Een virus verandert voortdurend. Ook het coronavirus SARS-CoV-2 verandert steeds een klein beetje. In het laboratorium onderzoekt het RIVM hoe het virus verandert en wat dit betekent voor de verspreiding van het virus in Nederland. Dit noemen we kiemsurveillance.

Van virussen is bekend dat ze vaak veranderen. Van het coronavirus SARS severe acute respiratory syndrome (severe acute respiratory syndrome)-CoV coronavirus (coronavirus)-2 zijn al heel veel verschillende varianten. In het laboratorium onderzoekt het RIVM welke varianten er in Nederland zijn en hoe ze zich verspreiden in Nederland. Dit onderzoek is belangrijk om te weten of nieuwe varianten die rondgaan eigenschappen hebben die extra risico’s met zich meebrengen. Door sommige veranderingen (mutaties) kan een variant zich bijvoorbeeld sneller verspreiden of worden mensen ernstiger ziek. Andere mutaties zorgen ervoor dat het virus van uiterlijk verandert, waardoor het niet of minder goed wordt opgepikt door het afweersysteem na een eerdere infectie of vaccinatie. 

Hoe werkt de kiemsurveillance?

In het laboratorium onderzoekt het RIVM wekelijks een steekproef van monsters. Bij dit onderzoek worden alle bouwstenen van het erfelijk materiaal van het virus (het RNA ribonucleic acid (ribonucleic acid)) in kaart gebracht. Dit heet sequentieanalyse. Daarmee kunnen we de bouwstenen van het virus bekijken en vergelijken met die van andere monsters. Zo kunnen we zien of en hoe het virus verandert en kunnen we vaststellen of we extra alert moeten zijn op bepaalde varianten. Ook zien we welke virusvarianten van elkaar afstammen en hoe ze zich verspreiden. Dit noemen we fylogenetisch onderzoek.
 

Kiemsurveillance video still

Bekijk de video Kiemsurveillance SARS-CoV-2

Resultaten uit de kiemsurveillance

Samenwerken en kennis delen

Bij dit onderzoek werkt het RIVM samen met laboratoria verspreid over het hele land. Wekelijks leveren de laboratoria een willekeurige selectie van monsters aan voor onderzoek. Via een sequentienetwerk - SeqNeth-Sars2 – leveren een aantal laboratoria ook sequenties van monsters aan voor onderzoek. Dit soort analyses doet het RIVM al sinds het begin van de epidemie. Het laboratoriumonderzoek vergt meer tijd en is ingewikkelder dan het analyseren van een monster door bijvoorbeeld  een PCR-test polymerase chain reaction (polymerase chain reaction). Bij het onderzoek zijn dan ook verschillende specialisten betrokken.