Werkenden

41,5 procent

van de werkenden (15 jaar en ouder) had angst- of depressiegevoelens in de afgelopen 4 weken 

Verslagjaar: 2024
Bron: Gezondheidsenquête, CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek)

Indicatorbeschrijving 2

Dit cijfer betreft het percentage mensen met een somscore van 76 of lager aan de hand van vijf stellingen over angst- of depressiegevoelens in de afgelopen vier weken volgens de Mental Health Inventory-5 (MHI-5).

Geslacht

Sla de grafiek Angst- of depressiegevoelens in de afgelopen 4 weken over en ga naar de datatabel

Van de werkenden (15 jaar en ouder) had 36,6% van de mannen en 47,0% van de vrouwen angst- of depressiegevoelens in de afgelopen 4 weken.

Opleidingsniveau

Sla de grafiek Angst- of depressiegevoelens over en ga naar de datatabel

Het percentage werkenden van 15 jaar en ouder met angst- of depressiegevoelens in de afgelopen 4 weken varieert tussen opleidingsniveaus van 40,3% (havo, vwo voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (voorbereidend wetenschappelijk onderwijs), mbo middelbaar beroepsonderwijs (middelbaar beroepsonderwijs)) tot 44,1% (basisonderwijs).

Bron
Gezondheidsenquête, CBS
Verslagjaar 
2024
Laatste update gegevens
21 mei 2025
Updatefrequentie
Jaarlijks

Trend

Sla de grafiek Angst- of depressiegevoelens in de afgelopen 4 weken over en ga naar de datatabel

Het percentage werkenden (15 jaar en ouder) met angst- of depressiegevoelens varieert in de periode 2014-2024 van 31,7% (2014) tot 42,8% (2022).

Bron
Gezondheidsenquête, CBS
Verslagjaar t/m
2024
Laatste update gegevens
21 mei 2025
Updatefrequentie
Jaarlijks

Het percentage met een somscore van 76 of lager aan de hand van vijf stellingen over angst- of depressiegevoelens in de afgelopen vier weken volgens de Mental Health Inventory-5 (MHI-5). Deze indicator “angst- of depressiegevoelens” vervangt de oude indicator “psychische klachten” (voorheen “psychisch ongezond”) vanwege een herijking van de afkapwaarde van de MHI-5 die in 2024 plaatsvond. De MHI-5 bevat 5 vragen die gaan over hoe men zich in de afgelopen 4 weken voelde: ‘Voelde u zich erg zenuwachtig?’, ‘Zat u zo erg in de put dat niets u kon opvrolijken?’, ‘Voelde u zich kalm en rustig?’, ‘Voelde u zich neerslachtig en somber?’ en ‘Voelde u zich gelukkig?’ Voor elke vraag zijn er 6 mogelijke antwoordopties: voortdurend (5), meestal (4) vaak (3) soms (2) zelden (1), nooit (0). De scores op de 5 items worden opgeteld, waarbij de scores voor de negatief geformuleerde vragen (1, 2 en 4) omgekeerd worden.