Lokaal/regionaal screeningsbeleid kan gemaakt worden op basis van lokale surveillancedata, inclusief informatie uit WGS (whole genome sequencing) over verhoogde transmissie, en specifieke kenmerken van de groep. Afhankelijk van de achtergrondprevalentie en de uitvoerbaarheid moet beoordeeld worden welke interventie het meest gepast is. Gedacht kan worden aan:
|
Onderbouwing
In een aantal Nederlandse steden was er aan het begin van deze eeuw een verhoogde incidentie van tuberculose onder drugsverslaafden en dak- en thuislozen. Deze groepen hadden een verhoogd risico op tuberculose door een combinatie van biologische, sociale en epidemiologische factoren, zoals een hiv (humaan immunodeficientievirus)-infectie (met name bij intraveneus druggebruik), slechte huisvesting met veel personen in kleine, slecht geventileerde ruimtes, deficiënte voeding, in combinatie met een beperkte toegang tot medische zorg, zorgmijdend gedrag of gebrekkige deelname aan preventieve interventies zoals contactonderzoek. Onder daklozen bevinden zich bovendien uitgeprocedeerde asielzoekers uit tuberculose endemische landen, die ongedocumenteerd en onverzekerd zijn en arbeidsmigranten uit Oost-Europa.
Na de eeuwwisseling is de incidentie onder Amsterdamse, Rotterdamse en Haagse drugsverslaafden en daklozen door intensieve periodieke screening en verbeterde toegang tot zorg en huisvesting, sterk gedaald tot enkele patiënten per jaar (Keizer 1998, De Vries 2007, Van Hest 2016). Onder uitgeprocedeerde asielzoekers en arbeidsmigranten is de epidemiologische situatie variabel en minder voorspelbaar door nieuwe instroom uit endemische landen. Voor deze groepen is de aanwezigheid van een voorziening voor laagdrempelige diagnostiek bij klachten en ondersteuning bij de behandeling, essentieel.
Regulier contactonderzoek is de meest effectieve interventie voor vroege opsporing van tuberculose en tbc (Tuberculose)-infectie. Enerzijds omdat de motivatie voor deelname aan een contactonderzoek relatief hoog is wanneer zich een geval van tuberculose voordoet binnen de risicogroep en anderzijds omdat deze vorm van actieve screening een hoog percentage secundaire tbc-gevallen en personen met een TBI oplevert. Wanneer niet alle contacten traceerbaar zijn en het contactonderzoek ontoereikend is, kunnen zich binnen korte tijd meer patiënten van tuberculose voordoen. In deze situaties kan het zinvol zijn deze risicogroep gedurende een bepaalde periode te screenen (Kiers 2014).
Literatuur
- Van Hest R, De Vries G. Active tuberculosis case-finding among drug users and homeless persons: After the outbreak. European Respiratory Journal. 2016;48(1):269–71.
- Keizer ST, Langendam MW, van Deutekom H, Coutinho RA, van Ameijden FJ. Tuberculose bij HIV-positieve en HIV-negatieve drugsgebruikers in Amsterdam. Ned Tijdschr Geneeskd. 1998;142:184–9.
- Kiers A, Bakema G, Vries G de. Uitbraak van tuberculose onder daklozen in Noord-Nederland. Tegen de Tuberculose. 2014;110(1):24–7.
- De Vries G, van Hest RA, Richardus JH. Impact of Mobile Radiographic Screening on Tuberculosis among Drug Users and Homeless Persons. Am J Respir Crit Care Med. 2007;176:201–7.