Afbreekbaar bioplastic is niet per definitie minder schadelijk dan plastic op basis van petroleum. Dit laatste blijkt uit onderzoek dat is gepubliceerd in het International Journal of Environmental Research and Public Health.
De onderzoekers bestudeerden het effect van de twee soorten plastic op het zoetwater kreeftje Gammarus fossarum. Het ging daarbij om bio-based, bioafbreekbaar polyhydroxybutyrate (PHB) en slecht afbreekbaar polymethylmethacrylate (PMMA (paramethoxymethamfetamine)). Beide materialen worden onder andere toegepast in cosmetica.
De beide plasticsoorten hebben vergelijkbare eigenschappen, zoals vorm, grootte en gewicht. De deeltjes zijn zwaarder dan water en zinken naar de bodem. Het kreeftje is ongeveer 2 tot 3 centimeter groot en graast op de waterbodem, waar het in aanraking kan komen met de microplastics.
Uit het onderzoek blijkt dat van beide plastics evenveel deeltjes in het lichaam van het kreeftje terechtkomen. Bij een blootstelling aan 100.000 deeltjes werden er ongeveer 40 deeltjes ingenomen, voornamelijk met een grootte tussen 32 en 64 micrometer. Als de blootstelling stopt, dan scheidt het kreeftje de deeltjes binnen 64 uur vrijwel volledig uit.
Zelfde effect op groei
Bij vier weken continue blootstelling aan microplastics werd de eetlust (voedselinname) van de kreeftjes niet aangetast door de aanwezigheid van microplastics.
Alleen op de groei waren effecten duidelijk waarneembaar. Kreeftjes die niet werden blootgesteld aan microplastics (maar aan silica-deeltjes of helemaal geen deeltjes) groeiden enigszins, terwijl de kreeftachtigen die waren blootgesteld aan microplastics iets aan gewicht verloren. Het gewichtsverlies van de kreeftjes was bij blootstelling aan de beide plasticsoorten gelijk.