E-health in de Nederlandse kankerzorg

Kanker is (als ziektegroep) de belangrijkste doodsoorzaak in Nederland. Het RIVM verwacht dat kanker tot minstens 2040 de ziekte is met de meeste lichamelijke en geestelijke gevolgen (VTV - Trendscenario ziekten en aandoeningen). Dat betekent ook dat deze ziekte veel invloed heeft op hoeveel geld Nederland uitgeeft aan de zorg (Volksgezondheidenzorg.info).

E-health (digitale zorg) kan helpen in het verbeteren van de kankerzorg. Er zijn al veel mogelijkheden ontwikkeld. Voorbeelden zijn middelen voor het maken van beslissingen over een behandeling of voor het verminderen van vermoeidheids- of mentale klachten. Een belangrijke vraag daarbij is hoe dit soort toepassingen een plek kunnen krijgen in het zorgproces, zodat ze optimaal benut kunnen worden. 
 
Vanaf februari 2021 doet Liza van Deursen voor vier jaar onderzoek naar hoe digitale zorg het beste kan (mee)helpen aan een hoge kwaliteit en effectiviteit van kankerzorg. Als eerste kijkt ze in de wetenschappelijke literatuur naar het aanbod, belangrijkste kenmerken en de effectiviteit van deze hulpmiddelen. Die resultaten worden dit jaar gepubliceerd. Daarna onderzoekt ze verbeterpunten van processen in de kankerzorg en hoe e-health daarbij kan helpen. 

Het mogelijke gevolg van e-health op verschillen in gezondheid

De gezondheid in Nederland wordt steeds beter, maar de ongelijkheid in gezondheid groeit. Burgers met een lage sociaaleconomische positie (SEP) hebben vaak een slechtere gezondheid dan burgers met een hoge SEP. E-health (digitale zorg) geeft nieuwe kansen om de gezondheidssituatie van burgers met een lage SEP te verbeteren. Maar onderzoek laat zien dat e-health verschillen in gezondheid juist groter kan maken. De kans is daarom groot dat de stap naar digitale zorg een negatieve impact heeft op burgers die de zorg het hardste nodig hebben.

Lucille Standaar doet sinds 2021 een promotieonderzoek naar hoe burgers met een lage SEP e-health ervaren. Daarnaast kijkt ze naar welke rol betrokkenen kunnen spelen in het toegankelijk maken van digitale zorg. Als eerste onderzoekt ze of de voorwaarden voor het gebruik en de beoogde resultaten van e-health verschillen tussen burgers met een lage en hoge SEP. De onderzoeken die daarna volgen gaan over de rol van (zorg)organisaties in het gebruik van e-health voor burgers met een lage SEP.