Onderzoeksbeschrijving Aanvullende Module Middelen Volwassenen

 

Doel

De aanvullende modules van de Leefstijlmonitor (LSM-A) dienen als aanvulling op de Kern van de Leefstijlmonitor (LSM-K). In deze modules worden cijfers die minder frequent dan jaarlijks nodig zijn bepaald en worden achterliggende verbanden en verklarende variabelen onderzocht.

Doelpopulatie

Personen van 18 jaar of ouder woonachtig in particuliere huishoudens in Nederland. Echter, er zijn gegevens verzameld bij personen vanaf 15 jaar vanwege internationale onderzoeksverplichtingen (European Monitoring Centre for Drugs and Drug Addiction). Voor nationale onderzoeksdoeleinden worden primair de gegevens vanaf 18 jaar gebruikt conform de kerncijfers voor het beleid van de Staat van Volksgezondheid en Zorg (Staat VenZ Volksgezondheid en Zorg (Volksgezondheid en Zorg); zie: www.staatvenz.nl).

Frequentie onderzoek

In 2016 is de aanvullende module middelen gestart. Deze module wordt tweejaarlijks uitgevoerd. Sportprestatieverhogende middelen worden iedere 4 jaar nagevraagd, maar door behoefte vanuit beleid en ruimte in deze aanvullende module wordt sinds 2018 dit onderwerp ook tweejaarlijks uitgevraagd. 

Data verzameling

De aanvullende module middelen betreft vragenlijst onderzoek. Er wordt maandelijks een steekproef van personen getrokken uit de Basisregistratie Personen (BRP Basisregistratie personen (Basisregistratie personen)). De vragenlijst wordt in een "mixed-mode" design uitgevoerd. Eerst worden steekproefpersonen benaderd om via internet deel te nemen (CAWI – Computer Assisted Web Interviewing). Non-respondenten worden herbenaderd voor een telefonisch interview (CATI – Computer Assisted Telephone Interviewing) of voor een ‘face-to-face’ interview (CAPI – Computer Assisted Personal Interviewing). In de documentatie over de dataverzameling worden de steekproeftrekking en benaderingsstrategie uitgebreid toegelicht per onderzoeksjaar (zie documenten in de rechterkolom van de webpagina).

In de rechterkolom op deze pagina vindt u tevens de vragenlijsten van de aanvullende module middelen per onderzoeksjaar. Wanneer er een aanpassing aan de vragenlijst is gedaan tijdens de dataverzameling, dan is dit aangeduid met versie B. De wijzigingen staan in die versie van de vragenlijst beschreven. Wanneer van toepassing staat dit ook beschreven in de documentatie over de dataverzameling.   

Respons

 Van de uitgezette steekproef respondeert ongeveer 40-60%. Het aantal respondenten per onderzoeksjaar bedraagt ongeveer 10.000. Voor een uitgebreid respons overzicht zie de documentatie dataverzameling.

Weging

Voor verschillen tussen de samenstelling van de netto steekproef en de totale bevolking wordt een correctie toegepast door middel van een wegingsfactor gebaseerd op de kenmerken geslacht, leeftijd, herkomst, burgerlijke staat, stedelijkheid, provincie, landsdeel, huishoudgrootte, inkomen, vermogen en enquêteseizoen. Dit staat uitgebreid per onderzoeksjaar beschreven  in de documentatie in de rechterkolom op deze webpagina "Weging LSM-A Middelen".

Vergelijking GE/LSM-K en LSM-A Middelen

De Gezondheidsenquête (GE, onderdeel van LSM-K) verzamelt jaarlijks gegevens over leefstijl, zoals indicatoren van middelengebruik en dient voor onderbouwing van beleid op het gebied van leefstijl en gezondheid. In de aanvullende module middelen (LSM-A) worden elke twee jaar gegevens verzameld die minder frequent nodig zijn en wordt er dieper ingegaan op bepaalde onderwerpen. De GE en LSM-A zijn twee losstaande onderzoeken. Beide onderzoeken zijn zoveel mogelijk vergelijkbaar opgezet. Echter zijn er verschillen tussen de twee onderzoeken te benoemen zoals manier waarop de vragenlijst wordt afgenomen (waarnemingsmethode), steekproeftrekking, en beloningen. Dit kan er voor zorgen dat cijfers uit de aanvullende module verschillen van de cijfers uit de GE op indicatoren, zoals de prevalentie roken. Hieronder wordt specifiek ingegaan op de verschillen tussen beide onderzoeken:

 Oversampling

In de GE vindt geen ophoging plaats. In de LSM-A Middelen is de steekproeftrekking voor 20-35 jarigen opgehoogd. Dit betekent dat er uit die leeftijdsgroep meer mensen worden benaderd om een betere afspiegeling van deze leeftijdsgroep te krijgen in de steekproef.

 Waarnemingsmethode

Beide onderzoeken hebben mixed-method onderzoeksdesign. Dit betekent dat in beide onderzoeken de vragenlijst op verschillende manieren wordt afgenomen. In de GE wordt de vragenlijst via het internet en via een persoonlijk interview afgenomen (ook wel CAWI: Computer Assisted Web Interviewing en CAPI: Computer Assisted Personal Interviewing).

In de LSM-A wordt de vragenlijst afgenomen via het internet, telefonisch en via een persoonlijk interview (CAWI, CATI: Computer Assisted Telephone Interviewing en CAPI). Dit wordt bedoeld met waarnemingsmethode. Bij beide onderzoeken geldt dat men in eerste instantie wordt uitgenodigd om deel te nemen aan het onderzoek via internet (CAWI). Bij uitblijvende reactie wordt overgestapt naar de andere twee manieren om de vragenlijst af te nemen (CATI en CAPI).

 Uitdunning

In de GE 2014-2016 werd eerst iedereen uitgenodigd om via internet (CAWI) deel te nemen. Iedereen die niet reageerde wordt opnieuw benaderd voor een persoonlijk interview (CAPI). Hier vond geen uitdunning plaats, iedereen werd uitgenodigd. In GE 2017 was er sprake van een (aselecte) uitdunning van ongeveer 10%. Vanaf GE 2018 is deze benaderingswijze aangepast naar uitdunning via een doelgroepgerichte benadering: Als een doelgroep relatief goed reageert via CAWI, wordt er uit die doelgroep een kleiner deel herbenaderd voor CAPI dan doelgroepen die slecht reageren via CAWI. CAPI wordt hiermee selectiever ingezet. De uiteindelijk respons geeft hiermee een betere afspiegeling van de bevolking op basis van achtergrondkenmerken. De doelgroepen zijn vooraf bepaald op basis van achtergrondkenmerken zoals leeftijd, inkomen en migratieachtergrond.

 In de LSM-A Middelen 2016 en 2018 vindt uitdunning en een simpele doelgroepgerichte benadering plaats. Nadat men is uitgenodigd voor CAWI wordt 40% van de steekproef uitgedund, met uitzondering van de personen met een niet-westerse migratie achtergrond. Dat betekent dat 60% van de mensen met een Westerse achtergrond die niet hebben gereageerd op CAWI wordt benaderd voor CATI of CAPI.

Sinds 2020 vindt ook de doelgroepgerichte herbenadering plaats in de LSM-A Middelen. De samenstelling van de doelgroepen wordt gedaan op basis van dezelfde achtergrondkenmerken als bij de doelgroepen voor de GE.

 Beloning

In GE 2014-2017 werd geen beloning gegeven. Vanaf GE 2018 wordt een Ipad verloot. Voor LSM-A Middelen wordt bij de eerste uitnodiging een cadeaubon ter waarde van 5 euro gegeven.

 Vraagstellingen

In de GE worden de belangrijkste vragen gesteld die dienen voor cijfers op indicatoren. Deze vraagstellingen zijn zoveel mogelijk gelijk in de LSM-A Middelen maar dienen als opstapvragen voor de verdiepende vragen. In “Vergelijking LSM-A Middelen met GE” vindt u per onderzoeksjaar een overzicht met het verschil in vraagstellingen en zijn resultaten voor deze overeenkomstige vraagstellingen vergeleken.

 Weegfactor

De weegfactor voor GE en LSM-A verschilt op de variabele leeftijd. In LSM-A 2016 werden 19 leeftijdsgroepen gebruikt ten opzichten van 16 in de GE. Sinds 2018 zijn in de LSM-A Middelen 16 leeftijdsgroepen gebruikt maar de indeling is anders dan in de weegfactor van de GE. De weegfactor voor GE 2014-2017 is hetzelfde. Daarnaast is sinds 2018 de weegfactor voor GE uitgebreid met de variabele doelgroep om te corrigeren voor de doelgroepgerichte benadering. Voor meer informatie per onderzoeksjaar zie “Weging LSM-A Middelen” in rechterkolom.