Het Huisman Onderzoekscentrum (Huisman OC) is het samenwerkingsverband tussen de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) Rotterdam-Rijnmond en het Erasmus MC Erasmus University Medical Center (Erasmus University Medical Center), Universitair Medisch Centrum Rotterdam voor onderzoek op het gebied van de bestrijding van infectieziekten en publieke gezondheid. Het Huisman OC werd in 2006 opgericht en maakt deel uit van CEPHIR, de academische werkplaats Publieke Gezondheid voor de regio Rotterdam-Rijnmond. In het centrum werken samen de afdeling Infectieziektebestrijding van de GGD Rotterdam-Rijnmond en de afdelingen Inwendige geneeskunde, Longziekten, Maag-, Darm-, en Leverziekten, Maatschappelijke Gezondheidszorg, Medische Microbiologie & Infectieziekten en Virologie van het Erasmus MC.

maart 2016

Auteur: J.H. Richardus

Infectieziekten Bulletin: maart 2016, jaargang 27, nummer 3

Naast het uitvoeren van reguliere taken heeft de afdeling Infectieziekten van de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) zich de afgelopen jaren ingezet voor een versterking van het toegepast onderzoek naar infectieziekten. De GGD heeft ruime ervaring met de surveillance van infectieziekten en het ontwikkelen en uitvoeren van preventieve interventies. Ook met voorlichting heeft men veel ervaring. Het Erasmus MC Erasmus University Medical Center (Erasmus University Medical Center) heeft als kenmerk expertise in het ontwikkelen en evalueren van nieuwe preventieve interventies en het ontwikkelen en toepassen van innovatieve diagnostiek, vaccins en antivirale therapie. Het Huisman OC profileert zich op die terreinen waarin de expertise van beide partijen tot optimale synergie leidt in het uitvoeren van gezamenlijke onderzoeksprojecten. Het perspectief van de publieke gezondheid blijft daarbij leidend. Concreet betekent dit twee speerpunten:

  1. Toepassing en evaluatie van innovatieve diagnostische en therapeutische methoden en technieken in de surveillance en bestrijding van infectieziekten. (Methoden)
  2. Toepassing en evaluatie van innovatieve op gedrags-verandering gerichte interventies in de bestrijding van infectieziekten. (Gedrag)

Onderzoek binnen deze speerpunten wordt primair uitgevoerd onder de Rotterdamse bevolking en de regio Rijnmond en in het kader van de infectieziektebestrijding zoals de GGD Rotterdam-Rijnmond die tot taak heeft. Daarbij wordt in het oog gehouden dat het onderzoek van algemeen nationaal en internationaal belang is. Samenwerking met andere partners in binnenland (zoals het RIVM) en buitenland is daarbij mogelijk. Het wetenschappelijk hoofd van het Huisman OC is Prof. dr. Jan Hendrik Richardus. Hij werd in 2010 bij de afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg van het Erasmus MC benoemd tot bijzonder hoogleraar Infectieziekten en Publieke Gezondheid.

Een beeld van onze activiteiten

Preventie van hepatitis B en C in Nederland

Virale hepatitis B en C is een belangrijk wereldwijd gezondheidsprobleem. Het komt relatief vaak voor bij mensen, afkomstig uit gebieden waar deze ziekten veel voorkomen, dus ook onder de migrantenbevolking van Rotterdam. Hepatitis B en C kunnen chronisch verlopen en vaak zijn mensen zich niet bewust dat zij een infectie onder de leden hebben. Op latere leeftijd kan het leiden tot levercirrose en leverkanker. Irene Veldhuijzen deed op de GGD haar promotieonderzoek naar de epidemiologie van acute en chronische hepatitis B in Nederland, resulterend in een proefschrift in 2009. Met dit proefschrift won zij de prestigieuze Volksgezondheidsprijs in 2010.
Eveneens in 2009 werd door GGD Rotterdam-Rijnmond, het Erasmus MC, de Chinese vereniging Wah Fook Wui en het Nationaal Hepatitis Centrum het hepatitis B screeningsproject China aan de Maas opgezet. Vervolgens startte Marijke Mostert in 2010 met het door ZonMw Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie (Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie) gesubsidieerde vervolgproject naar voorlichting over, en screening op hepatitis B en C onder de Chinese bevolking in Nederland, ook wel China in de Lage Landen genoemd. Hiervoor werd Marijke Mostert genomineerd voor de Avicennaprijs 2013, voor haar bijdrage aan een wezenlijke verbetering van de zorg aan migranten en vluchtelingen.
Een ander belangrijk onderzoeksproject over virale hepatitis was het promotieonderzoek van Ytje van der Veen naar de ontwikkeling en evaluatie van een cultureel ‘advies-op-maat’ interventie gericht op het stimuleren van hepatitis B-testen door eerste generatie Turkse Rotterdammers. Dit leidde tot een proefschrift dat in 2012 werd verdedigd.
Voortbordurend op het thema van preventie van virale hepatitis onder migranten, startte in 2011 het Europese project HEPScreen (Screening for hepatitis B and C among migrants in the European Union; met Abby Falla als promotieonderzoeker.
Momenteel verricht het Huisman OC onderzoek in het kader van BIBHEP (Bewustzijn, Identificatie & Behandeling Hepatitis B & C), een consortium bestaande uit LiverDoc, GGD Rotterdam-Rijnmond, Erasmus MC en de Nederlandse Leverpatiënten Vereniging. BIBHEP heeft als doel zorgverleners bewust maken (en houden) van de vermijdbare sterfte ten gevolge van hepatitis B en C. BIBHEP richt zich op het ondersteunen van zorgverleners bij de identificatie van virusdragers en de behandeling van patiënten met een sterk verhoogd risico op hepatitis gerelateerde sterfte.

Preventie seksueel overdraagbare aandoeningen

Seksueel overdraagbare aandoeningen (soa seksueel overdraagbare aandoening (seksueel overdraagbare aandoening)) nemen nog steeds toe in Nederland, met ruim 140.000 soadiagnoses in 2014. Preventie van soa blijft dan ook belangrijk, voornamelijk bij jongeren die een grote risicogroep vormen. Mireille Wolfers deed promotieonderzoek naar de ontwikkeling en evaluatie van gedragsinterventies voor de preventie van soa, vooral bij jongeren op het mbo middelbaar beroepsonderwijs (middelbaar beroepsonderwijs) in Rotterdam. Dit resulteerde in een proefschrift dat zij in 2011 verdedigde. Dat kreeg een vervolg in een project waarin een volledig lespakket over seksuele gezondheid werd ontwikkeld voor mbo-studenten. Daarbij werd extra onderzoek gedaan naar wat de beste strategieën zijn om te zorgen dat het lespakket ook daadwerkelijk op de scholen wordt geïmplementeerd.
Een andere belangrijke risicogroep in de bestrijding en preventie van soa zijn migranten. Alvin Westmaas deed promotieonderzoek naar determinanten van soatestgedrag en manieren om soatesten te bevorderen bij de Afro-Caribische gemeenschap in Nederland. Dit resulteerde in een proefschrift dat hij in 2013 verdedigde. Voor de risicogroep MSM mannen die seks hebben met mannen (mannen die seks hebben met mannen) werd de Sekswijzer op de website Man tot man vernieuwd.
Partnerwaarschuwing is een belangrijke manier om soa op te sporen, maar soapatiënten vinden het vaak lastig om partners te informeren. De GGD Rotterdam-Rijnmond ontwikkelde en evalueerde een website, waarmee soapatiënten via een standaard sms of -mail hun partners kunnen waarschuwen. Het gebruik van deze website werd geïmplementeerd bij centra seksuele gezondheid (soapoliklinieken) en bij huisartsen.
Recent is de PICC peripherally inserted central catheter (peripherally inserted central catheter) UP studie gehonoreerd, waarin het RIVM met ons samenwerkt om de mogelijkheid te onderzoeken om chlamydiapatiënten meteen ook medicijnen voor hun partners mee te geven. Hannelore Götz is hiervan de onderzoeksleider.

Risicocommunicatie bij uitbraken van infectieziekten

Uitbraken van infectieziekten gaan vaak gepaard met onrust bij het publiek. Om dit te voorkomen is het belangrijk om helder te communiceren over de risico’s en de eventueel te nemen maatregelen. Risicocommunicatie moet afgestemd worden op de percepties van het publiek. Marloes Bults deed promotieonderzoek naar risicoperceptie en het gedrag van het publiek, en determinanten van preventief gedrag bij uitbraken van opkomende infectieziekten. (1) Zij richtte zich in het bijzonder op trends en regionale verschillen tijdens de Influenza A (H1N1) pandemie en Q-koortsepidemie in Nederland. Dit resulteerde in een proefschrift dat zij in 2014 verdedigde.
Ook in Europees verband doen wij onderzoek naar risicoperceptie van opkomende infectieziekten: het E-com project (Effective communication in outbreak management: development of an evidenced based tool in Europe). Jan Hendrik Richardus en Hélène Voeten coördineren dit vierjarig project, waarbinnen media-analyse, social marketing, epidemiologie en risicocommunicatie moet worden geïntegreerd.

Hygiëne in kinderdagverblijven en zorginstellingen

Met de toenemende dreiging van bijzonder resistente micro-organismen (BRMO bijzonder resistente micro-organismen (bijzonder resistente micro-organismen)) neemt het belang van hygiëne toe. Tizza Zomer deed promotieonderzoek naar de preventie van infectieziekten in kinderdagverblijven door het bevorderen van de handhygiëne van pedagogische medewerkers. Dit leidde tot een proefschrift dat zij in 2015 verdedigde. De ontwikkelde interventie is verspreid onder kinderdagverblijven in Nederland en de materialen zijn opgenomen in de hygiënetoolkit van het RIVM.
Recent is het project Innovations in improving hand hygiene in long-term care facilities gestart, met Gwen Teesing als promotieonderzoeker, waarin wij proberen de handhygiëne van personeel in verpleeghuizen te verbeteren door middel van een interventie die uitgebreid zal worden geëvalueerd. Voor bevordering van hygiënemaatregelen in zorginstellingen is eerder de DVD Norovirus, je ziet het niet maar het is er wel ontwikkeld en geëvalueerd.

Voorkomen en bestrijden van uitbraken infectieziekten

Uitbraken van infectieziekten komen regelmatig voor. De GGD heeft de taak om deze te bestrijden. Een bijzonder soort uitbraak is die in zorginstellingen, zoals ziekenhuizen en verpleeg- en verzorgingshuizen. Vanwege de vaak kwetsbare en oudere bevolking in dergelijke instellingen kan een uitbraak ernstige gevolgen hebben. Voorbeelden zijn luchtweginfecties (zoals influenza), infecties van het maagdarmkanaal (zoals norovirus) en huidinfecties (zoals scabiës). Van 2008 tot en met 2012 deed Faizal Sukhrie onderzoek in zorginstellingen in de regio Rotterdam, met als doel beter inzicht te krijgen in de introductie en verspreiding van norovirus. De resultaten diende als basis voor het ontwikkelen van evidence based richtlijnen voor de bestrijding. Dit resulteerde in een proefschrift dat hij in 2014 verdedigde.
Sinds 2012 doet de arts infectieziektebestrijding Mariska Petrignani, deels bij de GGD Rotterdam-Rijnmond, eveneens onderzoek naar uitbraken van voedselgerelateerde infecties zoals hepatitis A en norovirus. Ook hierbij ligt de nadruk op verspreiding en beheersing van dergelijke infecties in zorginstellingen.

Auteur

J.H. Richardus, GGD Rotterdam-Rijnmond

Correspondentie

jh.richardus@Rotterdam.nl

Literatuur

  1. Publicatie proefschriftbespreking Infectieziekten Bulletin, jaargang 25-6, 2014
  2. Publicatie proefschriftbespreking Infectieziekten Bulletin, jaargang 26-7, 2015

Interessante onderzoeksbevindingen

In haar proefschrift beschrijft Irene Veldhuijzen de epidemiologie van acute en chronische hepatitis B in Nederland, met nadruk op de impact van secundaire preventie van hepatitis B. Om de toegang tot antivirale behandeling voor patiënten met actieve chronische hepatitis B te vergroten, moet de opsporing van deze patiënten, die vaak nog geen symptomen hebben, verbeterd worden. Een screeningsprogramma voor eerstegeneratiemigranten op hepatitis B is kosteneffectief, waarbij het te overwegen valt om tegelijkertijd ook op hepatitis C te testen.
Ytje van der Veen beschrijft in haar proefschrift de ontwikkeling en evaluatie van een cultureel advies-op-maatinterventie gericht op het stimuleren van hepatitis B-testen door eerstegeneratie Turkse Rotterdammers. Hierbij werd gebruik gemaakt van een speciaal ontwikkelde website. Het onderzoek heeft niet kunnen aantonen dat een dergelijk advies een toegevoegde waarde heeft op het gedrag om te gaan screenen, maar wel op een aantal socio-cognitieve en sociaal-culturele determinanten van hepatitis B-screening.
Het proefschrift van Marloes Bults gaat over de risicoperceptie en het gedrag van het publiek bij uitbraken van opkomende infectieziekten, in het bijzonder tijdens de Influenza A (H1N1) pandemie en Q-koortsepidemie in Nederland. Haar doel was het beschrijven van trends over tijd en de regionale verschillen in risicoperceptie en gedrag van het publiek en determinanten van preventief gedrag. Een belangrijke aanbeveling voor risicocommunicatie in de praktijk is dat de communicatie beter afgestemd moet worden op de specifieke (sociaal-culturele) omstandigheden van specifieke doelgroepen.
Tizza Zomer beschrijft in haar proefschrift de preventie van infectieziekten in kinderdagverblijven door het bevorderen van handhygiëne van pedagogisch medewerkers. Zij deed bij kinderdagverblijven en pedagogisch medewerkers onderzoek in de regio’s Rotterdam-Rijnmond, Leiden en Gouda. Aan de hand hiervan ontwikkelde zij een interventie, die werd geëvalueerd in een trial waarbij kinderdagverblijven ‘met’ interventie werden vergeleken met kinderdagverblijven ‘zonder’ interventie. De interventie leidde tot een betere naleving van handhygiëne maatregelen door pedagogisch medewerkers. Ook leek het plausibel dat de interventie een positief effect had op het verminderen van maagdarminfecties.