Voor het volgen van het actieprogramma Kansrijke Start is in 2019 via een Delphistudie met een panel van experts uit praktijk, wetenschap en beleid een indicatorenset ontwikkeld en gepubliceerd. In 2024 is deze indicatorenset herzien. Deze indicatoren (graadmeters) geven inzicht in de voortgang van ingevoerde activiteiten en de gerealiseerde gezondheidsuitkomsten in gemeenten.
Hieronder geven we een korte beschrijving van de verschillende indicatoren en hoe deze bepaald zijn.
Belang
Deze indicator geeft inzicht in het aantal gemeenten waar het actieprogramma Kansrijke Start is ingevoerd. Een belangrijk onderdeel van Kansrijke Start is de vorming van coalities. Binnen een lokale of regionale coalitie Kansrijke Start werken gemeente(n) en professionals uit het sociaal domein samen met professionals uit het medisch domein. Binnen een lokale of regionale coalitie worden afspraken gemaakt om de zorg en ondersteuning rondom de eerste 1000 levensdagen te verbeteren, met specifieke aandacht voor gezinnen in een kwetsbare situatie. Deze samenwerking in de vorm van een lokale coalitie is geen doel op zich, maar een middel om gezondheidsrisico’s en achterliggende problemen tijdig te signaleren en om door te kunnen verwijzen naar ondersteuning en zorg.
Teller
Het aantal gemeenten dat een lokale of regionale coalitie heeft gevormd.
Noemer
Het aantal responderende gemeenten op de vragenlijst.
Databron
Jaarlijkse vragenlijsten onder gemeenten.
Belang
Binnen het actieprogramma Kansrijke Start wordt, naast het vormen van een lokale of regionale coalitie, meer nadruk gelegd op het aandacht hebben voor de vitaliteit van de coalitie. Dat betekent dat er blijvend aandacht is voor Kansrijke Start, de samenwerking hierop en het vitaal houden van deze samenwerking. Het bouwt dus voort op de inspanningen van de lokale of regionale coalitie Kansrijke Start in de afgelopen jaren. Een belangrijk onderdeel van een vitale coalitie is het voeren van periodieke reflectiegesprekken met de samenwerkingspartners van Kansrijke Start binnen de gemeente en regio. Om een inzicht te geven in hoeveel gemeenten aandacht hebben voor de vitaliteit van hun coalitie, is er gekozen gemeenten te vragen of zij deze periodieke reflectiegesprekken voeren. Naast de reflectiegesprekken zijn er ook andere factoren belangrijk voor het vitaal maken of houden van een coalitie, zoals de borging van een kartrekker of projectleider, en het hebben van lange termijn doelstellingen.
Teller
Het aantal gemeenten dat periodiek reflectiegesprekken voert met alle samenwerkingspartners in hun gemeente.
Noemer
Het aantal gemeenten dat een lokale of regionale coalitie heeft gevormd.
Databron
Jaarlijkse vragenlijsten onder gemeenten.
Belang
In de kennissynthese Kansrijke Start wordt gelijkwaardige samenwerking met ervaringsexpertise en ouders met ervaring benoemd als een belangrijk uitgangspunt van de Kansrijke Start-aanpak. Dit is van belang om te komen tot een aanpak die werkt voor de mensen om wie het gaat – (aanstaande) ouders, in het bijzonder die in een kwetsbare situatie. Er zijn verschillende vormen van ervaringsexpertise die gemeenten kunnen betrekken bij de coalitie Kansrijke Start: ervaringsdeskundigen, (mensen met) ervaringskennis, cliënten/(aanstaande) ouders en cliëntenorganisaties.
Teller
Het aantal gemeenten dat ervaringsdeskundigen, (mensen met) ervaringskennis, cliënten/(aanstaande) ouders en/of cliëntenorganisaties betrekt bij hun coalitie Kansrijke Start.
Noemer
Het aantal responderende gemeenten op de vragenlijst met een lokale of regionale coalitie (in ontwikkeling).
Databron
Jaarlijkse vragenlijsten onder gemeenten.
Belang
Deze indicator geeft inzicht in hoeveel gemeenten het programma Nu Niet Zwanger beschikbaar is. Dit programma ondersteunt mensen in een kwetsbare situatie een bewuste keuze te maken van hun kinderwens, zodat zij niet onbedoeld zwanger raken. Een van de doelstellingen van Kansrijke Start is om een landelijk dekkend netwerk van het programma Nu Niet Zwanger te realiseren. GGD GHOR Nederland rolt deze programma’s uit in samenwerking met Rutgers. Op de website Nu Niet Zwanger is meer informatie te vinden.
Teller
Het aantal gemeenten aangesloten bij het programma Nu Niet Zwanger is gestart.
Noemer
Het aantal gemeenten in Nederland.
Databron
Uitvraag bij GGD GHOR Nederland.
Belang
Deze indicator geeft inzicht in het percentage vrouwen dat in de vier weken vóór de zwangerschap rookt, alcohol drinkt en/of wiet of hasj gebruikt. Het gebruik van deze middelen voor de zwangerschap kan invloed hebben op de vruchtbaarheid en mogelijk op de ontwikkeling van het kind, o.a. (onder andere) wanneer de zwangerschap nog niet bekend is. Inzicht in het percentage vrouwen dat voor de zwangerschap middelen gebruikt is gewenst.
Teller
Het aantal vrouwen dat in de vier weken vóór de zwangerschap rookt, alcohol drinkt en/of wiet of hasj gebruikt.
Noemer
Het aantal vrouwen dat deelnam aan de Monitor Middelengebruik en Zwangerschap, en de vragen over het gebruik van middelen vóór de zwangerschap heeft ingevuld.
Databron
Monitor Middelengebruik en Zwangerschap, Trimbos. Voor deze monitor wordt door middel van een steekproef retrospectief data verzameld bij vrouwen op het consultatiebureau, waarbij het jongste kind maximaal 24 maanden oud is.
Meer informatie
Belang
Deze indicator geeft inzicht in hoeveel vrouwen een preconceptieconsult hebben ontvangen uitgevoerd door verloskundigen onder vrouwen die tussen 2017 en 2022 zwanger zijn geweest. Tijdens een preconceptieconsult worden vrouwen en/of partners met een zwangerschapswens geïnformeerd om zo gezond mogelijk aan een zwangerschap te beginnen. Daarnaast kunnen de medische voorgeschiedenis, het gebruik van medicatie, arbeidsomstandigheden, en leefstijl worden besproken. De zorgverlener adviseert en stimuleert waar nodig alternatieven of gedragsverandering. Vanuit onderzoek zijn er aanwijzingen dat preconceptiezorg leidt tot een gezondere leefstijl bij aanstaande zwangeren. Dit kan leiden tot het minder vaak voorkomen van ongunstige zwangerschapsuitkomsten.
Teller
Het aantal vrouwen dat tussen 2017 en 2022 zwanger is geweest én een preconceptieconsult heeft gehad bij de verloskundige.
Noemer
Het aantal vrouwen dat tussen 2017 en 2022 zwanger is geweest.
Databron
Vektis verwerkt en geaggregeerd in DIAPER door RIVM
Meer informatie
- Zorg rond de geboorte | Aanbod | Volksgezondheid en Zorg
- Whitworth M, Dowswell T. Routine pre-pregnancy health promotion for improving pregnancy outcomes. Cochrane Database Syst Rev 2009;CD007536.
- De Jong-Potjer LC, Elsinga J, Le Cessie S, Van der Pal-de Bruin, Neven AK, Buitendijk SE, et al. GP-initiated preconception counselling in a randomised controlled trial does not induce anxiety. BMC Fam Pract 2006b;7:66.
Belang
Deze indicator geeft inzicht in hoeveel gemeenten prenatale huisbezoeken uitvoeren door de JGZ (Jeugdgezondheidszorg) (PHB_JGZ).
Door signalering in de geboortezorg of een andere betrokken professional krijgen gezinnen/zwangeren een huisbezoek door een jeugdverpleegkundige aangeboden. Als de (aanstaande) ouders hier gebruik van willen maken, gaat de jeugdverpleegkundige met het gezin in gesprek. Het PHB-JGZ is erop gericht om zo nodig tijdens de zwangerschap op tijd passende hulp en ondersteuning te geven aan (aanstaande) ouders. (Aanstaande) ouders kunnen vragen, zorgen en gewenste ondersteuning rondom het ouderschap bespreken met de jeugdverpleegkundige. Met de wijziging van de Wet publieke gezondheid (Wpg) in juli 2022 hebben gemeenten de verantwoordelijkheid gekregen om zwangeren en/of hun gezinnen in een kwetsbare situatie in hun gemeente de benodigde steun te bieden. Meer informatie staat over het PHB-JGZ staat op deze webpagina van het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ).
Teller
Het aantal gemeenten waarin prenatale huisbezoeken door de JGZ worden uitgevoerd.
Noemer
Het aantal responderende gemeenten op de vragenlijst.
Databron
Jaarlijkse vragenlijsten onder gemeenten.
Meer informatie
Belang
Deze indicator geeft inzicht in het percentage verloskundigenpraktijken dat CenteringZwangerschap aanbiedt. Dit is een aangetoond effectieve vorm van groepszorg voor zwangere vrouwen om de lichamelijke en psychosociale gezondheid te verbeteren. Meer informatie over CenteringZwangerschap staat op CenteringZwangerschap.
De berekening is gebasseerd op de integrale geboortezorg indicatorenset. Meer inforamtie over de methode van de dataverzameling staat op: Integrale geboortezorg indicatoren | Zorginzicht. Voor de bepaling van de indicator voor in de monitor zijn naleveringen meegeteld.
Teller
Het aantal verloskundigenpraktijken dat CenteringZwangerschap aanbiedt.
Noemer
Het aantal verloskundigenpraktijken dat de vragenlijst heeft ingevuld.
Databron
Indicatorenset Integrale Geboortezorg Zorginstituut Nederland
Belang
Deze indicator geeft inzicht in bij hoeveel zwangeren zwangerschapsbegeleiding op tijd begint. Door zwangerschapsbegeleiding voor de 10e week van de zwangerschap te laten beginnen, hebben zwangere vrouwen op tijd toegang tot kennis, informatie en zorg op maat. Tijdens deze begeleiding krijgen vrouwen bijvoorbeeld adviezen over voeding en leefstijl, wordt de gezondheid van moeder en kind gevolgd en worden sociale en psychische thema’s besproken. Om zoveel mogelijk kinderen een kansrijke start te bieden, is het belangrijk dat zoveel mogelijk aanstaande ouders hier op tijd mee starten. Het laat starten met zwangerschapsbegeleiding geeft meer risico op negatieve geboorte-uitkomsten.
Teller
Het aantal zwangerschappen van 24 weken of meer waarbij zwangerschapsbegeleiding startte na de 10e week van de zwangerschap.
Noemer
Het aantal kinderen geboren na een zwangerschapsduur van 24 weken of meer waarvan zwangerschap en geboorte gegevens beschikbaar zijn in de Perined registratie.
Databron
Perined, CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) microdata, gekoppeld op individueel nivea en geaggregeerd in DIAPER door RIVM
Meer informatie
Belang
Deze indicator geeft inzicht in het risico op een mogelijke kwetsbare situatie vanwege stress en financiële zorgen. Chronische stress door financiële problemen bij (aanstaande) ouders is niet goed voor de ontwikkeling van het kind, zowel tijdens de zwangerschap als na de geboorte. Inzicht in het percentage vrouwen en/of partners met problematische schulden voor, tijdens en kort na de zwangerschap is gewenst.
Teller
Het aantal geregistreerde ouders (vrouw en/of partner) van een in dit jaar geboren kind (na een zwangerschap van 24 weken of meer) die in dat zelfde jaar een registratie in de schuldsanering en/of een betalingsachterstand van 6 maanden of meer bij de zorgverzekeraar hadden.
Noemer
Het aantal geregistreerde ouders (vrouw en/of partner) die in het betreffende jaar een kind hebben gekregen (na een zwangerschap van 24 weken of meer).
Databron
CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) microdata, gekoppeld op individueel niveau en geaggregeerd in DIAPER door RIVM.
Meer informatie
Belang
Deze indicator geeft inzicht in het risico op een mogelijke kwetsbare situatie vanwege psychische problemen, die mogelijk stress op kunnen leveren. Chronische stress bij (aanstaande) ouders is niet goed voor de ontwikkeling van het kind, zowel tijdens de zwangerschap als na de geboorte. Inzicht in het percentage vrouwen met psychische of psychiatrische problemen voor, tijdens en kort na de zwangerschap is daarom belangrijk.
Teller
Het aantal geregistreerde ouders (vrouw en/of partner) van een in dit jaar geboren kind (na een zwangerschap van 24 weken of meer) die in dat zelfde jaar zorguitgaven binnen de geestelijke gezondheidzorg (GGZ) hadden en/of medicatie gerelateerd aan psychische of psychiatrische problemen gebruikten.
Noemer
Het aantal geregistreerde ouders (vrouw en/of partner) die in het betreffende jaar een kind hebben gekregen (na een zwangerschap van 24 weken of meer).
Databron
CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) microdata, gekoppeld op individueel niveau en geaggregeerd in DIAPER door RIVM.
Belang
Deze indicator geeft inzicht in het aantal Verloskundige Samenwerkingsverbanden (VSV’s) waar afspraken gemaakt zijn over de manier van screening op kwetsbaarheid. Dit is van belang voor een goede signalering en tijdige ondersteuning. Soms is extra zorg en ondersteuning nodig bij omstandigheden zoals armoede, slechte woonomstandigheden of psychische risicofactoren. (Aanstaande) ouders die te maken hebben met een kwetsbare situatie hebben namelijk een grotere kans op problemen rond zwangerschap en geboorte.
Het is dus van belang om risico’s in een zo vroeg mogelijk stadium te signaleren, zodat zo snel mogelijk de juiste ondersteuning ingezet kan worden. In de enquête onder VSV’s (Verloskundige Samenwerkingsverbanden) is gevraagd naar afspraken over de manier van screenen op kwetsbaarheid en welke screeningsinstrumenten hierbij zijn gebruikt. In de enquête waren meerdere antwoorden mogelijk. Omdat soms niet alleen gebruik wordt gemaakt van een gevalideerd signaleringsinstrument (Mind2Care, R4U, ALPHA-nl, Vroegsignaleringsinstrument TNO voor de kraamzorg), maar ook van een zelftestinstrument (ZwangerWijzer), of gespreksinstrumenten (GIZ-methodiek, Positieve Gezondheid), of eigen variaties, kan het zijn dat het VSV gebruik maakt van meerdere instrumenten voor vroegsignalering.
Teller
Het aantal VSV’s dat afspraken gemaakt heeft over de manier van screenen op risico- en beschermende factoren.
Noemer
Het aantal VSV’s dat in het betreffende jaar de integrale geboortezorg monitor van het College Perinatale Zorg (CPZ) heeft ingevuld.
Databron
IG-monitor 2024
Belang
Deze indicator geeft inzicht in het percentage gezinnen dat geen kraamzorg afneemt in de periode na de geboorte. Bij een langdurig ziekenhuis verblijf van tien dagen of meer is er vaak geen recht meer op kraamzorg (Verzekerde zorg - Kraamzorg | Zorginstituut Nederland). Om inzicht te krijgen in de gezinnen die vanwege eigen redenen geen kraamzorg hebben afgenomen, worden gezinnen met een langdurig ziekenhuisverblijf na de bevalling niet meegenomen in de berekening. De kraamperiode is belangrijk voor een goede start voor zowel de pasgeborene als het gezin. In de eerste week na de bevalling biedt de kraamzorg lichamelijke en mentale ondersteuning en signaleert zij mogelijke risico’s. Geen of weinig kraamzorg afnemen wordt geassocieerd met hogere zorguitgaven voor moeder en kind in de periode na de bevalling. Om kinderen een kansrijke start te bieden, is het gewenst dat zoveel mogelijk gezinnen kraamzorg ontvangen.
Teller
Het aantal zwangerschappen wat leidt tot een of meerdere levendgeborenen waarvan de moeder geen declaratie voor kraamzorg had in de periode ná de geboorte en er geen sprake was van langdurig ziekenhuis verblijf na de bevalling.
Noemer
Het aantal zwangerschappen wat leidt tot een of meerdere levendgeborenen en waarbij geen sprake was van langdurig ziekenhuis verblijf na de bevalling.
Databron
Vektis, CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) microdata, gekoppeld op individueel niveau en geaggregeerd in DIAPER door RIVM.
Meer informatie
- Inequity in postpartum healthcare provision at home and its association with subsequent healthcare expenditure | European Journal of Public Health
- Systematic Review of the Literature on Postpartum Care: Effectiveness of Postpartum Support to Improve Maternal Parenting, Mental Health, Quality of Life, and Physical Health | Birth
- Stuurgroepadvies – Een goed begin | College Perinatale Zorg
- Insight into the process of postpartum care utilisation and in-home support among vulnerable women in the Netherlands: an in-depth qualitative exploration | BMJ Open
Belang
Deze indicator geeft inzicht in hoe vaak een kwetsbare situatie voorkomt. Dit is van belang voor een goede signalering en ondersteuning van gezinnen. (Aanstaande) ouders en kinderen die te maken hebben met een kwetsbare situatie hebben een grotere kans op een slechtere gezondheid en welzijn. Verschillende risico- en beschermende factoren beïnvloeden kwetsbaarheid tijdens de zwangerschap en in de gezinssituatie. Deze factoren zijn zowel medisch als sociaal.
Zie voor meer informatie: Aanstaande ouders die te maken hebben met een kwetsbare situatie
Teller
Het aantal kinderen dat geboren wordt (na een zwangerschapsduur van 24 weken of meer) in een gezin waarvan de moeder op basis van een combinatie van verschillende risico- en beschermende factoren te maken heeft met een meervoudig kwetsbare situatie.
Noemer
Totaal aantal kinderen geboren na een zwangerschapsduur van 24 weken of meer.
Databron
CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) microdata, gekoppeld op individueel niveau en geaggregeerd in DIAPER door RIVM en Perined
Opmerking
Bij de bepaling van de kwetsbare situatie zijn per zwangere de volgende gegevens gebruikt uit de niet-openbare microdata: het inkomen van huishoudens, vermogens van huishoudens, personen sociaaleconomische categorie, banen en lonen op basis van de Polisadministratie, levendgeboren personen die in de BRP (Basisregistratie personen) ingeschreven, persoonskenmerken van in de BRP ingeschreven moeders, de datum van overlijden van personen die ingeschreven staan in de BRP, personen die ooit een schuldsanering hebben gekregen via de Wsnp, wanbetalers Zorgverzekeringswet, trajecten jeugdbescherming aan jeugdigen, trajecten jeugdhulp aan jeugdigen, natuurlijke personen Strafrechtelijk gedetineerden met hun zwaarste misdrijf, delict-kenmerken van personen die door de politie zijn geregistreerd als verdachte van een misdrijf, geregistreerde slachtoffers van een misdrijf, huishoudenskenmerken van in BRP ingeschreven personen, adreskenmerken van in BRP ingeschreven personen, nevendiagnosen bij Diagnose Behandeling Combinatie-trajecten in de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) hoofddiagnose, geopende Diagnose Behandeling Combinatie-trajecten in de GGZ (geestelijke gezondheidszorg) hoofddiagnose, medicatiegebruik, burgerlijke staat van in de BRP ingeschreven personen, scheidingen waarbij ten minste één van de partners op het moment van de scheiding in het bevolkingsregister van een Nederlandse gemeente staat ingeschreven, eigendom van woningen, nabijheid verblijfsobject en zorgvoorziening, gemeente-, wijk- en buurtcodes van aanvullende verblijfsobjecten, numerieke postcode van een verblijfsobject, maatwerkbestand Asielcohort 201401-202110, hoogst behaald en hoogst gevolgd opleidingsniveau en opleidingsrichting van de bevolking in Nederland, motorvoertuigenpark met kenmerken van voertuigen op kentekenniveau, en Zorgkosten van Nederlandse ingezetenen met een basisverzekering.
Meer informatie
Belang
Deze indicator geeft inzicht in het aantal kinderen dat te vroeg geboren is en/of een laag geboortegewicht heeft voor de duur van de zwangerschap. Er zijn gezondheidsrisico’s voor deze kinderen. Zij hebben een grotere kans om direct of kort na de geboorte te overlijden, of fysieke gezondheidsproblemen te krijgen. Daarnaast hebben te vroeg geboren kinderen op latere leeftijd vaker een groeiachterstand, een hoge bloeddruk, diabetes, longklachten en een minder goed gehoor dan gemiddeld. Kinderen met een laag geboortegewicht hebben een grotere kans op overgewicht en aandoeningen als hart- en vaatziekten, kanker en diabetes. De combinatie van vroeggeboorte en/of laag geboortegewicht voor de zwangerschapsduur wordt aangeduid als de ‘Big2’.
Teller
Het aantal kinderen geboren na een zwangerschapsduur van 24 weken of meer met een geboortegewicht onder geboortegewichtpercentiel 10 op de Hoftiezer geboortegewichtcurve en/of een zwangerschapsduur van minder dan 37 weken.
Noemer
Het aantal kinderen geboren na een zwangerschapsduur van 24 weken of meer waarvan zwangerschap en geboorte gegevens beschikbaar zijn in de Perined registratie.
Databron
Perined, CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) microdata, gekoppeld op individueel niveau en geaggregeerd in DIAPER door RIVM.
Meer informatie
- Adult Consequences of Fetal Growth Restriction | Clinical Obstetrics and Gynecology
- Functional Outcomes and Participation in Young Adulthood for Very Preterm and Very Low Birth Weight Infants: The Dutch Project on Preterm and Small for Gestational Age Infants at 19 Years of Age | Pediatrics
- Preterm Birth and Childhood Wheezing Disorders: A Systematic Review and Meta-Analysis | PLOS Medicine
- Preterm birth, infant weight gain, and childhood asthma risk: A meta-analysis of 147,000 European children | Journal of Allergy and Clinical Immunology
- Preterm birth: risk factor for early-onset chronic diseases | Canadian Medical Association Journal
- Onderzoek naar de relatie tussen geboortegewicht en chronische ziekten in het Maastricht cohort | RIVM rapport
- Geboortegewicht en chronische ziekten : Resultaten van de EPIC-NL studie | RIVM rapport
Belang
Deze indicator geeft inzicht in de spraak-taalontwikkeling rond de leeftijd van 2 jaar. Een taalontwikkelingsachterstand of -stoornis bij jonge kinderen kan op latere leeftijd gevolgen hebben voor het dagelijks functioneren, zoals schoolprestaties, sociale relaties en de psychische gezondheid. De jeugdgezondheidszorg (JGZ) volgt de ontwikkeling van kinderen (0-4 jaar) om problemen rond spraak-taalontwikkeling tijdig te kunnen signaleren. JGZ-organisaties gebruiken hiervoor het Van Wiechen-onderzoek.
Teller
Het aantal kinderen dat tijdens het contactmoment met de JGZ rond de leeftijd van 2 jaar negatief scoort bij de ontwikkelingskenmerken: ‘zegt zinnen van 2 woorden’ en ‘wijst 6 lichaamsdelen aan bij pop’.
Noemer
Het aantal kinderen waarover gegevens over spraak-taalontwikkeling beschikbaar zijn.
Databron
Uitvraag onder alle JGZ-organisaties die zorg tussen 0-4 jaar aanbieden.
Meer informatie
Belang
Deze indicator geeft inzicht in welke mate overgewicht en obesitas voorkomen bij kinderen rond de leeftijd van 2 jaar. Overgewicht en obesitas bij jonge kinderen kunnen op latere leeftijd gezondheidsproblemen en psychosociale problemen veroorzaken. De JGZ volgt de ontwikkeling van kinderen zodat risicofactoren en problemen gerelateerd aan overgewicht op tijd kunnen worden gesignaleerd. Om het percentage kinderen met overgewicht en obesitas te berekenen, wordt een Body Mass-index (BMI) bepaald met behulp van lengte en gewicht. Deze BMI (Body Mass Index. De BMI is een index die de verhouding tussen lengte en gewicht bij een persoon weergeeft. De BMI wordt veel gebruikt om een indicatie te krijgen of er sprake is van overgewicht of ondergewicht.)-scores zijn volgens de International Obesity Task Force-afkapwaarden in categorieën ingedeeld, rekening houdend met geslacht en leeftijd van het kind.
Teller
Het aantal kinderen bij wie tijdens het contactmoment met de JGZ rond de leeftijd van 2 jaar de BMI binnen de categorieën ‘overgewicht’ of ‘obesitas’ valt.
Noemer
Het aantal kinderen waarover gegevens over de BMI beschikbaar zijn.
Databron
Uitvraag onder alle JGZ-organisaties die zorg tussen 0-4 jaar aanbieden.
Meer informatie
Belang
Deze indicator geeft inzicht in het percentage vrouwen dat depressie-, stress- of angstklachten ervaart na de geboorte van hun kind(eren). Het ervaren van deze klachten kan mogelijk effect hebben op het welzijn van de vrouw en de ontwikkeling van het kind. Zo kunnen depressie- of angstklachten ervoor zorgen dat het kind zich niet of minder goed kan hechten. Inzicht in het percentage vrouwen dat depressie- stress- of angstklachten ervaart na de geboorte van hun kind(eren) is gewenst.
Teller
Het aantal vrouwen dat na de geboorte van hun kind(eren) depressie-, angstklachten en/of (heel) veel stress ervaart.
Noemer
Het aantal vrouwen dat deelnam aan de Monitor Mentale Gezondheid en Zwangerschap, en de vragen over het ervaren van depressie-, angstklachten en/of (heel) veel stress na de geboorte heeft ingevuld.
Databron
Monitor Mentale Gezondheid en Zwangerschap, Trimbos. (Voor deze monitor wordt door middel van een steekproef retrospectief data verzameld bij vrouwen op consultatiebureau, waarbij het jongste kind maximaal 24 maanden oud is).
Meer informatie
Indicatoren met uitsplitsingen
In de landelijke monitor Kansrijke Start van 2024 zijn voor indicatoren 10 (problematische schulden), 11 (psychische problematiek), 13 (geen kraamzorg) 15 (vroeggeboorte e/o laag geboortegewicht) uitsplitsingen gemaakt naar meervoudig kwetsbaar, opleidingsniveau van de moeder en huishoudinkomen. Of een zwangere meervoudig kwetsbaar is, wordt bepaald met het model dat beschreven staat bij indicator 14 (meervoudig kwetsbaar). Met CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) microdata is verder voor zwangeren de hoogst behaalde opleiding bepaald in 3 categorieën: Basisonderwijs, vmbo, mbo (middelbaar beroepsonderwijs) 1 / havo (hoger algemeen vormend onderwijs), vwo (voorbereidend wetenschappelijk onderwijs), mbo 2-4 / hbo (hoger beroepsonderwijs), wo. Tevens is voor de zwangeren en partners de huishoudinkomensklassen bepaald in 5 even grote inkomensgroepen: laagste inkomensklasse 0–20%, laag-midden klasse 20-40%, midden klasse 40-60%, midden-hoog klasse 60-80% en hoogste klasse 80-100%.