We zien deze week, van 20 tot en met 26 januari, een lichte daling van 8% in het aantal meldingen van mensen met een positieve testuitslag. Deze daling is lang niet zo groot als de daling die we in de week ervoor zagen, van 13 tot en met 19 januari. Toen was de daling 21,5%. Het percentage mensen met een positieve coronatestuitslag is gelijk aan het percentage positief in de week daarvoor met 11,7%*. Nederland bevindt zich met 204 besmettingen per 100.000 inwoners in de afgelopen week nog steeds in de  ernstige fase van de epidemie. Het aantal nieuwe ziekenhuis- en IC Intensive care (Intensive care)-opnames is afgelopen week opnieuw iets afgenomen. In de week van 18 tot en met 24 januari werden 1.264 nieuwe ziekenhuisopnames geregistreerd, 182 minder opnames dan de week ervoor. Van deze ziekenhuisopnames werden 241 mensen op de IC afdelingen opgenomen, 14 minder dan de week ervoor. Kijk voor de overige cijfers van deze week op de actueel pagina en het epidemiologisch rapport.

Verspreiding nieuwe varianten

De coronavariant, die in het Verenigd Koninkrijk en Ierland tot een zeer hoge toestroom aan patiënten in de ziekenhuizen heeft geleid, wint  verder terrein in Nederland. Data van de kiemsurveillance** laten zien dat in de week van 4 t/m 10 januari, 8,6% van de positieve testen de meer besmettelijke Britse variant betrof. Met modellering wordt geschat dat van de mensen die afgelopen week (20 tot en met 26 januari) besmet werden, ruim een derde de Britse variant heeft.

De zogenaamde Zuid-Afrikaanse variant is in de kiemsurveillance inmiddels 14 keer in Nederland aangetroffen, in de kiemsurveillance en bij verder bron- en contactonderzoek. De meeste van deze 14 personen hadden een reisgeschiedenis, of hebben contact gehad met  iemand met een reisgeschiedenis naar Zuid-Afrika.

Reproductiegetal totaal onder de 1, reproductiegetal Britse variant ruim boven de 1

Op 8 januari ***was het gecombineerde (alle varianten) reproductiegetal in Nederland 0,93 (ondergrens 0,90, bovengrens 0,95). Een lichte daling ten opzichte van de week daarvoor, toen het getal 0,98 was. Het reproductiegetal van 0,93 betekent dat 100 mensen met coronavirus samen 93 andere mensen besmetten.

Het reproductiegetal van de Britse variant in Nederland is op diezelfde datum, 8 januari, 1,27 (ondergrens 1,17, bovengrens 1,37). Het reproductiegetal voor de Britse variant is dus aanzienlijk hoger, dan voor de overige coronavarianten in Nederland. Daaruit kan afgeleid worden dat de Britse variant besmettelijker is. Het reproductiegetal van 1,27 betekent dat 100 mensen met de Britse virusvariant samen 127 andere mensen met deze variant besmetten. Dankzij de maatregelen die begin januari van kracht werden, lijkt een verdere stijging van het reproductiegetal voor de Britse variant in Nederland tot nu toe uitgebleven. Het reproductiegetal lag een week eerder op 1,30.

Het reproductiegetal van de ‘oude’, tot nu toe in Nederland meest voorkomende varianten is op 8 januari 0,89 (ondergrens 0,86, bovengrens 0,92).

Besmettelijker, dus meer opnames en overlijdens verwacht

Met de opmars van de Britse variant hebben we te  maken met twee virusvarianten die zich met verschillende snelheden verspreiden in Nederland. Daardoor zijn er eigenlijk twee aparte corona-epidemieën. Een epidemie met de al in Nederland aanwezige varianten, waarin het aantal infecties daalt, en een epidemie met de Britse variant waarin het aantal infecties juist toeneemt.  Door meer besmettingen met de ‘nieuwe’ variant zal het aantal ziekenhuisopnames en overlijdens op termijn weer hoger worden. Dat zou betekenen dat de druk op de zorg weer fors zal toenemen in plaats van afnemen. Om deze reden zijn afgelopen weekend aanvullende maatregelen ingevoerd. Het effect van deze maatregelen op het aantal nieuwe besmettingen, zal naar verwachting pas over ruim een week zichtbaar zijn in de meldingen en nog later op de aantallen ziekenhuisopnamen.

Houd je aan de maatregelen

Door ons gedrag kunnen we onszelf en anderen beschermen tegen het virus. Voor alle varianten van het coronavirus geldt: houd je aan de maatregelen. De meest effectieve manier om niet besmet te raken is 1,5 meter afstand houden. Werk en blijf zo veel mogelijk thuis. Blijf thuis als je (milde) klachten hebt en laat je testen. Houd je aan de quarantaine. En beperk je contacten, want minder contacten betekent minder kans om het virus tegen het lijf te lopen en het virus te verspreiden.

* Exclusief resultaten van gemeente Lansingerland in verband met het grootschalig testen in Lansingerland. Door het grootschalig testen in Lansingerland is het percentage positief in Nederland 11,0% en in Rotterdam-Rijnmond 5,5%. Exclusief de testen die afgenomen zijn in Lansingerland is het percentage positief in Nederland 11,7% en in Rotterdam-Rijnmond 11,1%.  

**Zowel de Britse als de Zuid-Afrikaanse varianten werden in ons land vastgesteld bij uitbraken en in de kiemsurveillance. Aan een positieve testuitslag van een coronatest kan een laborant in Nederland niet zien met welke variant van het coronavirus de persoon besmet is. Om variaties van een virus snel op te kunnen sporen, en om zicht te krijgen in de verspreiding is er kiemsurveillance. Daarvoor wordt wekelijks een steekproef van positieve coronatesten onderzocht door middel van sequencing. Dat betekent dat het virus, dat is afgenomen met een wattenstok in de neus en keel, verder wordt onderzocht. Met sequencing wordt gekeken naar de bouwstenen van het virus. Door te kijken hoe het virus is opgebouwd kun je kenmerkende ‘bouwsteentjes’ van een variant herkennen. Kiemsurveillance, van het inzenden van het virusmateriaal van een positief geteste persoon, tot en met het ‘sequencen’ en het beoordelen welke variant het virus is, kost tijd, vaak één á 2 weken.

*** Schattingen van de R van langer dan 14 dagen geleden zijn betrouwbaar. Als de R gebaseerd is op gegevens van minder dan 14 dagen geleden zijn de onzekerheden groter. Daarom gaan we altijd uit van de R van 14 dagen geleden.