Go to abstract

Samenvatting

Het RIVM heeft, in opdacht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M), milieurisicogrenzen voor trifenyltin in water bepaald. Dit was nodig omdat de huidige norm voor trifenyltin voor waterkwaliteit niet is afgeleid volgens de meest recente methodiek. Trifenyltin wordt voornamelijk gebruikt als middel om hout te conserveren en om te voorkomen dat onder water op de romp van schepen organismen groeien (aangroeiwerend middel). Het gebruik als aangroeiwerend middel is in Europa sinds 2003 niet meer toegestaan. De Stuurgroep Stoffen stelt de nieuwe normen vast op basis van de wetenschappelijke advieswaarden in dit rapport. Er zijn milieurisicogrenzen bepaald voor kortdurende concentratiepieken en voor langdurige blootstelling waarbij geen schadelijke effecten te verwachten zijn. De milieurisicogrenzen voor langdurige blootstelling zijn bepaald voor jaargemiddelde concentraties. Meetgegevens geven aan dat deze waarschijnlijk in Nederlands zeewater en in zoutwatersediment worden overschreden. Voor zoetwater is dit onbekend, omdat de nieuwe milieurisicogrens lager is dan de laagste concentratie die met de huidige technieken in het milieu kan worden aangetoond. Voor de milieurisicogrenzen voor langdurige blootstelling in oppervlaktewater zijn drie routes onderzocht: directe effecten op waterorganismen, indirecte effecten op vogels en zoogdieren via het eten van prooidieren, en indirecte effecten op mensen via het eten van vis. De eerste van de drie levert de laagste waarde voor trifenyltin en bepaalt daarmee de milieurisicogrens voor langdurige blootstelling voor zoet- en zoutwater (0,23 nanogram per liter). De milieurisicogrens die het ecosysteem beschermt tegen kortdurende concentratiepieken, is 0.47 microgram per liter voor zoet- en zoutwater.

Abstract

RIVM has, by order of the Ministry of Infrastructure and the Environment, derived environmental risk limits for triphenyltin. This was necessary because the current risk limts have not been derived according to the most recent methodology. Main uses of triphenyltin were for wood preservation and as antifouling on ships. The use as antifouling has been banned within Europe since 2003. The Dutch Steering Committee for Substances will set new standards on the basis of the scientific advisory values in this report.

Environmental risk limits have been derived for short term concentration peaks and for long term exposure at which harmful effects for water are not expected. The environmental risk limits for long term exposure are derived for annual average concentrations. Monitoring data indicate that these are currently likely to be exceeded in Dutch seawater and in saltwater sediment. For freshwater this cannot be determined because the new environmental risk limits for long term exposure are lower than the current detection level for TPT in the environment.

For the environmental risk limits for long term exposure in surface water, three routes have been examined: direct ecotoxicity, secondary poisoning and consumption of fish by humans. Direct toxicity is the most critical of these and determines the overall long term environmental risk lmit in fresh- and saltwater (0.23 nanogram per liter). The environmental risk limit that protects the ecosystem from effects of short term concentration peaks, is 0.47 microgram per liter for fresh- and saltwater.

Resterend

Grootte
768KB