Antibiotica werden in 1928 bij toeval ontdekt door de Schotse arts Alexander Fleming. Zijn vondst luidde een nieuw tijdperk in. Een tijdperk waarin mensen niet meer dood gingen aan eenvoudige infecties en koorts. Waarin ook complexe ingrepen, zoals operaties, veilig gedaan konden worden. Er kwamen vele nieuwe antibiotica bij. Een wereld van nieuwe mogelijk-heden opende zich. Dankzij antibiotica kunnen kinderen veilig via een keizersnede gehaald worden, kunnen we orgaantransplantaties uitvoeren en kanker beter behandelen. Prachtige verworvenheden, die wij zo gewoon vinden. Maar de vanzelfsprekendheid is voorbij. Antibiotica verliezen in hoog tempo hun werking, door toenemende resistentie.

ib november 2017

Auteur: A. Berg

Infectieziekten Bulletin, jaargang 28, nummer 9, november 2017

In de westerse wereld sterven bijna 50.000 mensen per jaar aan antibioticaresistentie. Naar schatting 23.000 in de Verenigde Staten en meer dan 25.000 in Europa. Niet alleen mensen met ernstige aandoeningen, ook mensen met blaasontsteking of mensen die een nieuwe heup nodig hebben. Als wij deze ontwikkeling niet weten te stoppen, staat de geneeskunde zoals wij die nu kennen en de gezondheid van mensen wereldwijd op het spel. Daarom begon de toenmalige minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Schippers, in 2015 met een breed programma voor de aanpak van antibioticaresistentie. Een programma dat zich richt op alle gebieden waar resistente bacteriën de gezondheid van mensen bedreigen. Niet alleen de gezondheidszorg, maar ook de dierhouderij is hierbij betrokken, net als ons voedsel en het milieu. Dit is de One Health-benadering. We moeten samenwerken: mensen in de zorg, bestuurders, wetenschappers, politici, patiënten, iedereen eigenlijk.

Antibioticaresistentie in de gezondheidszorg

In Nederland doen we het, vergeleken met veel andere landen, heel goed. We hebben relatief weinig resistente bacteriën in onze gezondheidszorg, doordat we ze snel opsporen en bestrijden. Maar we kunnen niet zelfgenoegzaam achterover leunen. We moeten alert blijven.

De ontwikkeling van nieuwe middelen blijft achter en uit rapporten van de voormalige Inspectie voor de Gezondheidszorg (nu Inspectie voor de Gezondheidszorg en jeugd) over infectiepreventie in ziekenhuizen (2013, 2016) en verpleeghuizen (2015) blijkt dat er reden is tot zorg. De overdracht van informatie over patiënten tussen ziekenhuis en verpleeghuis kan bijvoorbeeld beter. Hiervoor worden 10 regionale zorgnetwerken antibioticaresistentie opgezet waarin mensen werken uit de openbare gezondheidszorg, de curatieve zorg en de langdurige zorg. Van huisarts tot apotheker en van arts-microbioloog tot sociaal verpleegkundige bij de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst). Met de zorgnetwerken moeten in 2020 de volgende doelen zijn behaald:

  • verdere vertraging van de opkomst en verspreiding van multiresistente bacteriën in de zorg;
  • minder dragers van resistente bacteriën en minder infecties en sterfgevallen als gevolg van antibioticaresistentie;
  • 50% minder vermijdbare zorggerelateerde infecties in de hele zorgketen;
  • geen afname van mogelijkheden om patiënten met infecties door resistente bacteriën effectief te behandelen en
  • minimaal 50% reductie van het gebruik van onjuist voorgeschreven antibiotica.

Internationaal

We kunnen in ons land nog zo goed ons best doen om resistente bacteriën te bestrijden, bacteriën houden zich niet aan landsgrenzen. Daarom is internationale samenwerking net zo belangrijk. Om antibioticaresistentie op de internationale agenda’s te krijgen en te houden is de nadruk de afgelopen 2 jaar meer komen te liggen op het uitvoeren van de acties die we met andere landen hebben afgesproken. Tijdens het Nederlandse voorzitterschap van de Europese Unie, in de eerste helft van 2016, zijn ambitieuze raadsconclusies aangenomen over de aanpak van antibioticaresistentie. Eind juni verscheen ook een nieuw EU Europese Unie (Europese Unie)-actieplan van de Europese Commissie. Lidstaten maken ook nationale actieplannen en wisselen ervaringen uit. Ook is afgesproken dat lidstaten elkaar toetsen, op basis van vrijwilligheid.

Dieren

Nederland heeft de afgelopen jaren hard gewerkt aan minder en zorgvuldiger gebruik van antibiotica in de veehouderij. Dankzij de inzet van veehouders en dieren-artsen is het gebruik van antibiotica in 2016 al met 64% teruggebracht ten opzichte van 2009. De samenwerking tussen veehouders, dierenartsen en de overheid gaat verder. Nederland probeert ook andere landen te overtuigen van deze One-Health-aanpak van antibioticaresistentie. Zeker omdat we hebben laten zien dat dit niet ten koste gaat van de economische belangen.

Voedselveiligheid

Op het gebied van voedselveiligheid staan monitoring en onderzoek centraal. We hebben meer kennis nodig over de overdracht van resistente bacteriën via voedsel. Ook is het belangrijk dat mensen weten hoe ze met voedsel moeten omgaan om infecties te voorkomen.

Milieu

Resistente micro-organismen zitten ook in afvalwater. Zelfs bacteriën die resistent zijn tegen de last-resort-antibiotica, de carbapenemaseproducerende enterobacterien (CPE Carbapenemase-producerende enterobacterales (Carbapenemase-producerende enterobacterales)), zijn tijdens een onderzoek van het RIVM in afvalwater gevonden. Het is daarom aannemelijk dat resistente bacteriën in bodem en water bijdragen aan de totale blootstelling aan antibioticaresistentie, al weten we nog niet precies hoeveel of wat precies de gevolgen hiervan zijn. Meer onderzoek is dus nodig. Het RIVM brengt dit in kaart.

Innovatie

Nederland investeert op verschillende manieren in onderzoek en innovatie. Deze investeringen zijn niet alleen gericht op het ontwikkelen van nieuwe antibiotica, maar ook op alternatieven voor antibiotica, betere diagnostiek, preventie en behandeling. In december 2016 is bijvoorbeeld het Netherlands Antibiotics Development Platform (NADP Netherlands Antibiotics Development Platform (Netherlands Antibiotics Development Platform)) van start gegaan. Het platform stimuleert samenwerking tussen onderzoekers en ondersteunt bij de toepassing van biomedisch onderzoek in de praktijk. Het platform werkt hierbij samen met de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (Toegepaste en Technische Wetenschappen). De komende jaren investeert VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) ruim 6 miljoen euro in dit gezamenlijk onderzoek.

Auteur

A. Berg, directeur-generaal Volksgezondheid, ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport