De hygiënerichtlijn voor piercen is voor het laatst volledig herzien in 2021. Tussentijdse wijzigingen sinds de laatste herziening staan aangegeven in de Verantwoording.
De schoonmaakschema’s bij deze richtlijn kunt u hier downloaden als Word-document.
1 Inleiding
In deze inleiding beschrijven we voor wie deze Hygiënerichtlijn voor piercen is geschreven en wat het doel van de hygiëne-eisen is. Daarnaast wordt achtergrondinformatie over hygiëne gegeven. Tot slot vindt u een leeswijzer om snel uw weg te kunnen vinden naar de informatie die u zoekt.
Voor wie is deze hygiënerichtlijn?
Deze hygiënerichtlijn is geschreven voor eigenaren van piercingstudio’s. Met piercingstudio’s worden alle ondernemingen bedoeld waar men met een naald een doorboring maakt in de huid, slijmvliezen, kraakbeen of spierweefsel, zodat er een piercing kan worden geplaatst.
Zet u alleen piercings in oorlellen, het vlakke gedeelte van het kraakbeen van het oor en de neusvleugels? En gebruikt u hiervoor een piercinginstrument met een ‘push through’-systeem of een ‘spring loaded’-systeem? Gebruik dan de ‘Hygiënerichtlijn voor het piercen van oren en neusvleugels’. Deze ‘Hygiënerichtlijn voor piercen’ is dan niet van toepassing op uw werk.
De richtlijn is in de eerste plaats geschreven voor de ondernemer. Heeft u medewerkers in dienst? Dan moet u ervoor zorgen dat ook zij werken volgens de richtlijnen.
Wat is het doel van deze richtlijn?
U vindt in dit document zowel richtlijnen over de bouw, inrichting en schoonmaak van uw bedrijfsruimte als richtlijnen die direct te maken hebben met het aanbrengen van piercings. Per onderwerp staan er hygiënemaatregelen en -adviezen. Door u hieraan te houden, verkleint u de kans dat de piercing gaat ontsteken of infectieziekten worden overgedragen.
Vergunning
In het Warenwetbesluit tatoeëren en piercen (zie hoofdstuk 5) is vastgelegd dat u als ondernemer een vergunning moet hebben. Deze vergunning moet u driejaarlijks aanvragen bij uw GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst). U krijgt alleen een vergunning als u aan de hygiënemaatregelen uit deze richtlijn voldoet. Als er in uw bedrijfsruimte gewerkt wordt zonder dat u hier een vergunning voor heeft, kan de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit u een waarschuwing of boete opleggen, of eventueel uw studio sluiten.
Er bestaan twee typen vergunningen. Welke vergunning voor u geldt, is afhankelijk van uw bedrijfsvoering. U moet een vergunning mét steriliseren aanvragen wanneer u zelf instrumenten steriliseert of als u dit laat uitvoeren door een ingehuurd bedrijf. Er wordt dan getoetst of u zich bij het steriliseren houdt aan de normen in paragraaf 2.5 (onder het kopje ‘Eisen aan een stoomsterilisator’) en de normen in paragraaf 3.3. Als u alleen wegwerpmaterialen gebruikt, kunt u een vergunning zonder steriliseren aanvragen. De normen in bovengenoemde paragrafen worden dan niet meegenomen in de vergunningverlening. Aan alle overige normen uit deze richtlijn moet u uiteraard wel voldoen.
Meer informatie over de vergunning vindt u in de Warenwetregeling tatoeëren en piercen.
Vrijstelling vergunningplicht voor evenementen
Een vergunning wordt altijd verleend voor het gebruik van piercingmateriaal in uw behandelruimte. Uw vergunning geldt dus niet voor andere locaties. Willen u of uw medewerkers piercen op een evenement, zoals een beurs, conventie of markt? Dan heeft u een vrijstelling van de vergunningplicht nodig. Hiervoor moet de organisator van het evenement ten minste twee maanden van tevoren schriftelijk melden bij de regionale GGD dat u komt piercen.
Op een evenement of conventie moeten alle piercers werken volgens de Nederlandse richtlijn. Waar dat niet mogelijk is, moet een gelijkwaardig alternatief gehanteerd worden. Dit is ter beoordeling aan de inspecteur van de GGD. De organisator van het evenement moet alle deelnemende piercers wijzen op hun verantwoordelijkheid te werken volgens de Nederlandse werkwijze.
De organisator van het evenement moet voorzien in een veilige werkomgeving voor de piercers en de piercers hiervan op de hoogte stellen.
Wanneer bij een evenement of conventie de eisen voor een handenwasgelegenheid op de werkplek praktisch niet haalbaar zijn, mag gewerkt worden met de volgende alternatieven:
- Bij iedere werkplek is handalcohol aanwezig.
- Er is een handenwasgelegenheid, apart van de toiletten, die makkelijk bereikbaar is en die niet verder dan 25 meter van de werkplek verwijderd is.
- Indien gebruik wordt gemaakt van een tijdelijk drinkwatersysteem met tanks, wordt de voorraadtank dagelijks opnieuw gevuld.
Afvalwater wordt niet weggegooid bij een handenwasgelegenheid.
Er wordt niet ter plekke gesteriliseerd. Steriele materialen worden eenmalig gebruikt en daarna weggegooid of bewaard en meegenomen om elders te steriliseren.
De organisator moet beschikken over gegevens van alle werkzame piercers, zoals: naam, bedrijfsnaam, bedrijfsadres en vergunningsnummer.
Hygiëne en ziekteverwekkers
Een goede hygiëne voorkomt de verspreiding van micro-organismen. Voorbeelden van micro-organismen zijn bacteriën, virussen en schimmels. Micro-organismen zijn onzichtbaar voor het blote oog en komen overal voor: op de huid, in lichaamsvloeistoffen zoals bloed, op meubels en gebruiksvoorwerpen, in de lucht, in water, op en in voedsel. De meeste zijn onschuldig of zelfs nuttig voor de mens, maar sommige kunnen ziekten veroorzaken.
Door contact tussen mensen kunnen deze ziekteverwekkers zich van de ene mens naar de andere verspreiden. Als ze zich vervolgens vermenigvuldigen, kan iemand ziek worden. Zulke ziekten noemen we infectieziekten. Of een besmetting uitgroeit tot een infectie, heeft met verschillende dingen te maken:
- de hoeveelheid ziekteverwekker waarmee iemand besmet is;
- hoe gemakkelijk de ziekteverwekker mensen ziek maakt;
- iemands lichamelijke conditie; de een wordt ziek, de ander voelt zich niet lekker en een derde heeft nergens last van.
Hoe verspreiden ziekteverwekkers zich?
Ziekteverwekkers verspreiden zich op de volgende manieren:
- via de handen;
- door de lucht (via druppels door hoesten, huidschilfers of stof);
- via voedsel en water;
- via voorwerpen (piercinginstrumenten en deurklinken);
- via lichaamsvloeistoffen (speeksel, braaksel, ontlasting, bloed, enzovoorts);
- via dieren (huisdieren en insecten).
Hygiëne voorkomt ziekte
Infectierisico’s beperkt u in de eerste plaats door een goede hygiëne. Alle regels in deze richtlijn hebben hiermee te maken.
In de basis is hygiëne niet meer dan het volgende:
- Breng wat vuil is niet in contact met wat schoon is. En andersom.
- Maak schoon wat vuil is of gooi het weg.
- Je kunt niet altijd aan de buitenkant beoordelen of iets vuil of schoon is.
- Alles begint en eindigt met handhygiëne.
Leeswijzer
De belangrijkste hygiënemaatregelen bij het zetten van een piercing zijn in deze richtlijn op een rij gezet. Naast hygiëneregels vindt u in dit document een aantal andere, wettelijk vastgelegde eisen die direct van toepassing zijn op uw werkzaamheden, zoals de regels over de minimale leeftijd van klanten.
Elk hoofdstuk en elke paragraaf begint met een korte inleidende tekst. Hierin leest u wat de risico’s van het onderwerp zijn, en waarom de genoemde maatregelen de risico’s verkleinen. Daarna volgt een opsomming van de hygiënenormen.
Elk hoofdstuk en elke paragraaf begint met een korte inleidende tekst. Hierin leest u wat de risico’s van het onderwerp zijn, en waarom de genoemde maatregelen de risico’s verkleinen. Daarna volgt een opsomming van de hygiënenormen.
Hygiënenormen
|
Tips
|
In hoofdstuk 7 vindt u schoonmaakschema’s en instructies voor uitvoerend medewerkers. In hoofdstuk 8 staat informatie voor de klant. De schoonmaakschema’s, de instructies handhygiëne en de informatie voor de klant kunt u downloaden en uitprinten.
De richtlijnen voor tatoeage, piercing en permanante make-up worden uitgegeven door het RIVM. Om de richtlijnen begrijpelijker te maken zijn er 5 korte filmpjes gemaakt die belangrijke onderwerpen (bijvoorbeeld het voorkomen van besmettingsrisico's) in beeld brengen. Deze filmpjes zijn gericht op tatoeëerders, maar zijn ook interessant voor piercers. U kunt deze filmpjes bekijken op de pagina Hygiënisch tatoeëren.
2 Het zetten van een piercing
Micro-organismen kunnen niet door een intacte huid heen. De huid biedt hierdoor bescherming tegen infecties. Tijdens het piercen wordt de huid beschadigd. Daardoor kan de gepiercete plek makkelijker geïnfecteerd raken. Door hygiënisch te werken bij het zetten van een piercing, verkleint u dit risico. Een goede hygiëne voorkomt ook dat eventuele ziekteverwekkers in het bloed of op de huid van uw klant worden overgedragen op uzelf of uw materialen.
In dit hoofdstuk vindt u de hygiënemaatregelen die u voor, tijdens en direct na het zetten van een piercing moet nemen.
2.1 Algemene maatregelen
In deze paragraaf staan algemene maatregelen die tijdens het hele proces van piercen (voorbereiding, het zetten en de wondverzorging) gelden.
Handhygiëne
Een van de meest voorkomende manieren waarop ziekteverwekkers worden verspreid, is via de handen. Er zijn twee manieren waarop u handhygiëne kunt toepassen. Door de handen te wassen met water en zeep of door de handen te desinfecteren met een handdesinfecterend middel. In hoofdstuk 7 vindt u printklare instructies voor het handen wassen en desinfecteren.
Hygiënenormen
* Zie ook paragraaf 7.1 Handhygiëne. |
Tips
|
Handschoenen
In bloed en andere lichaamsvochten kunnen gevaarlijke ziekteverwekkers zitten, bijvoorbeeld de virussen die hepatitis B, C en hiv (humaan immunodeficientievirus) veroorzaken.
Hygiënenormen
|
Roken, alcohol en drugs
Met het oog op de veiligheid voor klanten gelden de volgende regels:
Hygiënenormen
|
Overige algemene maatregelen
Hygiënenormen
|
Tips
|
2.2 Bescherming tegen bloedoverdraagbare ziekten
Tijdens het piercen komt er meestal bloed en wondvocht van de klant vrij. Wanneer dit in aanraking komt met uw bloed of uw slijmvliezen, bestaat de kans dat u een bloedoverdraagbare ziekte oploopt. Voorbeelden van zulke ziekten zijn hepatitis B, hepatitis C en hiv (humaan immunodeficientievirus).
In deze paragraaf vindt u informatie over de vaccinatie tegen hepatitis B. Ook beschrijven we wat u moet doen wanneer u zich prikt aan een gebruikte naald.
Vaccinatie tegen hepatitis B
Tegen hepatitis C en hiv kunt u zich niet laten inenten. Een goede uitvoering van de hygiënemaatregelen is daarom erg belangrijk. Tegen hepatitis B kunt u zich wel laten vaccineren. Omdat hepatitis B veel besmettelijker is dan hepatitis C en hiv, wordt deze vaccinatie sterk aangeraden.
Bij de vaccinatie krijgt u in totaal drie injecties. De tweede injectie krijgt u één maand na de eerste. De derde injectie vijf maanden na de tweede. Vier tot zes weken na de laatste vaccinatie kunt u een zogenaamde titerbepaling laten doen. Hiermee wordt getest of uw lichaam genoeg antistoffen tegen hepatitis B heeft aangemaakt. Als dit zo is, bent u langdurig (waarschijnlijk levenslang) beschermd. U kunt de ziekte dan niet meer krijgen én niet meer overdragen op anderen.
Tips
|
Prikken aan een gebruikte naald
Als u zich prikt aan een gebruikte naald, bestaat de kans dat u een bloedoverdraagbare ziekte oploopt. Ook door handschoenen heen kunt u zich prikken. Werk daarom rustig en geconcentreerd, en houd u aan het volgende:
Hygiënenormen
|
2.3 Het doornemen van de risico’s met de klant
Hygiënenormen
|
Tips
|
Toestemmingsformulier
Hygiënenormen
|
Tips
|
2.4 Pijnstilling
Sommige klanten willen voor of tijdens het zetten van een piercing pijnstilling gebruiken. Hieraan zijn voor u als piercer in Nederland een regels verbonden.
Hygiënenormen
|
Tips
|
2.5 Eisen aan instrumenten, materialen en sieraden
Om hygiënisch en veilig te kunnen werken, zijn eisen gesteld aan de instrumenten, materialen en sieraden die u gebruikt. Eerst worden de algemene eisen aan instrumenten en materialen besproken, gevolgd door de eisen aan sieraden en de aandachtspunten bij het bewaren van steriel verpakte instrumenten en sieraden. Steriliseert u zelf? Stel u dan ook op de hoogte van de eisen die zijn beschreven aan het einde van deze paragraaf.
Algemene eisen aan instrumenten en materialen
Piercings kunnen gezet worden met een ‘piercingnaald’ of een ‘blade’. Een piercingnaald is een steriele infuusnaald, waar een plastic beschermhoesje om zit. Dit beschermhoesje wordt een canule genoemd. Een blade is een losse steriele naald. Bij het piercen met blades wordt soms een kurk achter de te piercen huid gehouden.
Bij het piercen met een piercingnaald blijft de canule na het piercen achter in de huid; de naald zelf gaat direct in de naaldcontainer. Vervolgens wordt het sieraad in deze canule gestoken en door de huid geduwd. Bij minder ervaren piercers is de kans op een prikongeval lager bij het gebruik van canulenaalden dan bij het gebruik van blades. Daarnaast kan bij een canulenaald het aansluitstuk op de naald als grip gebruikt worden. Hierdoor hoeft u de naald niet met de hand aan te raken. Het gebruik van canulenaalden heeft de voorkeur.
Dermal anchors worden met een speciale steriele piercingnaald gezet. Voor het oprekken van de huid kunt u stretchnaalden gebruiken. Bij het oprekken kan ook een glijmiddel gebruikt worden.
Tijdens het piercen kunt u de huid vasthouden met zogenaamde tampontangen. De meeste tangen hebben een cirkelvormige of driehoekige grip, met of zonder opening. Het voordeel van een tang met opening is dat deze na het aanbrengen van de naald eenvoudig te verwijderen is. Bij de tang met opening wordt vaak een elastiekje gebruikt. Sommige ervaren piercers doen aan ‘free hand piercen’; hierbij wordt de huid tussen vinger en duim vastgehouden. Het risico om u te prikken aan een naald is hierbij groter.
Bij het afwerken van de piercing mag u zo nodig een tang of een ball holder gebruiken. Het voordeel van een ball holder is dat u het knopje niet met de handen hoeft aan te raken.
Andere materialen die van pas kunnen komen zijn:
- een middel om de te piercen plek te markeren en cocktailprikkers om dit middel aan te brengen;
- gaasjes (bijv. voor het drogen van de tong);
- wattenstaafjes of gaasjes (om de huid schoon te maken na het zetten);
- een glijmiddel (handig voor het oprekken van piercings).
De eisen aan deze instrumenten en materialen zijn als volgt:
Hygiënenormen
|
Tips
|
Eisen aan sieraden
In sieraden van metaal kan nikkel zitten. Contact met nikkel kan eczeem veroorzaken. Daarom is in bijlage XVII van de Europese REACH (Registration, Evaluation, Authorisation and restriction of Chemicals) verordening voor chemische stoffen vastgelegd hoeveel nikkel in sieraden voor piercings mag zitten:
- In staafjes die in de oren en in andere delen van het menselijk lichaam worden geplaatst, mag geen nikkel (CAS-nr. 7440-02-0, EINECS-nr. 231-111-4 en de verbindingen daarvan) zitten. Uitzondering: staafjes waaruit maximaal 0,2 μg/cm2/week vrijkomt, mogen wel gebruikt worden.
Op basis van de REACH-verordening bent u als piercer verplicht ervoor te zorgen dat de sieraden die u bij klanten zet of aan hen verkoopt aan bovenstaande eis voldoen. De Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit houdt toezicht op deze wetgeving.
Hygiënenormen
|
Tips
|
Het bewaren van steriel verpakte instrumenten en sieraden
Steriel verpakte instrumenten en sieraden blijven alleen steriel als de verpakking droog en onbeschadigd is. Houd u daarom bij deze verpakkingen aan het volgende:
Hygiënenormen
|
Eisen aan een stoomsterilisator
Bij steriliseren worden alle micro-organismen (ook de niet-ziekmakende) die op het instrument zitten gedood. In een stoomsterilisator worden micro-organismen gedood door stoom. De instrumenten moeten in zogenaamde laminaatzakjes in de stoomsterilisator worden gelegd.
Voor een goed sterilisatieresultaat, zijn twee zaken belangrijk:
- Alle lucht moet verwijderd worden uit de stoomsterilisator, uit de verpakkingen en uit de holtes in instrumenten.
- De laminaatzakjes en hun inhoud moeten aan het eind van het sterilisatieproces droog zijn. Natte verpakkingen zijn niet steriel omdat deze micro-organismen doorlaten. De zakjes drogen door een vacuümpomp of doordat gefilterde lucht door het apparaat wordt geblazen.
De lucht kan met verschillende technieken worden verwijderd. Sommige technieken steriliseren bepaalde instrumenten (bijvoorbeeld holle instrumenten) onvoldoende. De fabrikant is verplicht om aan te geven voor welke instrumenten zijn stoomsterilisator geschikt is. In het algemeen geldt dat eenvoudige holle instrumenten alleen gesteriliseerd kunnen worden in VS (Verenigde Staten)-stoomsterilisators of B-stoomsterilisators. In deze stoomsterilisators kunt u ook massieve instrumenten (zoals pincetten en tangen) steriliseren. Het is gebruikelijk om instrumenten te steriliseren in laminaatzakjes zodat de gesteriliseerde instrumenten kunnen worden bewaard. Er zijn ook stoomsterilisators die gebruik maken van cassettes waarin de instrumenten vervolgens worden bewaard of waarin de instrumenten onverpakt worden gesteriliseerd en direct uit de stoomsterilisator worden gebruikt.
Let erop dat een stoomsterilisator aan de hieronder genoemde eisen voldoet en houdt u bij het gebruik aan de aanwijzingen van de fabrikant. Meer uitleg over de verschillende klassen stoomsterilisatoren vindt u in paragraaf 9.1.
Hygiënenormen
|
2.6 Hygiënische principes bij het voorbereiden en het zetten van een piercing
Door tijdens het voorbereiden en zetten, oprekken of wisselen van een piercing hygiënisch en veilig te werken, verkleint u het infectierisico voor uzelf en uw klant. Werk daarom volgens onderstaande hygiënische principes. Een voorbeeld van een hygiënische werkwijze vindt u in paragraaf 9.2. U kunt werken volgens de stappen in dit voorbeeld. Maar u mag ook een andere volgorde aanhouden, als u daarbij werkt volgens onderstaande principes.
Voor het leesgemak wordt hieronder gesproken over ‘piercen’. Hiermee wordt ook het oprekken van de huid, het wisselen van een piercing en het zetten van een dermal anchor bedoeld.
Hygiënenormen
|
2.7 Hygiënische principes na het zetten van een piercing
Na het zetten van de piercing moet u:
- instrumenten en materialen voor eenmalig gebruik weggooien – de eisen hieraan vindt u in deze paragraaf onder het kopje ‘Afvalverwerking’;
- instrumenten die u wilt hergebruiken op de juiste wijze schoonmaken – de voorbereiding die u hiervoor moet treffen, wordt beschreven in deze paragraaf onder het kopje ‘Hergebruik’; uitgebreide informatie over het schoonmaken van instrumenten staat in hoofdstuk 3 en in het schoonmaakschema in paragraaf 7.2;
- de behandelruimte schoonmaken – meer informatie hierover, en over de dagelijkse schoonmaak, vindt u in paragraaf 7.2.
Tips
|
Afvalverwerking
Scherp afval
Naaldmodules moet u verzamelen in een UN (United Nations)-gekeurde naaldcontainer. Het schoonmaken en steriliseren van gebruikte naalden is niet betrouwbaar en dus niet toegestaan.
UN-gekeurde naaldcontainers zijn van hard plastic. Hierdoor zijn ze lekdicht en ondoordringbaar voor naalden. Bovendien kan de container na afsluiting niet heropend worden. Hierdoor kunnen ze veilig getransporteerd worden. UN-gekeurde naaldcontainers herkent u aan het afgebeelde teken.
Volle naaldcontainers vallen in de categorie ‘ziekenhuisafval’. Aan de afvoer van ziekenhuisafval zijn bij wet eisen gesteld (zie hoofdstuk 10 van de Wet milieubeheer). Zo mag u uw containers alleen inleveren bij inzamelaars die een zogeheten VIHB-nummer hebben. De GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) houdt geen toezicht op de Wet milieubeheer. Daarom wordt het inleveren van uw naaldcontainers niet gecontroleerd als onderdeel van de vergunningverlening.
Hygiënenormen
|
Tips
|
Overig afval
Hygiënenormen
|
Instrumenten voor eenmalig gebruik
Steeds meer piercers maken uitsluitend gebruik van steriel verpakte instrumenten voor eenmalig gebruik. De kwaliteit en verkrijgbaarheid van disposable instrumenten is de laatste jaren sterk verbeterd en een aantrekkelijke optie, omdat dit de aanschaf van een stoomsterilisator overbodig maakt. Koop instrumenten van voldoende kwaliteit en hergebruik ze niet; ze zijn daar niet voor ontworpen en ze zijn hier niet geschikt voor.
Hergebruik
Veel instrumenten kunt u hergebruiken door ze schoon te maken en te desinfecteren of steriliseren (zie hoofdstuk 3). Als voorbereiding hiervoor moet u deze instrumenten (bijvoorbeeld tangen) na gebruik in een bewaarbak leggen. Ook als u het steriliseren van de instrumenten uitbesteedt, moet u de instrumenten eerst weken voordat u ze vervoert.
Hygiënenormen
|
Tips
|
Heeft u het steriliseren uitbesteed? Dan kunt u de gebruikte instrumenten droog, nat of vochtig vervoeren. Vochtig transport komt het vaakst voor. Handel hierbij als volgt:
Hygiënenormen
|
3 Schoonmaken, desinfecteren en steriliseren
In vuil en stof kunnen ziekteverwekkers zitten. Door schoon te maken, haalt u ook deze ziekteverwekkers weg. Hierdoor verkleint u de kans op ziekte.
Er is een verschil tussen schoonmaken en desinfecteren. Schoonmaken is stof en vuil verwijderen. Zo raakt u ook de meeste ziekteverwekkers in het stof of vuil kwijt. Voor alle instrumenten en materialen die niet in aanraking komen met de huid van de klant én niet vervuild zijn met bloed, is schoonmaken voldoende. Maar ziekteverwekkers in bloed en wondvocht zijn onvoldoende te verwijderen door schoon te maken. Daarom moet u instrumenten die met de beschadigde huid in contact kunnen komen na gebruik steriliseren. Overige instrumenten en oppervlakken waar bloed op zit moet u desinfecteren. Zie onderstaande figuur.
Let op: desinfecteer of steriliseer alleen als er eerst schoongemaakt is. Desinfecterende middelen en de sterilisator werken namelijk niet als iets nog vuil en stoffig is.
Figuur 1. Stroomdiagram schoonmaken, desinfecteren en steriliseren.
Algemene informatie over schoonmaken, desinfecteren en steriliseren vindt u in onderstaande paragrafen. In het schoonmaakschema in paragraaf 7.2 is voor elk instrument en materiaal beschreven wanneer en hoe u het moet schoonmaken, desinfecteren of steriliseren.
3.1 Schoonmaken
Voor alle oppervlakken, materialen en instrumenten die niet met de huid in aanraking komen én niet vervuild zijn met bloed, is schoonmaak met een allesreiniger voldoende. U hoeft dan niet te desinfecteren of steriliseren.
Maar ook als u wel moet steriliseren of desinfecteren, moet u eerst schoonmaken.
Bij schoonmaken gelden de volgende normen:
Hygiënenormen
|
Tips
|
Ultrasone reiniging
Voordat u instrumenten kunt desinfecteren of steriliseren, moet u ze eerst ultrasoon reinigen. Ultrasoon reinigen is het verwijderen van aangekleefd vuil, bloed en wondvocht met een trilapparaat: het ultrasone reinigingsbad. Met een ultrasoon reinigingsbad wordt ook vuil verwijderd op plaatsen die minder goed bereikbaar zijn bij handmatige schoonmaak.
Hygiënenormen
|
Tips
|
3.2 Desinfecteren
Door iets te desinfecteren, wordt het aantal aanwezige micro-organismen op het voorwerp of oppervlak sterk verminderd. In deze paragraaf vindt u algemene regels voor desinfecteren en informatie over de desinfecterende middelen die u mag gebruiken. Ook leggen we uit op welke manier u kunt desinfecteren.
Algemeen
De volgende algemene regels gelden voor het desinfecteren:
Hygiënenormen
|
Tips
|
Het gebruik van desinfecterende middelen
Het Ctgb beoordeelt of een desinfecterend middel goed werkt en veilig is. Ook stelt het Ctgb vast waarvoor het gebruikt mag worden. Een middel kan bijvoorbeeld alleen geschikt zijn voor het desinfecteren van de handen, en niet voor het desinfecteren van oppervlakken. Daarnaast zijn sommige middelen alleen effectief tegen sommige bacteriën, terwijl andere middelen ook virussen kunnen doden.
Middelen die door het Ctgb zijn toegestaan, zijn te herkennen aan een code op de verpakking. Dit kunnen de volgende codes zijn:
- een N-code (4 tot 5 cijfers gevolgd door ‘-N’, bijvoorbeeld: 12345 N);
- een NL-code (NL- gevolgd door 7 of 11 cijfers).
Daarnaast moet de fabrikant op de verpakking melden waarvoor het middel gebruikt mag worden.
Middelen die zijn toegelaten, staan ook op de website van het Ctgb. Hoe u deze middelen op de website kunt vinden, staat in paragraaf 9.4. Op de website van het Ctgb is voor elk toegelaten middel het ‘Actueel gebruiksvoorschrift’ opgenomen. In dit gebruiksvoorschrift staat waarvoor het middel gebruikt mag worden en tegen welke micro-organismen het effectief is. Ook staat er hoe u het middel moet gebruiken.
Hygiënenormen
|
Let op: u mag een desinfecterend middel alleen gebruiken voor de toepassingen die in het gebruiksvoorschrift staan beschreven! Zie de onderstaande voorbeelden:
- U heeft een desinfecterend middel waarmee u uw handen wilt desinfecteren. In het gebruiksvoorschrift staat alleen beschreven dat het middel geschikt is voor de desinfectie van harde oppervlakken. U mag dit middel dan niet voor uw handen gebruiken.
- U heeft een desinfecterend middel waarmee u een oppervlak wilt desinfecteren dat vervuild was met bloed. In het gebruiksvoorschrift staat dat het middel effectief is tegen bacteriën, gisten en schimmels. U mag dit middel dan niet gebruiken voor de desinfectie van het oppervlak. Bij een verontreiniging met bloed heeft u namelijk een middel nodig dat effectief is tegen virussen.
Er is een aantal toegelaten middelen die in één handeling zowel schoonmaken als desinfecteren. Dit staat dan in het gebruiksvoorschrift. Gebruikt u zo’n middel? Dan is schoonmaken voordat u dit middel gebruikt uiteraard niet nodig. Let er wel op dat het product werkzaam is tegen virussen.
Tips
|
3.3 Steriliseren
Bij steriliseren worden alle micro-organismen gedood die nog op het instrument of het sieraad zitten. U kunt uw instrumenten zelf steriliseren in een stoomsterilisator. Dit is alleen toegestaan als dit vermeld is op uw vergunning. Is dit niet het geval? Maak dan gebruik van wegwerpmaterialen of besteed het steriliseren uit aan een externe partij (zie paragraaf 2.7).
Steriliseert u zelf? Houd u dan aan het volgende:
Hygiënenormen
|
3.4 Schoonmaakregels en -technieken
In piercingstudio’s worden er piercings door de huid geboord; hierbij wordt de huid geopend. Door uw studio goed schoon te houden, vooral de werkruimte, verkleint u de kans dat een piercing kan gaan ontsteken of infectieziekten worden overgedragen.
Hygiënenormen
|
3.5 Schoonmaakmaterialen en -middelen
Schoonmaakmaterialen moeten ook goed schoongemaakt, gedroogd en opgeruimd worden. In paragraaf 7.2 vindt u een schoonmaakschema voor de schoonmaakmaterialen. Daarnaast gelden de volgende regels:
Hygiënenormen
|
Tips
|
3.6 Schoonmaakschema’s gebruiken
Een schoonmaakschema voorkomt dat onderdelen worden overgeslagen.
Hygiënenormen
|
3.7 Wasgoed
Vuile doeken en werkkleding met bloedspatten kunnen besmet zijn met ziekteverwekkers. Om deze ziekteverwekkers te doden of te verwijderen, moet dit wasgoed na gebruik op een hoge temperatuur gewassen worden. Houd u hierbij aan het volgende:
Hygiënenormen
|
Tips
|
4 Bouw en inrichting
Uw studio moet goed schoon te maken zijn. De bouw en inrichting hebben effect op het gemak waarmee dit kan. Zo zijn gladde wanden sneller en beter schoon te krijgen dan ruwe. Een hygiënische keuze is sneller gemaakt als de inrichting daarbij helpt. Als er bijvoorbeeld een zeepdispenser of wasbak in de buurt is, denkt u er sneller aan om uw handen te wassen.
In dit hoofdstuk vindt u de minimale eisen aan de bouw en inrichting van uw studio. De algemene eisen gelden voor uw gehele bedrijfsruimte. Daarna volgen enkele aanvullende eisen die alleen gelden voor de behandelruimte.
Algemene eisen
Iedere ruimte moet aan de volgende eisen voldoen:
Hygiënenormen
|
De behandelruimte
In de behandelruimte worden de piercings bij de klant gezet. Deze ruimte moet daarom zo worden ingericht dat u gemakkelijk en snel zo hygiënisch mogelijk kunt werken. Let bij de inrichting van de behandelruimte op de volgende eisen:
Hygiënenormen
|
Tips
|
5 Wetgeving, toezicht en handhaving
Wetgeving
In het Warenwetbesluit tatoeëren en piercen staan de wettelijke veiligheidsvoorschriften aangegeven waar uw studio aan moet voldoen. In deze paragraaf wordt ook verwezen naar artikel 24 van de Warenwet en de volgende twee ministeriële regelingen; de Warenwetregeling tatoeëren en piercen en de Warenwetregeling aanwijzing veiligheidscodes tatoeëren en piercen. De actuele wetgeving kunt u vinden op wetten.overheid.nl.
Leeftijdsgrenzen
In artikel 24 van de Warenwet en artikel 10 van het Warenwetbesluit tatoeëren en piercen vindt u de wettelijke leeftijdsgrenzen voor het aanbrengen van piercings:
Hygiënenormen
|
Tips
|
Vergunning
Zonder vergunning mag u niet piercen. In het Warenwetbesluit staat het volgende:
Hygiënenormen
|
De artikelen 4 en 5 van het Warenwetbesluit gaan over de vergunning voor piercen. Deze artikelen geven uitleg over de aanvraag van de vergunning en wie de bevoegdheid heeft om deze vergunning in te trekken. Een vergunning wordt alleen gegeven aan ondernemers die voldoen aan de wettelijke voorschriften uit artikel 24 van de Warenwet. Daarnaast vindt u overige regelingen in de Warenwetregeling tatoeëren en piercen en de Warenwetregeling aanwijzing veiligheidscodes tatoeëren en piercen. Hierin staat ook aangegeven hoe u de vergunning kunt aanvragen, hoe lang de geldigheidsduur is en wat de kosten zijn.
Toezicht & handhaving
De inspecteurs van Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit)) en de ambtenaren van de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) controleren of u zich aan de wettelijke veiligheidseisen van het Warenwetbesluit houdt.
Nadat een vergunning is aangevraagd, komt een GGD-ambtenaar op afspraak langs voor een inspectie. GGD-ambtenaren zijn bevoegd om een geldige vergunning in te trekken als een ondernemer zich niet aan de wettelijke bepalingen heeft gehouden. Als er overtredingen worden vastgesteld, worden er maatregelen genomen volgens het interventiebeleid.
Overtredingen van het Warenwetbesluit door bedrijven met 50 of minder werknemers worden beboet met € 525. Overtredingen van leeftijdsgrenzen als omschreven in artikel 24 van de Warenwet worden beboet met € 795. Zie voor de actuele gegevens het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten.
6 Lichamelijke klachten van de klant
Na het zetten van een piercing, kunnen er bij de klant lichamelijke klachten ontstaan. Voorbeelden hiervan zijn:
- een allergische reactie;
- misselijkheid;
- flauwvallen;
- ontstekingen;
- uitgroeien en afstoten van de piercing;
- vorming van littekenweefsel;
- afsterven van weefsel;
- functieverlies en gevoelloosheid;
- beschadiging van de tanden en het tandvlees bij orale piercings.
Deze verschijnselen kunnen verschillende oorzaken hebben. Zo kunnen er klachten ontstaan wanneer een piercing op een verkeerde of onhygiënische manier wordt aangebracht. Ook als de klant zich niet aan de nazorginstructies houdt, kunnen er klachten optreden. In ernstige gevallen kan er zelfs blijvende weefselschade ontstaan.
Maar ook als u wel hygiënisch werkt, kan de klant lichamelijke klachten krijgen.
In dit hoofdstuk vindt u de maatregelen die u moet nemen wanneer er tijdens of vlak na het zetten complicaties optreden. Ook wordt er beschreven hoe u moet handelen wanneer een klant enige tijd na het zetten terugkomt vanwege een lichamelijke klacht.
6.1 Eerste hulp
Zorg dat voldoende kennis aanwezig is zodat hulp kan worden geboden bij kleine verwondingen (bijvoorbeeld door vallen).
6.2 Allergische reacties
Een allergie is een reactie van het immuunsysteem op bepaalde stoffen. Een allergische reactie ontstaat pas nadat het lichaam meerdere malen in contact is geweest met een bepaalde (lichaamsvreemde) stof. Een klant met een allergische reactie kan dus bij een eerdere piercing niets gemerkt hebben.
Klanten kunnen bijvoorbeeld allergisch zijn voor latex. Ook zijn er bepaalde materialen waar sieraden van gemaakt zijn die allergische reacties kunnen veroorzaken.
De reacties op allergieën kunnen verschillen. Sommige mensen krijgen alleen een rode en jeukende huid, terwijl mensen in het ergste geval kunnen flauwvallen of in shock raken. Vraag daarom altijd vóór de behandeling of klanten last hebben van bepaalde allergieën.
Tips
|
Het verschil tussen flauwvallen en in shock raken is lastig te herkennen. Neem bij twijfel altijd contact op met de alarmcentrale. Bij een shock stroomt er minder bloed naar de hersenen waardoor iemand het bewustzijn kan verliezen. Zij zijn vaak alert, angstig en verward, hebben een hoge polsslag, een ‘koude neus’ en een klamme huid. Iemand die flauwvalt komt binnen enkele minuten vanzelf weer bij. Bij een shock blijft iemand buiten bewustzijn.
6.3 Misselijkheid en flauwvallen
Het kan voorkomen dat een klant tijdens of na het aanbrengen van de piercing misselijk wordt of dreigt flauw te vallen. Let op symptomen als een bleek gezicht en hevige transpiratie.
Tips
|
6.4 Medische hulp
Enige roodheid, gevoeligheid en zwelling is bij een nieuwe piercing normaal. Verergeren deze symptomen in korte tijd tijdens het genezingsproces? Verwijs de klant dan altijd door naar zijn of haar huisarts
Wanneer u bij klachten zelf gaat dokteren, kunnen er dingen mis gaan. Wees daarom altijd terughoudend in het behandelen van klachten. Zelf dokteren bij complicaties kan zelfs strafbaar zijn.
Hygiënenormen
|
7 Schoonmaakschema’s en overige instructies
In dit hoofdstuk vindt u schoonmaakschema’s en instructies. In de eerste paragraaf vindt u instructies voor handen wassen en handen desinfecteren. Vervolgens staat schematisch weergegeven hoe vaak en op welke wijze u uw instrumenten, apparatuur en behandelruimte moet schoonmaken, desinfecteren of steriliseren. Daarna volgen werkwijzen voor verschillende methoden van schoonmaken, desinfecteren en steriliseren.
De schoonmaakschema’s en de instructies handhygiëne kunt u downloaden als Word- of PDF (Portable Document Format)-document, zodat u ze eenvoudig kunt uitprinten. U kunt ze dan direct ophangen, bijvoorbeeld bij wasbakken of in een schoonmaakkast.
7.1 Handhygiëne
Bacteriën en virussen zijn overal, op deurknoppen, tafels, telefoons en andere voorwerpen, apparaten en materialen. Sommigen kunnen ziekteverwekkend zijn. Een van de meest voorkomende manieren waarop ziekteverwekkers worden verspreid, is via de handen. Door regelmatig handhygiëne toe te passen wordt de kans dat u of iemand uit uw omgeving ziek wordt klein.
Pas voor een goede handhygiëne onderstaande regels toe:
- Was uw handen met water en vloeibare zeep als ze zichtbaar vuil zijn. Gebruik dan geen desinfecterend middel (handalcohol); door zichtbaar vuil vermindert namelijk de werking.
- Zijn uw handen niet zichtbaar vuil? Dan mag u kiezen of u uw handen wast óf desinfecteert. Pas de manieren echter niet allebei toe; de huid droogt dan te veel uit en beschadigt sneller. De handen worden voldoende schoon als u ze alleen wast of alleen desinfecteert.
Het schema Instructies handhygiëne kunt u hier downloaden als pdf.
Tips
|
7.2 Schoonmaakschema's
In de schoonmaakschema’s staat hoe vaak en op welke manier gereinigd moet worden.
U mag natuurlijk vaker schoonmaken dan in deze schema’s is aangegeven. Minder vaak of op een andere manier schoonmaken, mag alleen met een goede reden (bijvoorbeeld omdat een ruimte bijna nooit wordt gebruikt).
U kunt de schoonmaakschema’s hier downloaden als Word-document. De schema’s zijn zoveel mogelijk op losse pagina’s geplaatst, zodat u ze eenvoudig kunt uitprinten en ophangen. Tevens kunt u de schema’s aanpassen aan de eigen situatie. Bespreek binnen uw eigen organisatie de schoonmaakschema’s en werk ze in nader detail uit tot een eigen werkinstructie.
7.3 Ultrasone reiniging
Werkwijze ultrasone reiniging:
- Zet het ultrasoon reinigingsbad ongeveer tien minuten voor het schoonmaken aan, zodat het verse water kan ontgassen. De gassen die van nature in water zijn opgelost, verminderen het reinigingseffect.
- Trek wegwerphandschoenen (nitril of latex) aan.
- Neem de inzetbak met instrumenten uit de inweekbak.
- Controleer de instrumenten op beschadigingen en roest. Gooi verroeste of beschadigde instrumenten weg.
- Spoel de instrumenten af onder stromend koud water.
- Gebruik indien nodig een zachte borstel om vuil te verwijderen. Houd hierbij instrument en borstel onder water om spatten te voorkomen.
- Maak de binnenzijde van holle instrumenten schoon met een pijpenrager of wattenstaafje. Gebruik pijpenragers met een diameter die kleiner is dan de diameter van het instrument. Gooi de pijpenragers weg na gebruik.
- Leg de (losse onderdelen van) instrumenten in een inzetmandje.
- Trek de handschoenen uit, gooi ze weg en was of desinfecteer de handen.
- Los het ultrasoon reinigingsmiddel volgens de gebruiksaanwijzing op. Gebruik nooit méér ultrasoon reinigingsmiddel dan aangegeven in de gebruiksaanwijzing; te veel reinigingsmiddel vermindert de werking.
- Plaats het inzetmandje met de instrumenten met handschoenen aan in het bad. Zorg dat de instrumenten volledig ondergedompeld zijn in de vloeistof.
- Sluit het deksel om verspreiding van aerosolen te voorkomen. Dit zijn kleine deeltjes stof of vloeistof die ontstaan door het trillen. Deze aerosolen kunnen besmet zijn met ziekteverwekkers.
- Stel de juiste reinigingstijd in. Volg hierbij uw gebruiksaanwijzing. Meestal is 4 minuten voldoende.
- Voorkom dat de vloeistof in het ultrasoon reinigingsbad warmer wordt dan 40 °C.
- Als het ultrasoon reinigingsbad aan staat, steek dan nooit uw hand in het water. Huidcellen kunnen hierdoor beschadigd raken.
- Neem het mandje met handschoenen aan uit het bad en spoel de instrumenten af met warm of gedemineraliseerd water.
- Controleer of de instrumenten schoon zijn. Let extra goed op holle delen, hoekjes en kiertjes. Instrumenten die nog niet schoon zijn moeten opnieuw de hele werkwijze vanaf punt 1 volgen.
- Droog de instrumenten met een schone doek, tissue of keukenrol. Ze zijn nu klaar om te worden gedesinfecteerd of gesteriliseerd.
- Maak aan het eind van de werkdag het ultrasoon bad leeg, spoel het af met schoon water en maak het droog.
7.4 Verpakken en steriliseren
Voordat u kunt steriliseren, moet u de instrumenten en sieraden in laminaatzakjes verpakken.
Het verpakken van instrumenten in laminaatzakjes
- Verpak de ultrasoon gereinigde instrumenten en sieraden per stuk.
- Verpak tangen, sieraden en dergelijke zo mogelijk in geopende stand. Dit geeft een beter sterilisatieresultaat.
- Seal of plak de laminaatzakjes dicht. Houd hierbij een peel-off naad van minimaal 2 centimeter vrij. Hiermee kunt u het zakje later weer openen. Houd aan de andere zijde een sealnaad van 0,8 centimeter aan. Sluit de zakjes nooit met een nietmachine!
Het steriliseren van de instrumenten
- Belaad de sterilisator volgens de aanwijzingen van de fabrikant. Voorkom dat de laminaatzakjes tegen de wanden liggen. Leg ze bij voorkeur in een rekje.
- Stel het sterilisatieprogramma in.
- Controleer de temperatuur- en drukmeter op uw stoomsterilisator.
- Doorloop het volledige sterilisatieprogramma, inclusief droogprogramma.
- Neem de droge, gesteriliseerde verpakkingen voorzichtig uit de sterilisator. Voorkom dat de verpakking beschadigt.
- Berg de instrumenten op in een schone kast of la.
8 Informatie voor de klant
In dit hoofdstuk vindt u informatie voor uw klanten. Allereerst vindt u een voorbeeld van de informatie over de risico’s van piercings, gevolgd door een voorbeeld van de nazorginstructie die u uw klanten kunt geven. Deze nazorginstructie moet minimaal de informatie uit het voorbeeld bevatten. Aanvullende informatie mag niet misleidend zijn en moet op waarheid berusten. Tot slot is een voorbeeld van een toestemmingsformulier opgenomen. U mag ook een eigen formulier opstellen. Let er op dat aan het verkrijgen en bewaren van persoonsgegevens voorwaarden verbonden zijn op basis van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG (algemene verordening gegevensbescherming)). Meer informatie vindt u op de website van de Autoriteit Persoonsgegevens.
Alle informatie in dit hoofdstuk is ook als PDF (Portable Document Format)-download beschikbaar, zodat u het direct kunt uitprinten en uitdelen.
8.1 Informatie over de risico’s van piercings
Download hier de PDF (Portable Document Format) met onderstaande informatie.
Het aanbrengen van piercings brengt risico’s met zich mee. Zorg daarom dat je goed bent uitgerust en hebt gegeten. Stel de piercer op de hoogte van eventueel medicijngebruik of huidproblemen, allergieën, epilepsie en overgevoeligheidsreacties. En controleer op www.veiligtatoeerenenpiercen.nl dat de studio waar je een piercing wilt laten zetten, een vergunning heeft. Deze vergunning geeft aan dat de studio werkt volgens de hygiënerichtlijnen van het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid.
Laat geen piercing aanbrengen:
- op plaatsen waar je het afgelopen jaar plastische chirurgie of bestraling hebt ondergaan;
- op een plek die minder dan drie maanden geleden is gepiercet;
- op geïrriteerde huid zoals bultjes, donkere moedervlekken of zwellingen;
- als je onder invloed bent van alcohol of drugs;
- als je zwanger bent.
Daarnaast wordt het afgeraden om een piercing te laten zetten als je last hebt van één van de volgende aandoeningen:
- diabetes;
- hemofilie;
- chronische huidziekte;
- allergie voor piercing(materialen);
- immuunstoornis;
- hart- en vaatafwijkingen.
Heb je één van deze aandoeningen of gebruik je antistollingsmiddelen of antibiotica? En wil je toch een piercing? Overleg dan eerst de mogelijkheden met een arts.
Kijk voor achtergrondinformatie over bovenstaande risico’s op www.veiligtatoeerenenpiercen.nl.
Het zetten van een piercing
Omdat er tijdens het piercen een wond ontstaat is er een kans op besmetting van ziekten die via bloed worden overgedragen, zoals hepatitis B en C. Controleer daarom of de piercer hygiënisch werkt. Een hygiënische werkwijze is ook belangrijk om te voorkomen dat je nieuwe piercing gaat ontsteken. Let er in ieder geval op dat:
- de huid voor het piercen wordt schoongemaakt en gedesinfecteerd;
- de naald en de piercing steriel zijn verpakt en niet met blote handen worden aangeraakt;
- de piercer tijdens het zetten van de piercing handschoenen draagt.
Het zetten van een piercing kan even pijn doen. Raadpleeg je arts als je een verdoving wilt.
Nazorg
Een nieuwe piercing is vergelijkbaar met diepe wond. Slechte verzorging en onhygiënische behandeling kunnen wondinfecties en littekenweefsel veroorzaken. Bij een goede verzorging duurt het 4 tot 12 weken tot de wond genezen is. De piercer geeft mondelinge en schriftelijke uitleg over de nazorg van piercings. Lees dit goed door. Bij sommige mensen kan na het zetten van een piercing littekenweefsel ontstaan.
8.2 Nazorginstructie
Download hier de PDF (Portable Document Format) met onderstaande informatie.
Tijdens het piercen ontstaat er een diepe wond die tijd nodig heeft om te genezen. Hoe snel deze wond geneest hangt af van de plaats van de piercing, de metaalsoort, de vakkundigheid van de piercer en de kwaliteit van de nazorg. Als je de piercing goed verzorgt, duurt het 4 tot 12 weken tot de wond genezen is.
Was de piercing (met uitzondering van een tong-, lip- of mondpiercing) tijdens het genezen twee keer per dag met een milde ongeparfumeerde zeep. Dep hem vervolgens droog met een schone handdoek of tissue. Houd de piercing de rest van de dag zo droog mogelijk.
Let tijdens het genezingsproces op het volgende:
- Raak de piercing zo min mogelijk aan.
- Smeer geen zalf op de wond en druppel er geen ontsmettingsmiddelen op zoals Sterilon® of Betadine® (tenzij een arts anders aangeeft).
- Zorg dat er geen haarspray, gel of andere producten in de buurt van een oorpiercing komen.
- Draag geen pleisters over de piercing (alleen tijdelijk tijdens het sporten).
- Draag geen strakke of vuile kleding over de piercing.
- Vermijd (bubbel)baden, zwembaden, sauna’s en stoombaden.
- Verwijder de piercing nooit zelf.
Let bij een orale piercing ook op het volgende:
- Vermijd kussen en orale seks tijdens het genezingsproces.
- Poets regelmatig de tanden, bij voorkeur met een tandpasta op basis van zoutoplossing, en gebruik zo nodig mondwater op basis van een chloorhexidineoplossing.
Let bij een genitale piercing ook op het volgende:
- Drink ongeveer één uur voor het schoonmaken van je genitale piercing een glas water. Zo kun je zeepresten na het wassen sneller uitplassen. Zeep in de urinebuis kan een blaasontsteking veroorzaken.
- Bescherm genitale piercings tijdens seksueel contact altijd met een extra stevig condoom (bijv. een condoom voor anale seks) of een beflapje. Heb bij voorkeur geen seksueel contact tijdens het genezingsproces.
Let op: de huid rondom je piercing kan direct na het piercen rood worden en flink opzwellen. Dit is normaal. Maar neem contact op met de huisarts als:
- je je zorgen maakt over de genezing;
- je binnen een paar dagen na het zetten van de piercing ziek wordt of koorts krijgt;
- lichamelijke klachten zoals jeuk en roodheid binnen 48 uur na het zetten niet afgenomen zijn;
- je 24 uur na het zetten ineens nieuwe klachten krijgt, of de klachten verergeren;
- je de piercing wilt verwijderen tijdens het genezingsproces (bijvoorbeeld vanwege klachten of uitgroei- of afstotingsverschijnselen).
8.3 Toestemmingsformulier
U kunt het toestemmingsformulier hier downloaden als PDF (Portable Document Format)-bestand.
9 Extra informatie
9.1 N- (V)S- en B-klasse stoomsterilisatoren
De klassen N, (V)S en B komen voort uit de Europese norm 13060 voor tafelmodel stoomsterilisatoren.
De betekenis van deze klassen is als volgt:
- N-klasse autoclaven kunnen alleen onverpakte, massieve instrumenten (zoals scharen, pincetten en tangen) steriliseren. De ‘N’ verwijst naar het feit dat de instrumenten onverpakt (‘naked’ of ‘non-wrapped’) in het apparaat worden gelegd.
- S-klasse autoclaven zijn in het algemeen geschikt voor verpakte, massieve instrumenten (zoals scharen, pincetten en tangen). De ‘S’ staat voor ‘Special’, wat ernaar verwijst dat de fabrikant moet aangeven voor welke instrumenten de autoclaaf (speciaal) geschikt is.
- VS (Verenigde Staten)-klasse autoclaven kunnen naast verpakte, massieve instrumenten, ook verpakte, eenvoudige holle instrumenten (zoals tatoeëertubes) steriliseren. Dit komt doordat deze autoclaven gebruik maken van een vacuüm (vandaar de ‘V’ in ‘VS-klasse’).
- B-klasse autoclaven hebben een gefractioneerd voor-vacuüm en na-vacuüm droogprogramma. Hierdoor kunnen in B-klasse autoclaven alle instrumenten worden gesteriliseerd, ook verpakte, moeilijke holle instrumenten (type A, zoals liposuctienaalden of een Helixtest). De ‘B’ staat voor ‘Big’, wat verwijst naar het grote (big) aantal instrumenten waar de autoclaaf voor gebruikt kan worden.
Vanwege de mogelijkheid om verpakte, (eenvoudige) holle instrumenten te steriliseren, zijn VS- en B-klasse autoclaven geschikt voor de materialen die bij het tatoeëren of piercen worden gebruikt.
9.2 Voorbeeld hygiënische werkwijze
Voorbeeld hygiënische werkwijze bij het voorbereiden en zetten van een piercing
- Was uw handen en droog ze af met wegwerpdoekjes, of desinfecteer ze.
- Leg alle steriele instrumenten, het sieraad en een naaldcontainer klaar binnen handbereik.
- Laat de klant op de behandelstoel of -tafel plaatsnemen.
- Verwijder zo nodig lichaamshaar op de plek die gepiercet wordt. Knip de haren bij voorkeur kort in plaats van de huid te scheren. Kan dit niet, gebruik dan wegwerpscheermesjes. Gooi deze direct na gebruik in een naaldcontainer.
- Desinfecteer de huid die gepiercet wordt (met uitzondering van de tong). Gebruik hiervoor een huiddesinfecterend middel met een RVG (Register Verpakte Geneesmiddelen)-nummer. Houd de inwerktijd aan die de fabrikant voorschrijft. Wacht in ieder geval tot de huid droog is. Laat de klant na het desinfecteren niet (of zo min mogelijk) meer rondlopen.
- Markeer de te piercen plek met Gentiaanviolet opgelost in alcohol 70% of Betadinejodium. Gebruik hiervoor een cocktailprikker die u na gebruik meteen weggooit.
Betadinejodium koopt u bij de apotheek of drogist. Een Gentiaanvioletoplossing kunt u laten aanmaken bij een apotheek. Laat ze hiervoor 0,1 gram Gentiaanviolet (CI 42555) oplossen in 10 ml alcohol 70%. - Open vlak voor gebruik de steriele verpakkingen van de instrumenten en sieraden volgens aanwijzing op de verpakking. Laat ze op de steriele binnenkant van de verpakking liggen.
Zo voorkomt u dat de materialen in aanraking komen met uw handen of de buitenkant van de verpakking. Druk steriele instrumenten of sieraden nooit door de verpakking heen.
Let op: pak tussen stap 8 en 14 geen andere materialen vast, om besmetting met micro-organismen te voorkomen. - Was of desinfecteer de handen opnieuw na het openen van de steriele verpakkingen en trek nu handschoenen aan.
- Plaats de tang om de plek die gepiercet wordt.
- Pak de naald vast aan het kunststof gedeelte en steek deze door de huid (bij een blade eventueel tot op een kurk).
- Trek de naald direct terug en gooi deze in de naaldcontainer. De kunststof canule blijft in de huid achter.
- Verwijder de tang.
- Knip zo nodig met een steriele schaar een stukje van de canule af.
- Steek het sieraad in de canule en trek het door de huid. Verwijder daarna de canule.
- Werk de piercing af. Gebruik hierbij zo nodig een ballholder of steriele tang.
- Als er bloed zit, neem dit dan weg met een steriel wattenstaafje of een steriel gaasje.
- Ruim de behandelruimte, inclusief uw materialen en instrumenten, op en maak deze schoon volgens de aanwijzingen in paragraaf 2.6.
- Trek de handschoenen uit en gooi ze weg. Was of desinfecteer de handen.
9.3 Begrippenlijst
AVG (algemene verordening gegevensbescherming) |
Algemene verordening gegevensbescherming |
Bedrijfsruimte |
De gehele ruimte waarvoor de vergunning wordt verleend. |
Behandelruimte |
Ruimte in de bedrijfsruimte waar de piercing wordt gezet. Deze ruimte moet voldoen aan de bouw- en inrichtingseisen uit deze richtlijn. |
CBG (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen) |
Het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) beoordeelt en bewaakt de werkzaamheid, risico's en kwaliteit van geneesmiddelen voor de mens. Middelen zijn te herkennen aan een RVG (Register Verpakte Geneesmiddelen)-nummer. |
Ctgb (Board for the Authorisation of Plant Protection Products and Biocides) |
College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Het Ctgb beoordeelt op basis van Europese wet- en regelgeving of desinfecterende middelen toegelaten worden op de Nederlandse markt. |
Desinfecteren |
Desinfecteren is het sterk verminderen van het aantal aanwezige micro-organismen, met een speciaal daarvoor bestemd desinfecterend middel. |
First-in-first-out-systeem |
Met het first-in-first-out-systeem wordt bedoeld dat u de instrumenten die het eerst gesteriliseerd of geleverd zijn, vooraan zet en als eerste gebruikt. |
Handdesinfecterend middel |
Een handdesinfecterend middel is een vloeistof waarmee ziekteverwekkers op de handen kunnen worden gedood. Als handen niet zichtbaar vuil of plakkerig zijn, kan een hand desinfecterend middel worden gebruikt in plaats van water en zeep. |
Handhygiëne |
Handhygiëne is het wassen van de handen met water en zeep of het desinfecteren van de handen met handdesinfectiemiddel, wanneer de handen niet zichtbaar vuil zijn. |
Huiddesinfecterend middel |
Een huiddesinfecterend middel is een vloeistof waarmee ziekteverwekkers op de huid kunnen worden gedood. Een huiddesinfecterend middel wordt voorafgaand aan het openen van de huid gebruikt om de huid te desinfecteren. |
Lichaamsvloeistoffen |
Lichamelijke vloeistoffen zoals bloed, speeksel, braaksel, urine en ontlasting. |
Micro-organismen |
Bacteriën, virussen, schimmels, gisten en protozoën zijn micro-organismen. Micro-organismen zijn onzichtbaar voor het blote oog en komen overal voor: op de huid, op meubels en voorwerpen, in de lucht, in water, op en in voedsel. De meeste zijn onschuldig of zelfs nuttig voor de mens, maar sommige micro-organismen kunnen ziekten veroorzaken. |
No-touch kraan |
Een no-touch kraan is een kraan die men niet met de handen open en dicht hoeft te draaien. Voorbeelden zijn een elleboogkraan, een kraan die vanzelf uitgaat, een kraan met knie- of voetbediening of een kraan met elektronisch oog. |
NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit) |
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. De NVWA heeft als kerntaak het toezicht houden bij bedrijven en instellingen op de naleving van verschillende wetten en voorschriften, waaronder de Warenwet. |
Piercen |
Het doorboren van de huid, slijmvliezen, kraakbeen of spierweefsel waardoor het mogelijk wordt in de doorboring een piercing achter te laten. |
Schoonmaken |
Het verwijderen van los of aangekleefd vuil. |
Steriliseren |
Bij steriliseren worden alle micro-organismen die op het instrument of sieraad zitten, gedood. Het steriliseren gebeurt in een stoomsterilisator, ook wel autoclaaf genoemd. Hierin worden micro-organismen gedood door stoom. |
Stretchen |
Stretchen is het oprekken van een bestaande piercingopening door middel van een sieraad met een grotere doorsnede of middels daarvoor geschikte instrumentaria. |
Stromend water |
Vast tappunt met aan- en afvoer aangesloten op het reguliere leidingwaternet (drinkwaterkwaliteit). |
Ultrasoon reinigen |
Het verwijderen van aangekleefd vuil, bloed en wondvocht met een trilapparaat: het ultrasone reinigingsbad. Met een ultrasoon reinigingsbad wordt ook vuil verwijderd op plaatsen die minder goed bereikbaar zijn bij handmatige reiniging. |
UN (United Nations)-Naaldcontainer |
Een naaldcontainer is een container speciaal ontworpen voor scherp afval zoals naalden en voorzien van het UN-keurmerk. Bij goed gebruik bieden naaldcontainers een goede bescherming tegen prikken en snijden aan scherp afval. |
Wachtruimte |
Ruimte in de bedrijfsruimte waar men kan wachten tot de piercing wordt gezet. In deze ruimte wordt niet gepiercet. |
Wonddesinfecterend middel |
Een wonddesinfecterend middel is een middel waarmee ziekteverwekkers in de wond kunnen worden gedood. Een wonddesinfecterend middel wordt gebruikt om de wond te desinfecteren. |
9.4 Ctgb-databank
Hieronder staat hoe u desinfecterende middelen kunt vinden op de website van het Ctgb.
Hebt u al een desinfecterend middel en wilt u weten of u dit mag gebruiken? Gebruik dan optie A. Wilt u een overzicht van toegelaten desinfecterende middelen? Gebruik dan optie B.
A. Zoeken naar een specifiek desinfecterend middel
- Ga naar www.ctgb.nl en klik op ‘Toelatingendatabank’. Of ga direct naar https://toelatingen.ctgb.nl.
- Hier kunt u zoeken op de naam van het product.
- Controleer in het actuele gebruiksvoorschrift altijd of het middel geschikt is voor uw toepassing en welke maatregelen bij gebruik moeten worden genomen.
B. Een overzicht van toegelaten desinfecterende middelen zien
- Ga naar www.ctgb.nl en klik op ‘Toelatingendatabank’. Of ga direct naar https://toelatingen.ctgb.nl.
- Klik op de knop ‘Toon uitgebreide filters’.
- Voer de gewenste selectiecriteria in. Bij Gebruik kunt u professioneel invoeren. Bij Producttype kiest u een optie die hieronder beschreven staat:
- Middelen die geschikt zijn voor het desinfecteren van handen hebben een PT01-code (‘Biociden voor menselijke hygiëne’).
- Middelen die geschikt zijn voor materialen en oppervlakken hebben een PT02-code (‘Desinfecterende middelen voor privégebruik en voor de openbare gezondheidszorg, alsmede andere desinfectantia’).
- Middelen die geschikt zijn voor oppervlakken waarop eet- en drinkwaren kunnen komen, hebben een PT04-code (‘Ontsmettingsmiddelen voor gebruik in de sector voeding en diervoeders’).
- Controleer in het actuele gebruiksvoorschrift altijd of het middel geschikt is voor uw toepassing en welke maatregelen bij gebruik moeten worden genomen.
- U kunt via de knop downloaden de selectie exporteren naar een Excel-bestand.
Deze zoekhulp is opgesteld in augustus 2019. Klopt het advies niet meer en heeft u hulp nodig? Neem dan contact op met de Servicedesk van het Ctgb (Board for the Authorisation of Plant Protection Products and Biocides) via telefoonnummer 0317 – 471 810 of door het servicedesk-verzoekformulier in te vullen. Het LCHV (Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid) is niet verantwoordelijk voor eventuele wijzigingen aan de website van het Ctgb.
9.5 Desinfectiemiddelen voor handen en huid
Het middel dat gebruikt wordt om te desinfecteren hangt af van wat er gedesinfecteerd moet worden. Gaat het om de huid voorafgaand aan bijvoorbeeld het piercen, of gaat het om de vloer die vervuild is met braaksel? Is de tafel vervuild met bloed, of wil je je handen desinfecteren?
Voor desinfectiemiddelen wordt er onderscheid gemaakt tussen een biocide en een geneesmiddel. Afhankelijk van wat gedesinfecteerd moet worden, wordt bepaald of er een biocide of een geneesmiddel gebruikt moet worden.
Desinfectiemiddelen voor gebruik op levenloze oppervlakken en de intacte huid die ook na het desinfecteren intact blijft, vallen onder de biocidewetgeving. Denk aan oppervlakken, materialen en handen. Deze middelen moeten zijn toegelaten door het Ctgb (Board for the Authorisation of Plant Protection Products and Biocides).
Desinfectiemiddelen voor de niet-intacte huid, of de huid die nog intact is maar direct na het desinfecteren geopend zal worden (zoals bij piercen), vallen onder de geneesmiddelenwet. Denk aan de huid voorafgaand aan het piercen of voor het behandelen van een wond. Deze middelen moeten zijn toegelaten door het CBG (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen).
Handen of huid?
Dit onderscheid is vrij lastig en hierdoor ontstaat er veel onduidelijkheid. Logisch, want waarom is er een verschil tussen huid en handen? De handen zijn toch ook huid? Hieronder wordt het verschil tussen een huiddesinfectiemiddel en een handdesinfectiemiddel uitgelegd.
Handdesinfectiemiddelen
Handen worden gedesinfecteerd om het aantal (ziekmakende) micro-organismen, die altijd aanwezig zijn op de handen, terug te dringen tot een acceptabel niveau. Het wordt niet gebruikt om te genezen of om ziekte te voorkomen of voor de behandeling van een wond. Handdesinfectiemiddelen worden alleen op de intacte (blijvende) huid gebruikt. Handdesinfectiemiddelen vallen daarom onder de biocidewetgeving (College ter beoordeling van Geneesmiddelen. ‘Afbakening Biociden en Geneesmiddelen.’ CBG. (2013): geraadpleegd 25 augustus 2015).
Huiddesinfectiemiddelen
Een huiddesinfectiemiddel wordt gebruikt voor het genezen of voorkomen van ziekte, of voor de behandeling van een wond. Een huiddesinfectiemiddel kan worden gebruikt op een niet-intacte huid of op een intacte huid die ‘geopend’ wordt, zoals bij tatoeëren en piercen. Hierdoor valt een huiddesinfectiemiddel onder de geneesmiddelenwet (Werkgroep Infectie Preventie, ‘Desinfectie’. RIVM. (2013), geraadpleegd 25 augustus 2015; en College ter beoordeling van Geneesmiddelen. ‘Afbakening Biociden en Geneesmiddelen.’ CBG. (2013): geraadpleegd 25 augustus 2015).
Gebruik desinfectiemiddelen altijd volgens het gebruiksvoorschrift. Lees de bijsluiter voorafgaand aan het gebruik daarom goed door.
Handen zijn toch intacte huid?
Klopt, een huiddesinfectiemiddel mag op de intacte huid gebruikt worden, dus ook op de handen. Bedenk wel dat een huiddesinfectiemiddel agressief is voor de huid en de huid uitdroogt. Meestal is er een terugvetter toegevoegd aan een hand-desinfectiemiddel zodat de handen niet uitdrogen (Werkgroep Infectie Preventie, ‘Handreiniging of desinfectie’. RIVM. (2013), geraadpleegd 7 augustus 2015).
9.6 Bronnenlijst
Relevante wet- en regelgeving
Onderstaande wetten, besluiten en regelingen zijn alle terug te vinden op wetten.overheid.nl.
- Algemene verordening gegevensbescherming
- Besluit uitvoering rookvrije werkplek, horeca en andere ruimten
- Geneesmiddelenwet
- Tabakswet
- Warenwet
- Warenwetbesluit bestuurlijke boeten
- Warenwetbesluit tatoeëren en piercen
- Warenwetregeling aanwijzing veiligheidscodes tatoeëren en piercen
- Warenwetregeling tatoeëren en piercen
Overige documenten en websites
- College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden. www.ctgb.nl.
- Daha T. Desinfectantia en de wet. Tijdschrift voor Hygiëne en InfectiePreventie 2004, 5: 130.
- Janssen K, Kon M. 3 patiënten met complicaties als gevolg van piercing van het oorkraakbeen. Nederlands Tijdschrift voor de Geneeskunde 2004, 148(27), 1351-1354.
- Poel P van de. Latexvrije onderzoekshandschoenen, de hygiënist als projectleider. Tijdschrift voor Hygiëne en InfectiePreventie 2005, 1: 3-6.
- Richtlijnen WIP (Werkgroep Infectiepreventie), Stichting Werkgroep Infectie Preventie, Leiden. www.wip.nl.
- Trick WE, Vernon MO, Hayes RA, Nathan C, Rice TW, Peterson BJ, Segreti J, Welbel SF, Solomon SL, Weinstein RA. Impact of ring wearing on hand contamination and comparison of hand hygiene agents in a hospital. Clin Infect Dis. 2003 Jun 1;36(11):1383-90. Epub 2003 May 22.
- Yildirim I, Ceyhan M, Cengiz AB, Bagdat A, Barin C, Kutluk T, Gur D. A prospective comparative study of the relationship between different types of ring and microbial hand colonization among pediatric intensive care unit nurses. Int J Nurs Stud. 2008 Nov;45(11):1572-6. doi: 10.1016/j.ijnurstu.2008.02.010. Epub 2008 May 13.
Warenwetbesluit tatoeëren en piercen
Onderstaand overzicht geeft weer in welke delen van deze hygiënerichtlijnen artikel 6, eerste lid, van het Warenwetbesluit tatoeëren en piercen wordt afgedekt.
Artikel 6, eerste lid | Te vinden in: |
Onderdeel a | Paragrafen 2.5, 2.6 en 2.7, hoofdstuk 3 |
Onderdeel b | Paragrafen 2.1 en 2.6, hoofdstukken 3 en 4 |
Onderdeel c | Paragrafen 2.1, 2.2 en 2.6 |
Verantwoording
De hygiënerichtlijn voor piercen is in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport opgesteld door het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid.
De hygiënerichtlijn voor piercen is voor het laatst volledig herzien in 2021. De richtlijn is tekstueel en structureel grondig herzien en is daarnaast zodanig aangepast dat deze in lijn is met de Europese norm (EN 17169:2019 Tatoeëren en PMU (permanente make up) - Veilige en hygiënische praktijk). Aan de herziening in 2021 hebben de volgende GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en en organisaties bijgedragen:
- Association of Professional Piercers Benelux
- DGJ Zuid-Holland Zuid
- GGD Hollands Noorden
- GGD Zaanstreek-Waterland
- Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit))
- Sharon Looy (Dare2Wear Amsterdam)
Wijzigingen sinds laatste herziening:
- Oktober 2022: Redactionele aanpassing in H8.1 en in de download Informatie over de risico’s van piercings. Bij het kopje 'Het zetten van een piercing' is de zin “de piercer de handschoenen vlak voor het aanbrengen van de piercing desinfecteert” verwijderd. De informatie is daarmee in overeenstemming gebracht met de richtlijn.
De hygiënerichtlijn is een uitgave van:
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid
Postbus 1 | 7200 BA Bilthoven
E-mail: lchv@rivm.nl
Web: www.lchv.nl