Leren van elkaar, ervaringen delen en het opdoen van inspiratie stonden centraal gedurende de zesde editie van het Land Use and Water Quality (LuWQ) congres in Denemarken. LMM Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid)-onderzoekers van Wageningen Social en Economic Research en het RIVM presenteerden in sessies en via posters hun inzichten over diverse onderwerpen.

Content

Van 3 tot 6 juni 2025 vond in Aarhus, Denemarken de zesde editie van het Land Use and Water Quality (LuWQ)-congres plaats. Dit congres werd georganiseerd door het DCE (Danish Centre for Environment and Energy) en het Department of Ecoscience, beiden van de Aarhus University, de Geological Survey of Denmark and Greenland (GEUS), in samenwerking met het RIVM en Forschungszentrum Jülich (FZJ).

Aandacht voor waterkwaliteit

‘Maatschappelijke en politieke aandacht voor een goede waterkwaliteit is van groot belang.’ Dat was de boodschap van de Deense minister voor Groene Transitie, die met een videoboodschap het congres opende. Een groep van ruim 250 onderzoekers en beleidsmakers van over de hele wereld wisselden tijdens het congres kennis en ervaringen uit over het thema landgebruik en waterkwaliteit. Hoe functioneert het watersysteem? Hoe kun je deze monitoren en/of modelleren in combinatie met het landgebruik? Wat is de impact van klimaatverandering op het watersysteem? En hoe kom je op passende beleidsmaatregelen die bijdragen aan een structurele verbetering van de waterkwaliteit?. Deelnemers gaven verschillende praktijkvoorbeelden van initiatieven die vooruitgang hebben geboekt op het gebied van waterkwaliteit. Ook de resterende uitdagingen waren onderwerp van gesprek.

Input vanuit het LMM Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid)

LMM-onderzoekers van Wageningen Social en Economic Research en het RIVM presenteerden, zowel in sessies als via posters, inzichten over diverse onderwerpen: 

  • ervaringen met de implementatie van de Nitraatrichtlijn en de Kaderrichtlijn Water in Nederland
  • een internationale vergelijking van verschillende derogatiemeetnetten
  • het modelleren van waterkwaliteit op basis van machine learning
  • het uitvoeren van metingen samen met en door LMM-deelnemers
  • de impact van droogte op de waterkwaliteit
  • de relatie tussen agrarisch management en het stikstofbodemoverschot
  • de weg naar een meer duurzame melkveehouderij en akkerbouw

 

Noodzaak integrale aanpak waterkwaliteit

Veel westerse landen bevinden zich in een vergelijkbare situatie als Nederland als het gaat om de waterkwaliteit. Zo zitten er in veel landen te veel nutriënten in het oppervlakte- en/of grondwater. Landen testen en voeren verschillende maatregelen uit om de hoeveelheid nutriënten in het water terug te dringen en de waterkwaliteit te verbeteren. Uit monitoringsdata van Noord- en West-Europese landen blijkt dat de waterkwaliteit sinds ongeveer vijftien jaar niet meer verbeterd. Het is de vraag of de doelen van de Europese Kaderrichtlijn Water in 2027 zullen worden gehaald. 

In veel landen wordt vooral ingezet op vrijwillige maatregelen om de waterkwaliteit te verbeteren. Dit blijkt echter niet tot voldoende resultaat te leiden. Verschillende onderzoekers benadrukten daarnaast de noodzaak van een meer integrale aanpak om tot betere resultaten te komen. Dat wil zeggen: waterkwaliteit niet als afzonderlijk vraagstuk aanpakken, maar als onderdeel van bredere klimaat- en emissiedoelen. Hierbij is het belangrijk om kijken naar het gehele watersysteem. Meer focus op lokale oplossingen en langjarige samenwerking tussen beleidsmakers, agrariërs, milieugroepen en onderzoekers kunnen deze aanpak versterken.

De Deense ‘Green Deal’

Er is zeker ook vooruitgang geboekt. Een mooi voorbeeld is de ‘Green Deal’ van Denemarken. Dit is een samenwerking tussen de Deense overheden, de agrarische sector en de milieubeweging om de uitstoot van de landbouw te verminderen. De Deense ‘Green Deal’ omvat enkele ingrijpende maatregelen. Zo wordt bijvoorbeeld 15% van het agrarische land omgezet in natuur. Daarnaast wordt er een CO2 carbon dioxide (carbon dioxide)-tax ingevoerd. Agrarische ondernemers worden via deze heffing geprikkeld om emissiereducerende maatregelen te treffen. Zij worden hiervoor deels gecompenseerd. Een groot aantal politieke partijen steunt deze ‘Green Deal’. Hierdoor hoopt men deze ook langjarig te kunnen doorzetten (voorbij verkiezingstermijnen). Dit voorbeeld laat zien dat wanneer verschillende partijen vanaf het begin betrokken worden en de gelegenheid krijgen om gezamenlijk input te leveren, er stappen gezet kunnen worden. 

Wat moet er nog gebeuren?

Tot slot blijkt dat er ook nog bepaalde kennis mist. Zo zijn er nog verschillende vragen die onbeantwoord zijn gebleven. Deze openstaande vragen zullen de komende jaren beantwoord moeten worden. Zo is het de vraag welke informatie er nodig is om de effectiviteit van maatregelen te kunnen aantonen. Hoe kan men ervoor zorgen dat alle belanghebbenden gedurende het proces van het verbeteren van de waterkwaliteit betrokken worden en blijven? En hoe kunnen beleidsmakers de opgedane kennis omzetten in praktische richtlijnen? Hierbij moet de eindgebruiker de maatregelen op een haalbare manier kunnen toepassen zonder veel juridische of praktische obstakels onderweg. Deze vragen geven mede richting aan de onderzoeksagenda van het LMM in de komende jaren. 


Harm Wismans (RIVM) & Jamal Roskam (Wageningen Social and Economic Research)

LMM e-nieuws, september 2025

foto's