Hier vindt u de artikelen bij de AMR (Antimicrobial Resistance)@RIVM nieuwsbrief voor professionals nummer 5, 2024.
The catch of Type-Ned
Het Typeringsnetwerk-Nederland (Type-Ned) is een online laboratoriumnetwerk dat mogelijk pathogene micro-organismen monitort op moleculair niveau. Een aantal recente ontwikkelingen op het gebied van antibioticaresistentie zijn:
MRSA (Methicilline-resistente Staphylococcus aureus )-surveillance
- Sinds augustus 2023 wordt er in de Type-Ned MRSA-surveillance een forse toename gezien van infecties met een fusidinezuur-resistente MRSA met MLVA (Multi-Locus Variable number of tandem repeat Analysis)-type MT4627. De piek werd gezien in oktober 2023 met 25 isolaten in één maand, met name in Zuid-Holland, maar ook in andere delen van Nederland. De isolaten worden vooral ingestuurd door huisartsen en 70% is afkomstig van kinderen. De transmissieroute is tot nu toe grotendeels onbekend. Er werd sinds 2021 al een toename van dit type MRSA gezien in Zuid-Holland, waarop de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) maatregelen heeft getroffen. Dit type heeft in juli t/m september 2019 een uitbraak met impetigo veroorzaakt bij kinderen in het oosten van het land (Vendrik et al. 2022).
- Welke van twee eerste keus behandelingen is superieur bij de behandeling van MRSA dragerschap? En welke eigenschappen maken een MRSA weerbaar tegen eradicatiebehandeling? In het kader van de CLEANEST studie, waarin de eerste vraag wordt onderzocht middels een gerandomiseerde multi-center-studie, is ook een pilotstudie uitgevoerd naar de associatie tussen (genetische) kenmerken van MRSA en falen van eradicatiebehandeling. Hieruit bleek een associatie tussen ciprofloxacine-resistentie, wat vooral in zorg-gerelateerde MRSA-typen voorkwam, en behandelfalen. Lees hier het artikel.
CPE (Carbapenemase-producerende enterobacterales )-surveillance
- Sinds het begin van de oorlog tussen Rusland en Oekraïne ontvangt de Type-Ned CPE-surveillance iedere maand een groot aantal CPE-isolaten van personen uit Oekraïne. Sinds de start van de oorlog tot en met augustus 2023 zijn dit in totaal 176 CPE-isolaten (22% van het totale aantal CPE-isolaten) van 101 Oekraïense personen. Het zijn vooral Klebsiella pneumoniae isolaten met NDM (New Delhi Metallo-β-Lactamase)-1 en OXA (Oxacilline hydrolyserend metallo beta lactamase)-48 carbapenemase genen. Er zijn voor zover bekend in die periode in ieder geval 3 bevestigde transmissies geweest tussen een Oekraïense patiënt en een Nederlandse patiënt.
Daily life of LCI (Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding)
SRI (Samenwerkingsverband Richtlijnen Infectiepreventie )-richtlijn Infectiepreventie meticilline-resistente Staphylococcus aureus (MRSA)
Op 18 januari heeft het Samenwerkingsverband Richtlijnen Infectiepreventie (SRI) SRI-richtlijn meticilline-resistente Staphylococcus aureus (MRSA) gepubliceerd op haar website.
De richtlijn is een herziening van de WIP (Werkgroep Infectiepreventie)-richtlijnen ‘meticilline-resistente Staphylococcus aureus (MRSA) ziekenhuizen’, ‘MRSA thuiszorg’, ‘MRSA verpleeghuizen’, MRSA verzorgingshuizen’ en ‘MRSA revalidatiecentra’. Deze richtlijnen zijn samengevoegd tot één overkoepelende richtlijn infectiepreventie MRSA die voor de verschillende zorgdomeinen toepasbaar is. De aanbevelingen zijn generiek opgesteld en gelden voor de genoemde zorgdomeinen. Indien noodzakelijk zijn er per zorgdomein specifieke en/of afwijkende aanbevelingen geformuleerd. Met het uitbrengen van deze richtlijn komen bovengenoemde WIP-richtlijnen te vervallen.
In de richtlijn komen de volgende onderwerpen aan de orde:
- Achtergrond en epidemiologie
- MRSA-risicocategorieën
- Risicofactoren voor dragerschap
- Isolatie- en infectiepreventiemaatregelen
- Noodzaak van gesluisde isolatiekamers
- Noodzaak van het gebruik van schorten
- Noodzaak van het gebruik van haarbedekking
- Infectiepreventiemaatregelen bij dragers van diergerelateerde MRSA (LA-MRSA (livestock associated-MRSA))
- Beëindiging van isolatie- en infectiepreventie maatregelen
- Organisatie van zorg
- Beleid met betrekking tot verspreiding van MRSA en uitbraken
U vindt de SRI-richtlijn Infectiepreventie meticilline-resistente Staphylococcus aureus (MRSA) op https://www.sri-richtlijnen.nl/mrsa.
De richtlijn is ontwikkeld door vertegenwoordigers van alle relevante domeinen/specialismen die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten/cliënten met MRSA. Er is ook aandacht geweest voor het patiëntenperspectief. De Patiëntfederatie Nederland (PFNL) heeft input gegeven bij het opstellen van de uitgangsvragen, de keuze voor de uitkomstmaten en bij het opstellen van de overwegingen.
De SRI-richtlijn is een herziening van de WIP-richtlijnen. Er zijn daarbij verschillen in de methode die gebruikt is voor richtlijnontwikkeling. Als eerste is een knelpuntenanalyse uitgevoerd. Zo kunnen zorgprofessionals aangeven welke knelpunten zij in de praktijk ervaren die relevant zijn voor de nieuwe richtlijn. Ook zijn de onderwerpen duurzaamheid en (mogelijk) financiële gevolgen bij het naleven van de richtlijn meegenomen tijdens de ontwikkeling van de richtlijn.
Sinds de vorige WIP-richtlijnen zijn er veel veranderingen en ontwikkelingen geweest rondom MRSA in Nederland. De prevalentie van MRSA onder Staphylococcus aureus isolaten is toegenomen naar 2% in Nederland, met daarbij de aanwezigheid van de livestock-associated MRSA (LA-MRSA) waar dieren, met name varkens, vleeskalveren en -kuikens, drager van kunnen zijn. De nieuwe richtlijn komt door middel van overwegingen, literatuuronderbouwing aangevuld met expert-opinion (bij ontbreken van evidence), tot de aanbevelingen. Zo is de noodzaak van infectiepreventiemaatregelen onderzocht: van het wel of niet toepassen van gesluisde isolatiekamers, gebruik van schorten en haarbedekking. Ook is er aandacht voor de organisatie van zorg bij een MRSA-uitbraak in een zorginstelling. Dit heeft mede geleid tot aanpassingen in het beleid, met meer onderbouwing, overwegingen en aandacht voor het welzijn van de patiënt en/of cliënt.
Humane AMR (Antimicrobial Resistance)-surveillance en beleidsontwikkelingen op internationaal niveau
Het RIVM werkt internationaal op verschillende niveaus aan AMR: bilateraal, op Europees niveau en op mondiaal niveau. Een van de ambities is om kennis en bewustzijn over risico’s en effectieve actie tegen resistentie ook buiten Nederland te versterken. Op het internationale podium speelt Nederland, in lijn met de speerpunten van Nederlands beleid uit de Nederlandse mondiale gezondheidsstrategie, ook de rol van ‘voorvechter’. Onze internationale inspanningen hebben uiteindelijk ook in eigen land resultaat.
Afgelopen jaar heeft het RIVM bijvoorbeeld gewerkt aan een project in Colombia, in opdracht van de Nederlandse ambassade in Colombia: CO-ACTION (‘Collaboration on AMR, for Colombia To Initiate Opportunities with the Netherlands, focused on reduction of AMR in a One Health perspective’). Als onderdeel van dit project werkten Nederlandse experts op het gebied van humane gezondheid, diergezondheid en het milieu samen. Jaap Wagenaar (UU (Universiteit Utrecht)), Heike Schmitt en Carolien Ruesen (beiden RIVM) bezochten Colombia en bediscussieerden met diverse lokale stakeholders de huidige AMR-situatie in Colombia, eventuele kennishiaten en het huidige beleid en politieke ontwikkelingen op het gebied van AMR en antimicrobiële middelen gebruik. Er is een roadmap opgeleverd met mogelijkheden voor toekomstige samenwerking op AMR-gebied. Er wordt op dit moment gekeken naar mogelijkheden voor een vervolg aan dit project.
Een geslaagde SNIV (Surveillance Netwerk Infectieziekten Verpleeghuizen)-dag
16 januari 2024 was de SNIV-dag. We verwelkomde bijna 100 deelnemers bij het RIVM in Bilthoven voor een divers programma met interessante presentaties en workshops.
In de presentatie over gedrag en infectiepreventie werden we meegenomen in de weerbarstige praktijk van het verbeteren van infectiepreventie en welke strategieën je daarbij in kunt zetten. Daarna werden we bijgepraat over de resultaten van het Goed Gebruik Handschoenen project. Het terugdringen van ‘gek’ gebruik van handschoenen is nodig voor medewerkers, om veilig te werken en cliënten te beschermen tegen overdracht van micro-organismen, maar is ook belangrijk vanuit het oogpunt van duurzaamheid.
In de derde presentatie werd duidelijk wat je in praktijk kunt met gegevens over antibioticagebruik en hoe je het voorschrijfgedrag van specialisten kunt verbeteren. Ten slotte werd verslag gedaan van een CPE-uitbraak in een verpleeghuis. Wat kom je dan allemaal tegen en hoe pak je dat in de praktijk aan.
Mooie presentaties die aansloten op de surveillance- en onderzoeksactiviteiten waaraan verpleeghuizen in SNIV kunnen meedoen.
Na de lunch waren er vier interessante workshops. In de eerste workshop werden we met behulp van een escape-box geïnspireerd om goed gebruik van handschoenen onder de aandacht te brengen. In de tweede en derde workshop leerden we hoe je een uitbraak managet en hoe je antibiotic stewardship in je verpleeghuis opzet. De vierde workshop ging over duurzaamheid in de VVT (verpleeg-, verzorgingshuizen en thuiszorgorganisaties) sector: wat kan je doen en hoe schat je infectierisico’s daarbij in.
Het was een geslaagde dag, of zoals een deelnemer het verwoorde: ‘de dag heeft mij weer geïnspireerd en energie gegeven om aan de slag te gaan’.
Meer informatie over SNIV en hoe u zich kunt abonneren op de Nieuwsbrief SNIV vindt u op www.sniv.nl.
Schatten van ISIS-AR (Infectious Disease Surveillance Information System for Antibiotic Resistance )
Regelmatig voeren onze epidemiologen analyses uit met data uit de database van het Infectieziekten Surveillance Informatie Systeem-Antibiotica Resistentie (ISIS-AR) om praktische en relevante onderzoeksvragen uit het veld van de medische microbiologie te beantwoorden. In de afgelopen periode zijn diverse kwesties uitgewerkt, waarvan we twee interessante voorbeelden met u delen. Beide onderzoeksvragen zijn als abstract ingediend bij het European Congress of Clinical Microbiology and Infectious Diseases (ECCMID) en worden daar in april 2024 met een posterpresentatie toegelicht.
Trends in antibioticaresistentie van Streptococcus pyogenes in Nederland
Sinds 2022 is het aantal invasieve groep A Streptokokken (GAS-)infecties in Europa toegenomen en ook in Nederland. Met studies hebben we geprobeerd deze toename te verklaren, maar daarbij is niet specifiek gekeken naar antibioticaresistentie. Om te achterhalen of mogelijk antibioticaresistentie een rol speelt bij de toename van GAS-infecties, hebben we in ISIS-AR gekeken naar de Nederlandse antibioticagevoeligheidsdata om trends van enkele antibioticaklassen te analyseren (figuur 1, 2 en 3). Hiervoor gebruikten we data van kweken afgenomen tussen juli 2017 en juni 2023. Het eerste infectie-gerelateerde S. pyogenes isolaat per patiënt per seizoen (lopend van juli tot juni) werd geselecteerd, en de ruwe testwaarden werden geïnterpreteerd volgens de EUCAST (European Committee on Antimicrobial Susceptibility Testing)-breekpunten versie 13.0. De trends zijn per type zorginstelling (huisartsen, polikliniek en kliniek (incl. intensive care)) geanalyseerd.
De resistentie voor alle antibioticaklassen nam toe in de COVID-19-seizoenen (juli 2020 tot juni 2022), maar daalde vervolgens ook weer. Alleen de resistentie voor (benzyl-)penicilline bleef stabiel 0%. Over het algemeen waren de resistentiepercentages van voor en na de COVID-19-seizoenen vergelijkbaar, behalve voor doxycycline/tetracycline. De resistentie hiervan bleef, met name in kweken afgenomen in de polikliniek en kliniek, hoger na COVID-19.
Staphylococcus argenteus en meticilline-resistente S. argenteus in ISIS-AR (Infectious Disease Surveillance Information System for Antibiotic Resistance )
Staphylococcus argenteus is sinds 2015 met massaspectrometrie te onderscheiden van Staphylococcus aureus. De twee pathogenen veroorzaken vergelijkbare infecties en net als S. aureus kan S. argenteus genen bij zich dragen die resistentie tegen meticilline en andere beta-lactam-antibiotica veroorzaken (meticilline-resistente S. argenteus; MRSArg). In onze studie is onderzocht hoe vaak S. argenteus voorkomt in de ISIS-AR-database en wat de proportie MRSArg is. Gegevens van 38 medische microbiologische laboratoria (MML (medisch microbiologisch laboratorium)’s) in Nederland die continu data aanleverden aan ISIS-AR in de periode 2018-2022 werden geïncludeerd in de analyse. Er werd onderscheid gemaakt tussen diagnostische (infectie-gerelateerde) kweken en screeningskweken. In totaal werden er 105 S. argenteus isolaten gevonden, gekweekt in 18 MML’s. MRSArg werd gevonden in 1 diagnostische kweek (1,2%) en 16 screeningskweken (69,6%) (Tabel 1). Dit laat zien dat S. argenteus aanwezig is in Nederland met een laag percentage MRSarg in diagnostische kweken. Dit is vergelijkbaar met de lage prevalentie van meticilline-resistente S. aureus van 2% in 2022. De proportie MRSArg in screeningskweken is gebiased vanwege selectieve kweekmethoden en daarom niet betrouwbaar voor interpretatie. Goede surveillance is van belang om de incidentie van S. argenteus en MRSArg in de gaten te houden.
Tabel 1. Het aantal meticilline-gevoelige (MSSArg) en meticilline-resistente S. argenteus (MRSArg) isolaten in de ISIS-AR database, 2018-2022, gebaseerd op gegevens van 38 MML’s die gedurende de hele studieperiode data hebben aangeleverd.
Diagnostisch | Screening | ||||
---|---|---|---|---|---|
Jaar | MSSArg | MRSArg | MSSArg | MRSArg | Totaal |
2018 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2019 | 12 | 1 | 0 | 1 | 14 |
2020 | 21 | 0 | 1 | 3 | 25 |
2021 | 20 | 0 | 4 | 7 | 31 |
2022 | 28 | 0 | 2 | 5 | 35 |
Totaal | 81 | 1 | 7 | 16 | 105 |
Publicaties met data uit ISIS-AR in 2023
Increase in invasive group A streptococcal (Streptococcus pyogenes) infections (iGAS) in young children in the Netherlands, 2022 - B de Gier et al. Euro Surveill 2023
Impact of the COVID-19 pandemic on prevalence of highly resistant microorganisms in hospitalised patients in the Netherlands, March 2020 to August 2022 - W Altorf-van der Kuil et al. Euro Surveill 2023
False aminoglycoside resistance in Enterobacterales and non-fermenters by an automated testing system: a descriptive study - PMC Klein Klouwenberg et al. Microbiol Spectr 2023
New methodology to assess the excess burden of antibiotic resistance using country-specific parameters: a case study regarding E. coli urinary tract infections – NG Godijk et al. BMJ Open 2023