Adolescenten

37,5 procent

van de adolescenten (12 t/m 18 jaar) had angst- of depressiegevoelens in de afgelopen 4 weken 

Verslagjaar: 2023
Bron: Gezondheidsenquête, CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek)

Indicatorbeschrijving 2

Dit cijfer betreft het percentage mensen met een somscore van 76 of lager aan de hand van vijf stellingen over angst- of depressiegevoelens in de afgelopen vier weken volgens de Mental Health Inventory-5 (MHI-5).

Geslacht

Sla de grafiek Angst- of depressiegevoelens in de afgelopen 4 weken over en ga naar de datatabel

Van de jongens van 12 t/m 18 jaar had 26,4% angst- of depressiegevoelens in de afgelopen 4 weken. Voor meisjes was dit 49,3%.

Bron
Gezondheidsenquête, CBS
Verslagjaar 
2023
Laatste update gegevens
15 oktober 2024
Updatefrequentie
Jaarlijks

Trend

Sla de grafiek Angst- of depressiegevoelens in de afgelopen 4 weken over en ga naar de datatabel

Het percentage adolescenten (12 t/m 18 jaar) met angst- of depressiegevoelens varieert in de periode 2014-2023 van 26,9% (2017) tot 41,9% (2021).

Bron
Gezondheidsenquête, CBS
Verslagjaar t/m
2023
Laatste update gegevens
15 oktober 2024
Updatefrequentie
Jaarlijks

Het percentage met een somscore van 76 of lager aan de hand van vijf stellingen over angst- of depressiegevoelens in de afgelopen vier weken volgens de Mental Health Inventory-5 (MHI-5). Deze indicator “angst- of depressiegevoelens” vervangt de oude indicator “psychische klachten” (voorheen “psychisch ongezond”) vanwege een herijking van de afkapwaarde van de MHI-5 die in 2024 plaatsvond. De MHI-5 bevat 5 vragen die gaan over hoe men zich in de afgelopen 4 weken voelde: ‘Voelde u zich erg zenuwachtig?’, ‘Zat u zo erg in de put dat niets u kon opvrolijken?’, ‘Voelde u zich kalm en rustig?’, ‘Voelde u zich neerslachtig en somber?’ en ‘Voelde u zich gelukkig?’ Voor elke vraag zijn er 6 mogelijke antwoordopties: voortdurend (5), meestal (4) vaak (3) soms (2) zelden (1), nooit (0). De scores op de 5 items worden opgeteld, waarbij de scores voor de negatief geformuleerde vragen (1, 2 en 4) omgekeerd worden.