CPT Commissie voor Praktische Tuberculosebestrijding (Commissie voor Praktische Tuberculosebestrijding) | richtlijnen screening | screeningsbeleid | gepubliceerd 1 november 2023

Al meer dan een halve eeuw wordt tuberculose actief opgespoord door middel van radiologische screening van risicogroepen. De Commissie voor Praktische Tuberculosebestrijding (CPT Commissie voor Praktische Tuberculosebestrijding (Commissie voor Praktische Tuberculosebestrijding)) publiceerde in 1995 het Tuberculose risicogroepenrapport, met screeningsadviezen per risicogroep en contactgroep. Sindsdien zijn voor de meeste risicogroepen en contactgroepen aparte richtlijnen of protocollen opgesteld.  

De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO World Health Organization (World Health Organization )) heeft het kader van screening op (actieve) tuberculose vastgelegd in een richtlijn die in 2021 is aangepast (WHO 2021). Voor de screening op (latente) tuberculose-infectie en preventieve behandeling heeft de WHO haar adviezen vastgelegd in een andere richtlijn (WHO 2020). 

Vroege opsporing van tuberculose(-ziekte) en tbc Tuberculose (Tuberculose)-infectie, gevolgd door curatieve of preventieve behandeling, kan (ernstige) morbiditeit en sterfte aan tuberculose voorkomen. Dat is primair in het belang van het individu. Screening kan ook een volksgezondheidsbelang dienen door overdracht van de ziekte in de bevolking te beperken. 

In de Vreemdelingenwet is de verplichting van screening op tuberculose voor asielzoekers en immigranten omschreven. In het Keuringsreglement voor de Zeevaart staat de verplichting voor bepaalde zeevarenden om zich periodiek te screenen. De Wet publieke gezondheid (Wpg Wet Publieke Gezondheid (Wet Publieke Gezondheid)) omschrijft de rol van de Geneeskundige Gezondheidsdienst (GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)) inzake bron- en contactonderzoek. De Wet op het bevolkingsonderzoek (Wbo) vereist dat nut en noodzaak van radiologische screening zorgvuldig worden afgewogen tegen kosten en mogelijke schade voor het individu. Het screeningsbeleid wordt daarom regelmatig geëvalueerd en waar nodig aangepast aan veranderde epidemiologische omstandigheden en nieuwe technologische mogelijkheden.

Verschil tbc-infectie en tuberculose(-ziekte)

In de tuberculosebestrijding wordt onderscheid gemaakt tussen tbc Tuberculose (Tuberculose)-infectie en tuberculose(-ziekte). Na infectie met een Mycobacterium tuberculosis complex bacterie is de kans op het ontwikkelen van ziekte ongeveer 10%; het risico is het grootst in de eerste twee jaar na infectie. Bij een aantal aandoeningen of condities is de kans op het ontwikkelen van tuberculose veel hoger (Tabel 1).

Tabel 1. Aandoeningen of condities die gepaard gaan met een verhoogde kans op progressie naar tuberculose na infectie met Mycobacterium tuberculosis*

Tabel uit Richtlijn Tuberculose bron- en contactonderzoek (CPT 2020)

*Deze tabel is afkomstig uit Richtlijn Tuberculose bron- en contactonderzoek (CPT 2020).

Screeningsmethoden

1. Screening op tbc Tuberculose (Tuberculose)-infectie (TBI)

Er zijn twee soorten screeningstesten voor TBI, namelijk een tuberculinehuidtest (THT tuberculinehuidtest (tuberculinehuidtest)) en interferon-gamma release assays (IGRAs). De specificiteit van de IGRA interferon-gamma release assay (interferon-gamma release assay) is hoger omdat deze testen niet positief reageren op de meeste niet-tuberculeuze mycobacteriën (NTMs) of na eerdere BCG Bacille Calmette Guérin (Bacille Calmette Guérin)-vaccinatie. In Nederland wordt vaak een tweestapsbenadering gedaan, waarbij eerst een THT wordt gezet, gevolgd door een IGRA als de THT positief is (CPT 2018).  

Geschat wordt dat een kwart van de wereldbevolking positief reageert op deze testen (Houben 2016), maar ook dat een groot deel van deze mensen de infectie geklaard heeft (Emery 2021). De TBI-testen kunnen dat onderscheid niet maken.

Screening op TBI is vooral nuttig indien de kans op een recente infectie groot is zoals in contactonderzoek. Bij hen is de kans 10% om ziekte te ontwikkelen. TBI-screening wordt ook aanbevolen voor sommige groepen personen met aandoeningen of condities met een verhoogd risico op progressie tot ziekte (Tabel 1).

2. Screening op ziekte

  • Radiologische screening (met een thoraxfoto) is de meest gebruikte screeningsmethode voor pulmonale tuberculose en andere vormen van intrathoracale tuberculose (pleura en mediastinale- of hilusklieren). Deze methode heeft een sensitiviteit van 85% en een specificiteit van 96%, als radiologische afwijkingen die passen bij tuberculose worden opgevolgd (WHO 2021). De sensitiviteit van radiologische screening is lager bij personen met cellulaire immuunstoornissen. Als bij screening een voor tuberculose verdachte afwijking op de thoraxfoto wordt gevonden, dan dient nader (bacteriologisch) onderzoek te worden overwogen. 

    De thoraxfoto detecteert alleen prevalente gevallen van intrathoracale tuberculose. Periodieke herhaling van het onderzoek bij (vermoedelijk) recent geïnfecteerde personen kan gedaan worden, als niet op tbc-infectie wordt onderzocht en/of deze infecties niet worden behandeld. 

    Radiologische screening kan schadelijk zijn voor individuen vanwege de blootstelling aan straling. Toepassing van een zo laag mogelijk stralingsniveau (ALARA As Low As Reasonably Achievable (As Low As Reasonably Achievable)) is daarom nodig.
     
  • Systematisch navragen naar symptomen die passen bij tuberculose (symptoomscreening) is een andere screeningsmethode op ziekte. Er kan gevraagd worden naar hoestklachten of naar de vier symptomen die vaak bij tuberculose voorkomen (hoesten, koorts, nachtzweten of gewichtsverlies). De sensitiviteit en specificiteit van symptoomscreening is lager dan van radiologische screening (WHO 2021).  
    Nader onderzoek is nodig als een persoon positief test bij symptoomscreening, bijv. met een thoraxfoto en/of bacteriologisch onderzoek.

3. Combinatie van screening op ziekte en tbc-infectie

Afhankelijk van de doelgroep kan gekozen worden voor tegelijkertijd een screening op TBI en op tuberculose.

Risicogroepen in Nederland

In de tuberculosebestrijding wordt onderscheid gemaakt tussen risicogroepen en contactgroepen.

De definitie van een risicogroep op tuberculose luidt: een groep personen met een eenduidig gemeenschappelijk kenmerk of risicofactor gecombineerd met een incidentie of prevalentie > 50 tbc Tuberculose (Tuberculose)-gevallen per 100.000 personen, of een verhoogd risico op tuberculose indien geïnfecteerd.
Contactgroepen zijn personen die beroepsmatig of op andere wijze in contact kunnen komen met een tuberculosepatiënt of met personen uit een risicogroep voor tuberculose.

Tabel 2 geeft een overzicht van het screeningsbeleid, waarbij de risicogroepen en contactgroepen in vier categorieën zijn ingedeeld:

  1. Contacten van tuberculosepatiënten (bron- en contactonderzoek)
  2. Groepen met een verhoogde tuberculoseprevalentie
  3. Personen met aandoeningen of condities die leiden tot een verhoogd risico op tuberculose, indien geïnfecteerd
  4. Contactgroepen

Tabel 2: Tuberculosescreeningsbeleid bij risicogroepen 

1.Contacten van tuberculosepatiënten.

Risicogroep

Subgroep

Interventie

Contacten (BCO)

Hoogprioriteit contacten

Screening op TBI + thoraxfoto

Overige contacten

Screening op TBI


2.Groepen met een verhoogde tuberculoseprevalentie

Risicogroep Subgroep Interventie

Immigranten

Uit landen met een tbc Tuberculose (Tuberculose)-incidentie > 100/100.000 (volgens Tuberculoselandenlijst)

< 18 jaar

Screening op TBI

≥ 18 jaar

  • Screening op tuberculose bij binnenkomst in Nederland
  • Halfjaarlijkse vervolgscreening gedurende twee jaar indien afkomstig uit een land met een tbc-incidentie > 200/100.000 (conform Tuberculoselandenlijst) of eenmalige screening op TBI

Asielzoekers

Uit landen met een tbc-incidentie > 50/100.000 (Tuberculoselandenlijst)

< 12 jaar

Screening op TBI

≥ 12 jaar

  • Screening op tuberculose bij binnenkomst in Nederland
  • Halfjaarlijkse vervolgscreening gedurende twee jaar indien afkomstig uit een land met een tbc-incidentie > 200/100.000 (conform Tuberculoselandenlijst) of eenmalige screening op TBI

Gedetineerden

Iedereen

Symptoomscreening

Eerder tuberculose doorgemaakt

Eenmalige screening op tuberculose (thoraxfoto)

  • Hiv humaan immunodeficientievirus (humaan immunodeficientievirus)-infectie
  • In buitenlandse gevangenis gedetineerd geweest

Screening op TBI

Zeevarenden

Afkomstig uit of woonachtig in gebieden
met een tbc-incidentie > 50/100.000. 
(zie  
keuringsreglement voor de Zeevaart Artikel 2 )

Tweejaarlijkse screening op tuberculose (thoraxfoto)

Drugsverslaafden
en daklozen

Regionaal bepaald

  • Periodieke screening op tuberculose
  • Screening op TBI
  • Geen screening


3.Personen met aandoeningen of condities die leiden tot een verhoogd risico op tuberculose, indien geïnfecteerd

Risicogroep Subgroep Interventie
Personen met een hiv-infectie
  • Indien afkomstig uit landen waar tuberculose endemisch is (Afrika, Azië, Zuid-Amerika, Oost-Europa) en Rusland
  • Personen uit laag-endemische landen die relevante blootstelling aan tuberculose hebben gehad in een tbc-endemisch land (> 3 maanden) of in nauw contact zijn geweest met iemand met tuberculose.
Screening op tuberculose en TBI
Personen die starten met immuunsuppressieve medicatie Afhankelijk van risicoprofiel Screening op tuberculose en TBI


4.Contactgroepen

Risicogroep Subgroep Interventie
Reizigers Afhankelijk van risicoprofiel
  • BCG Bacille Calmette Guérin (Bacille Calmette Guérin)-vaccinatie voor de reis
  • Screening op TBI (en tuberculose) na de reis
Ziekenhuismedewerker (met directe patiëntcontacten)
  • Indien < 2 jaar afkomstig uit een land met een tbc-incidentie > 50/100.000
  • Indien recent (< 2 jaar) > 1 maand gewerkt in een ziekenhuis in een land met een tbc-incidentie > 50/100.000
Screening op TBI bij aanstelling
Medewerkers microbiologisch labs Indien werkzaam in BSL biosafety level (biosafety level)-3 laboratorium met tbc-pathogenen Screening op TBI bij aanstelling en periodiek
Medewerkers afdeling tuberculosebestrijding GGD’en Medewerkers afdeling tuberculosebestrijding van een ‘matig-risico GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) Screening op TBI bij aanstelling en periodiek
Overig Indien onbeschermde blootstelling aan gemiddeld > 2 infectieuze patiënten per jaar Periodieke screening op TBI

N.B. Voor risicogroepen 2-4 geldt, dat indien persoon in contact is geweest met een patiënt met besmettelijke longtuberculose, beleid conform contactonderzoek wordt gehanteerd.

Referenties