.000.000 toeristen is en voor een toerist die gedurende 3 weken de Olympische Spelen bezoekt 1,8 per 1.000.000 toeristen is. De auteurs benadrukken dat de studie veel aannames bevat en het model gebaseerd is op gegevens van denguevirusinfecties en Aedes-populaties uit 2008. Het European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC) heeft een nieuwe risico-inventarisatie gepubliceerd op zijn website. Het Amerikaanse Centers for Disease Control and Prevention (CDC (Centers for Disease Control and Prevention)) heeft op 13 april een review gepubliceerd in The New England Journal of Medicine (NEJM (The New England Journal of Medicine)) waarin zij stellen dat er op basis van de huidige literatuur voldoende bewijs bestaat dat er een causale relatie is tussen een prenatale zikavirusinfectie en microcefalie. De auteurs stellen dat er nog veel wetenschappelijk onderzoek nodig is voor preventie van deze ernstige afwijkingen bij ongeboren kinderen. (Bronnen: ECDC-RRA, WHO, Modelleringsstudie, NEJM)
Uitbraak van gele koorts in Angola
De gelekoortsuitbraak in Angola is nog gaande. Sinds het begin van de uitbraak in december 2015 zijn er tot week 15 van dit jaar 1.708 vermoedelijke patiënten gemeld, waarvan 238 zijn overleden. Het uitbraakgebied is nog groter geworden en er worden vanuit 16 van de 18 Angolese provincies patiënten gemeld. Er zijn importbesmettingen gemeld door China, Kenia, de Democratische Republiek Congo (DRC) en Mauritanië. In DRC zijn 151 vermoedelijke patiënten gemeld en het wordt niet uitgesloten dat er patiënten besmet zijn via autochtone transmissie. De Angolese overheid voert vaccinatiecampagnes uit in verschillende provincies. In Nature wordt het gevaar van (toekomstige) grootschalige uitbraken in stedelijke gebieden en mogelijke schaarste van gelekoortsvaccin tijdens een uitbraak, benoemd. (Bronnen: WHO, WHO-DRC, Nature)
Auteur
S. Mooij, Centrum Infectieziektebestrijding, RIVM, Bilthoven