Bijlage 1 bij: Testen op corona tijdens de pandemie door mensen met een lager inkomen.
Achtergrond/aanleiding:
De motie Westerveld en Kuiken (nr. 1977) heeft verzocht om in kaart te brengen hoeveel mensen geen zelftest doen uit kostenoverweging. Om een eerste indruk te krijgen is een aantal vragen toegevoegd aan de 34e ronde van het lopende zgn (zogenaamde). trendonderzoek van de RIVM Gedragsunit naar naleving van Corona gedragsadviezen. Zoals aangegeven in het onderzoeksvoorstel (26-01-2023) is dit een cross-sectioneel vragenlijst onderzoek, wat betekent dat het per definitie geen conclusies kan opleveren over oorzaak en gevolg. Het trendonderzoek is demografisch representatief, maar bijvoorbeeld laaggeletterde mensen zijn hierin ondervertegenwoordigd. Het kan dus in beperkte mate antwoord geven op de onderstaande onderzoeksvraag.
Onderzoeksvraag:
Wat is de invloed van betaalbaarheid op het gebruik van zelftesten bij klachten en zijn er doelgroepen te identificeren die hier meer hinder door ondervinden?
Kernbevinding:
De betaalbaarheid van zelftesten lijkt op dit moment in de pandemie een (zeer) kleine rol te spelen in het al dan niet testen bij COVID-19 gerelateerde klachten.
Toelichting:
Op dit moment in de pandemie, doen 52% van de mensen met klachten een zelftest. Slechts 3% van de mensen die zich niet testen bij klachten, geeft aan dat dit (mede) vanwege de kosten van zelftesten is (dit is gemiddeld 10% onder mensen met een minimum of beneden modaal inkomen). Inkomen en hoe duur mensen zelftesten vinden, hangt op dit moment statistisch niet samen met testen bij klachten.
Er is een statistisch klein verband tussen inkomen en het in huis hebben van zelftesten. Zelftesten in huis hebben vertoont een middelgroot verband met of mensen zich testen bij klachten. Momenteel heeft 81% van de mensen een of meerdere zelftesten in huis. Van de mensen die geen zelftest in huis heeft, geeft 13% aan dat dit (mede) vanwege de kosten is (dit is gemiddeld 22% onder mensen met een minimum of beneden modaal inkomen). Als we mensen vragen of ze een zelftest in huis zouden hebben als deze gratis was, stemt de helft van de mensen die geen zelftest in huis heeft hiermee in.
Kortom, inkomen en de mate waarin mensen zelftesten duur vinden vertonen een verband met zelftesten in huis hebben, en zelftesten in huis hebben vertoont een verband met testgedrag, maar het verband tussen inkomen en testgedrag lijkt zwak.
Conclusie en advies vervolgonderzoek doelgroepen
In de algemene bevolking zijn geen sterke aanwijzingen dat testen bij klachten wordt beïnvloed door financiële overwegingen. Zoals aangegeven biedt het trendonderzoek niet de mogelijkheid om exact te identificeren welke doelgroepen worden beperkt door kosten in het gebruik van zelftesten. Bepaalde doelgroepen (bijv. laaggeletterden) zijn in het onderzoek niet dan wel ondervertegenwoordigd.
Om te identificeren waarom mensen in de lagere inkomensgroepen minder testten tijdens de pandemie, en waarom zij momenteel minder zelftesten in huis hebben, zouden gesprekken met focusgroepen een goede aanvulling zijn. Hierbij kan worden gekeken naar mensen die in aanmerking komen voor een regeling voor het (gratis) verstrekken van zelftesten vanwege het inkomen (groep 1) en mensen die net buiten deze regeling vallen (beneden modaal; groep 2).