Om voor een goede opvang van asielzoekers te zorgen worden naast professionals (GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst), politie en andere diensten) ook vrijwilligers ingezet. Deze pagina geeft informatie over de risico’s van infectieziekten bij het opvangen van asielzoekers voor vrijwilligers en andere professionals die betrokken zijn bij de opvang van asielzoekers.

Opvang en gezondheid

Worden asielzoekers gecontroleerd op infectieziekten?

Ja. Zodra asielzoekers uit hoog-risicolanden zich in een centrale opvanglocatie (COL centrale opvanglocatie (centrale opvanglocatie)) melden, worden zij opgeroepen voor tuberculosescreening door de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst). Hiervoor wordt een longfoto gemaakt.

Worden asielzoekers gevaccineerd?

Volwassen asielzoekers uit Syrië zijn meestal volledig gevaccineerd, net zoals Nederlanders. De vaccinatiegraad onder volwassen Eritreeërs en Ethiopiërs is waarschijnlijk wel lager. Bij alle kinderen kan het voorkomen dat zij vaccinaties gemist hebben door de situatie in het land van herkomst. Deze vaccinaties worden voor kinderen van 0-19 jaar in Nederland ingehaald. Kijk hier voor meer informatie over vaccinaties bij kinderen.

Hoe is de medische hulp voor asielzoekers geregeld?

Een asielzoeker die in een opvanglocatie van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA Centraal Orgaan opvang asielzoekers (Centraal Orgaan opvang asielzoekers))verblijft, kan terecht bij het GezondheidsZorg Asielzoekers (GZA).

Informatie voor vrijwilligers bij opvang asielzoekers

Deze informatie geldt voor vrijwilligers en medewerkers die werkzaamheden doen in de opvanglocatie.

Loop ik als vrijwilliger in de opvanglocatie (meer) risico om een infectieziekte op te lopen?

Bij normaal maatschappelijk omgang is er geen verhoogd risico om infectieziekten op te lopen. De kans op een infectieziekte is net zo groot als op andere drukbezochte locaties zoals een markt, een concert of openbaar vervoer. Het is belangrijk om de algemene hand-, hoest- en toilethygiëne in acht te nemen. U  beschermt hiermee uzelf en verspreidt geen infectieziekten.
Als vrijwilliger valt u wat betreft ARBO Arbeidsomstandigheden (Arbeidsomstandigheden)-zaken onder de zorg van de organisatie of instelling waarvoor u zich inzet. U kunt zich, als dat nodig is, ook tot de GGD wenden voor voorlichting en voor algemene adviezen over infectieziektepreventie.

Naast mijn rol als vrijwilliger in een opvanglocatie, heb ik een baan in de gezondheidszorg/zorginstelling en verricht daar (medische) zorgtaken. Waar moet ik op letten?

Voor u is er geen verhoogd risico op het krijgen van een infectieziekte. Neem de algemene hand-, hoest- en toilethygiëne in acht. U beschermt hiermee uzelf en verspreidt daarmee geen infectieziekten.
Wel krijgt u het advies uw werkgever te informeren over uw rol als vrijwilliger in de opvanglocatie. Als u in de opvanglocatie geen (medische) zorghandelingen uitvoert, gelden voor u geen andere maatregelen dan consequente toepassing van de algemene hygiënemaatregelen.
Als u wel (medische) zorghandelingen verricht in de opvanglocatie dient u dit uit te voeren volgens de bestaande protocollen van de opvanglocatie. Ook hierbij vormen algemene hygiënemaatregelen de basis. Wanneer deze werkwijze wordt gevolgd, bestaat er in uw huidige werk in een zorginstelling geen verhoogde kans op overdracht, bijvoorbeeld van MRSA Methicilline-resistente Staphylococcus aureus (Methicilline-resistente Staphylococcus aureus).
Als u hierover nog vragen heeft,  kunt u contact op te nemen met de ARBO-dienst van uw eigen zorginstelling.

Welke hygiënemaatregelen kan ik nemen om verspreiding van infecties tegen te gaan?

Het is belangrijk om de gebruikelijke hygiënemaatregelen in acht te nemen, ongeacht of u in de opvang bent of daarbuiten. Met deze simpele maatregelen kunt u het risico op infectieziekten verder verkleinen. Dit geldt  voor iedereen binnen de opvang, dus zowel voor medewerkers als asielzoekers.

Was uw handen goed met water en zeep:

  • na gebruik van het toilet; 
  • voor het koken; voor het eten; 
  • na nauw contact met anderen.

Bij hoesten en niezen:

  • Gebruik een papieren zakdoek en gooi dit na gebruik weg;
  • Hebt u geen papieren zakdoek bij de hand? U kunt ook in de in de plooi van uw elleboog hoesten en niezen;
  • Was regelmatig uw handen met water en zeep, zeker na een flinke hoest- of niesbui;
  • Wend uw hoofd af tijdens het hoesten en niezen. Draai uzelf om als anderen in uw richting hoesten en niezen; 
  • Draai uzelf om als anderen in uw richting hoesten of niezen.

Draag bij het schoonmaken wegwerphandschoenen en was uw handen ook na het uittrekken van de handschoenen. Zo voorkomt u dat u zelf ook ziektes verspreidt.

Zorg dat het toilet in de opvang regelmatig schoongemaakt wordt. Maak daarbij ook de spoelknop, deurklink en het kraantje schoon.

Heeft het zin om handschoenen of mond-neusmasker te dragen?

Nee. Het is niet nodig om als vrijwilliger of medewerker van een opvanglocatie een mond-neusmasker te dragen. Het risico op het oplopen van een luchtweginfectie is vergelijkbaar met het risico dat u loopt op drukke plaatsen in Nederland of in het buitenland. Zie hiervoor ook de adviezen over hygiënemaatregelen. In het algemeen zijn handschoenen niet nodig behalve bij het schoonmaken van toiletten en bij het opruimen van lichaamsvloeistoffen zoals ontlasting, braaksel en bloed.

Wat moet u doen als iemand binnen de opvanglocatie gewond raakt?

Laat de wond goed doorbloeden en spoel deze hierna met water. Maak de wond schoon met 70% alcohol of jodium. Neem contact op met de locatiemanager. Als het nodig is zal deze locatiemanager medische zorg regelen volgens lokaal gemaakte afspraken. 

Als er bloed op huid zonder wondjes komt, geeft dat geen risico voor overdracht van ziekten. Mocht u wondjes hebben en u komt in aanraking met bloed, was dan uw handen met water en zeep en maak de wond schoon met 70% alcohol of jodium. Als vrijwilliger kunt u bij vragen terecht bij uw huisarts, bedrijfsarts of de lokale GGD. Zorg dat de identiteit en verblijfplaats van de asielzoeker wordt vastgelegd zodat ook hij/zij zich eventueel kan laten onderzoeken.

Trek wegwerphandschoenen aan voor het schoonmaken van bloed op vloeren of meubilair. Neem het bloed met keukenrolpapier op. Gooi dat weg  in een vuilniszak en voer deze zak daarna af. Maak het oppervlak hierna eerst schoon met een sopje en daarna met een alcoholoplossing van 70%.

Moet ik me extra vaccineren tegen infectieziekten als ik met asielzoekers werk?

Nee. Iedereen in Nederland heeft tijdens zijn jeugd vaccinaties aangeboden gekregen volgens het Rijksvaccinatieprogramma. Met die vaccinaties ben je beschermd tegen veel ziekten. Op dit moment is er geen advies voor aanvullende vaccinaties als u in uw jeugd volledig gevaccineerd bent. Indien u niet of onvolledig gevaccineerd bent, of u weet niet of u gevaccineerd bent, neemt u dan contact op met uw werkgever of de lokale GGD. 

Informatie over infectieziekten

In het Midden-Oosten en Afrika komen andere infectieziekten voor dan in Europa en Nederland. Het is mogelijk dat asielzoekers ziekteverwekkers meenemen op hun reis naar Nederland. Ook Nederlanders kunnen door het reizen ziekten mee terug brengen. Het kan daarbij onder andere gaan om de volgende ziekten: 

Tuberculose 

Tuberculose is een infectieziekte die wordt veroorzaakt door de tuberkelbacterie. De bacterie kan in het hele lichaam voorkomen en ziekte veroorzaken. De vorm die het meest voorkomt is longtuberculose. Deze vorm kan besmettelijk zijn en verspreidt zich via de lucht door hoesten en niezen. Tuberculose komt echter nog weinig meer voor in Nederland. 

Hoe voorkom ik dat ik tuberculose krijg?

Alleen longtuberculose is besmettelijk. Wanneer een patiënt hoest of niest, kan de bacterie verspreid worden. Als een ander deze bacteriën inademt, kan hij/zij worden besmet. Tuberculose wordt niet overgebracht door het aanraken van tuberculosepatiënten. Goede hoest- en nieshygiëne is daarom belangrijk. Dat betekent een hand of zakdoek voor de mond en het hoofd afwenden bij niezen of hoesten of in de elleboogplooi hoesten of niezen. Draai je om als anderen in je richting hoesten. 

Worden asielzoekers gecontroleerd op tuberculose?

Alleen asielzoekers uit hoog-risicolanden die in Nederland aankomen, worden in principe binnen enkele dagen gecontroleerd op tuberculose in de Centrale opvanglocatie.

Meer informatie over tuberculose 

Schurft

Schurft of scabiës is vervelend omdat het jeuk veroorzaakt, maar is niet gevaarlijk. Schurft wordt veroorzaakt door een klein beestje, de schurftmijt. De mijt graaft een gangetje in de huid en legt daar eitjes. Schurftmijten kunnen alleen lopen, niet springen. Besmetting kan optreden doordat de mijt bij direct lichamelijk contact over kan lopen. Dit besmettingsrisico is te verwaarlozen als het contact korter dan 15 minuten is geweest.

Hoe voorkom ik dat ik schurft krijg?

Vermijd langdurig intensief huidcontact met asielzoekers, zeker als ze jeukklachten of huiduitslag hebben. Gebruik in dat geval wegwerphandschoenen. Ga niet op het bed zitten van iemand die scabiës heeft. Vermijd het gezamenlijk gebruik van kleding, verkleedkleren en knuffelbeesten. 

Worden asielzoekers op schurft gecontroleerd? 

Asielzoekers uit landen waar veel schurft voorkomt wordt gevraagd naar klachten van jeuk. Als dit het geval worden zij naar de huisarts doorverwezen voor behandeling. 

Meer informatie over schurft

MRSA

MRSA betekent: Meticilline-resistente Staphylococcus aureus. MRSA-bacteriën komen veel voor bij gezonde mensen zonder dat zij daar last van hebben. De MRSA is een bijzondere bacterie, want hij is ongevoelig (resistent) voor behandeling met een aantal antibiotica. In Nederland komt MRSA regelmatig voor.

Hoe voorkom ik dat ik MRSA krijg?

Besmetting met MRSA vindt vooral plaats door direct huidcontact, voornamelijk via de handen. Het is daarom belangrijk regelmatig de handen te wassen met water en zeep.

Worden asielzoekers gecontroleerd op MRSA?

Het is niet nodig alle asielzoekers op MRSA te testen. Wanneer een buitenlander in een Nederlands ziekenhuis wordt opgenomen, wordt hij/zij getest en worden zo nodig maatregelen genomen om verspreiding van MRSA te voorkomen. Deze procedure geldt ook voor asielzoekers.

Meer informatie over MSRA

Kleerluis

Kleerluis is een insect dat voor kan komen in kleding. Een kleerluis kan alleen bij direct contact met kleding van een besmet persoon worden overgedragen. Als er kleine beschadigingen van de huid zijn, kan kleerluis ziekten overbrengen, bijvoorbeeld loopgravenkoorts en vlektyfus. Hierbij krijg je koorts, hoofdpijn, rillingen, spierpijn. Ziekten  die worden overgebracht door de kleerluis zijn over het algemeen met antibiotica goed te behandelen.  

Wat kan ik doen om kleerluis te voorkomen? 

Het risico voor overdracht van kleerluis is in normaal contact met asielzoekers afwezig. Adviseer deze mensen om geen gezamenlijke kleding, beddengoed en handdoeken te gebruiken.  

Hoofdluis

Hoofdluizen zijn kleine beestjes die leven op warme en behaarde plekjes op het hoofd. Daar houden ze zich in leven door het zuigen van bloed. Ze kunnen zich vooral snel verspreiden onder kinderen. 

Wat kan ik doen om hoofdluis te voorkomen?

Luizen verspreiden zich via haar-haarcontact. Dit kunt u het beste proberen te vermijden. Het is belangrijk vaak te controleren. Grijp meteen in als u hoofdluis ontdekt. Twee weken lang elke dag kammen met een fijntandige kam is de beste aanpak. Het wassen van spullen zoals beddengoed, kleding of knuffels is niet nodig. 

Wat wordt gedaan binnen de opvang om asielzoekers op hoofdluis te controleren?

Hierover leest u meer in het 'Draaiboek hoofdluis op locatie vluchtelingen', gemaakt door GGD Hollands Noorden en gebaseerd op het RIVM-hoofdluisbeleid.

Hepatitis A

Hepatitis A wordt ook wel besmettelijke geelzucht genoemd. Het wordt veroorzaakt door het hepatitis A-virus. Dit virus geeft een ontsteking van de lever. Hepatitis A wordt met enige regelmaat bij asielzoekers vastgesteld. Het gaat hier meestal om jongere mensen.

Hoe voorkom ik dat ik hepatitis A krijg?

Het hepatitis A-virus zit in de ontlasting van iemand die besmettelijk is. Het is daarom belangrijk goede handhygiëne toe te passen wanneer u naar het toilet gaat. Was uw handen met water en zeep, en droog ze goed af. Op deze manier voorkomt u dat u het virus binnenkrijgt via een vuil toilet of deurklink. Bedien de deurklink (indien mogelijk) met uw elleboog. Daarnaast is het belangrijk dat toiletten goed schoon gehouden worden.
Soms is het nodig om mensen die veel contact hebben met iemand met hepatitis A, te beschermen tegen hepatitis A. Dit kan door een vaccinatie. 

Polio

Wat is polio?

Polio is een besmettelijke ziekte die wordt veroorzaakt door het poliovirus. De ziekte komt in Nederland niet voor. In enkele landen in Afrika en Azië nog wel. In de landen waar op dit moment de meeste asielzoekers vandaan komen komt polio niet voor. 

Hoe voorkom ik dat ik polio krijg?

In Nederland worden kinderen vanaf de leeftijd van twee maanden ingeënt tegen polio volgens het Rijksvaccinatieprogramma. Na de vaccinaties is iemand levenslang beschermd. Daardoor komt de ziekte in Nederland niet meer voor. De vaccinatie herhalen na een volledige serie voor een betere bescherming tegen polio is niet zinvol. Er is een kleine groep Nederlanders die niet is gevaccineerd uit geloofsovertuiging, deze groep mensen loopt nog wel risico om ziek te worden van polio.

Het poliovirus kan, net zoals tuberculose, overgebracht worden door hoesten. Goede hoest- en nieshygiëne is daarom belangrijk. Dat betekent een hand of zakdoek voor de mond en het hoofd afwenden bij niezen of hoesten of in de elleboogplooi hoesten of niezen. Draai je om als iemand in je richting hoest of niest. Het virus komt ook voor in de ontlasting van mensen die besmet zijn. Bij toiletgebruik kunnen de wc-bril, de spoelknop en andere voorwerpen besmet raken. Door contact met deze voorwerpen kan het virus aan de handen komen en daarna in de mond terecht komen. Ook op deze manier kan besmetting plaatsvinden. Goede handhygiëne na de toiletgang is belangrijk. Dit betekent: handen wassen met water en zeep.

Voor mensen die niet gevaccineerd zijn en die werkzaam zijn in  de opvang van asielzoekers is het raadzaam om bescherming door middel van vaccinatie te overwegen. 

Worden asielzoekers gecontroleerd op polio?

Het is niet zinvol om asielzoekers te controleren op polio. Net zoals Nederlanders zijn ook de meeste asielzoekers gevaccineerd tegen polio of hebben natuurlijke weerstand. Kinderen die nog niet volledig gevaccineerd zijn tegen polio krijgen zo snel mogelijk een vaccinatie.

Overige tropische ziekten
 

Kunnen asielzoekers malaria meebrengen naar Nederland?

Ja, dat kan. Malaria is een veelvoorkomende infectieziekte in de (sub)tropen die wordt overgebracht door muggen. Asielzoekers kunnen wel malaria hebben, maar malaria is níet besmettelijk van mens op mens. Ook bij Nederlanders wordt malaria regelmatig vastgesteld. Het gaat dan om mensen die de ziekte tijdens een reis in (sub)tropen hebben opgelopen. De muggen die in Nederland voorkomen zijn niet goed in staat om malaria over te dragen. 

Waar kan ik terecht voor vragen?

Vragen over infectieziekten kunt u stellen aan aan de Arbodienst van de organisatie waarvoor u werkzaam bent of aan de lokale GGD. Kijk op http://www.ggd.nl/ voor de contactgegevens van de GGD in uw regio.