Om na te gaan wat het effect is van rotatie van mais en gras op de nitraatuitspoeling hebben we onderzoek gedaan aan de hand van de gewasgeschiedenis. Welke invloed heeft het aantal jaar dat de betreffende gewassen achtereen geteeld worden op de nitraatconcentratie? En hoe verhoudt dit zich tot de positieve effecten van gewasrotatie?

In het LMM Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid) e-nieuws van maart 2018 schreven we dat de nitraatconcentratie onder maisland ongeveer tweemaal zo hoog is als onder grasland. Gras en mais zijn vaak in rotatie met elkaar. Kunnen we een uitspraak doen over het effect van rotatie van gras en mais op de nitraatconcentratie onder landbouwbedrijven?

Nitraatconcentratie in relatie tot gewasgeschiedenis

Om het effect van rotatie te onderzoeken hebben we net als in ons vorige artikel gebruik gemaakt van de Nitrachek gegevens van het bovenste grondwater op percelen met zandgrond en van gegevens uit de Basisregistratie Gewaspercelen. In dit geval kijken we niet alleen naar het gewas in het jaar voorafgaand aan de bemonstering maar ook naar de gewasgeschiedenis. We hebben hiervoor alleen monsters op percelen geselecteerd waarop gras of mais verbouwd is in de laatste 6 jaar. Per punt (gras of mais) hebben we aan de hand van de gewasgeschiedenis bepaald hoeveel jaar hiervoor dit gewas is geteeld. Voor gras dat 2 jaar achtereen geteeld wordt geldt dat daarvoor dus mais geteeld is.

Langer hetzelfde gewas, minder uitspoeling

Kijken we naar de nitraatconcentratie in relatie tot het aantal jaren dat achtereen gras wordt geteeld, dan zien we dat bij eerstejaars gras de nitraatconcentratie het hoogst is (figuur 1). De nitraatconcentratie neemt af indien de periode gras langer duurt.

Voor mais lijkt het in eerste instantie toe te nemen als het meer jaar achtereen geteeld wordt. Dit is echter gebaseerd op kleine aantallen en dus een grote onzekerheid (de zwarte balk met meetonzekerheid is lang). Bij permanente mais (6 jaar of langer achtereen) is de nitraatconcentratie wel significant lager dan bij een kortere periode mais.

Grafiek die de nitraatconcentratie in het bovenste grondwater weergeeft onder grasland en maisland

Figuur 1: Nitraatconcentratie in het bovenste grondwater onder grasland (na maisland) en maisland (na grasland) 1 jaar tot met na zes of meer jaar na de wisseling van gewas. De lijn geeft het 95%-betrouwbaarheidsinterval van het gemiddelde.

Op basis van deze gegevens lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat een langere periode telen van hetzelfde gewas de nitraatuitspoeling terug kan dringen. Beperking van rotatie staat echter haaks op adviezen van landbouwkundigen en strookt niet met de resultaten van onderzoek op proefboerderijen.

Ook met gewasrotatie een lagere uitspoeling mogelijk

Een lange periode achtereen mais verbouwen kan ongunstig zijn voor het gehalte aan organische stof in de bodem, de bodem raakt uitgeput. Dit zou in theorie ook weer tot meer nitraatuitspoeling kunnen leiden. Een gezonde, vruchtbare bodem leidt tot hogere opbrengsten en dus minder uitspoeling. Ook kan in een organische stofrijke bodem nitraat beter worden afgebroken. Daarnaast is gewasrotatie een middel om ziekten en plagen tegen te gaan. Zo kan bijvoorbeeld het voorkomen van engerlingen op grasland beperkt worden door het invoeren van een tijdelijke maisfase.

Onderzoek op proefboerderij de Marke wijst uit dat nitraatuitspoeling juist lager is bij rotatie van gras en mais. De winst die in de praktijk nog behaald kan worden zit in het breder invoeren van de teeltmethoden die in dergelijk onderzoek toegepast worden. Het belangrijkste advies is om eerstejaars mais op gescheurd grasland niet te bemesten. Elke kilogram stikstof die dan gegeven wordt, is volledig verspild en zal uitspoelen naar het bovenste grondwater. Andere mogelijke maatregelen die de uitspoeling van nitraat bij rotatie verminderen zijn:

  • het vroeg oogsten van mais, zodat het gras nog de mogelijkheid heeft om in het najaar goed te groeien;
  • gras als gewas na mais alvast onderzaaien bij de teelt van mais;
  • het aanhouden van langere periodes van rotatie, dat wil zeggen een aantal jaren achter elkaar gras of mais telen alvorens te roteren en te roteren volgens een vast rotatieschema.

Met het algemener toepassen van deze methodes in de praktijk zal het gat tussen praktijk en proefboerderijen kleiner worden en kunnen de voordelen van gewasrotatie (hogere organische stof, beperkte ziektelast) samengaan met een lagere uitspoeling van nitraat.

Dit artikel is in een langere versie verschenen in Water Matters van H2O, december 2017.

Publicatie artikel in LMM e-nieuws september 2018

Tekst: Arno Hooijboer