Afgelopen week werden 987 nieuwe personen gemeld die positief getest zijn op COVID-19. Dat is bijna een verdubbeling van de gemelde besmettingen in de voorgaande week met 534 nieuwe meldingen.
We zien dat het aantal besmettingen met het nieuwe coronavirus weer toeneemt. Om verdere verspreiding van het virus te voorkomen is het belangrijk dat mensen zich aan de maatregelen houden. Afstand houden, handen wassen, niezen en hoesten in de elleboog en het gebruik van papieren zakdoekjes. Dat geldt ook voor het thuisblijven, thuiswerken en testen bij de eerste klachten.
Het reproductiegetal R laat bij een epidemie zien hoe snel het virus zich verspreidt. Het reproductiegetal (Rt) is deze week 1,29. Het is voor het eerst sinds 15 maart dat de bandbreedte van de Rt geheel boven de 1,0 ligt. Dat is ook een aanwijzing dat na een periode van weinig besmettingen de verspreiding van het nieuwe coronavirus weer toeneemt in Nederland. Het reproductiegetal R geeft aan hoeveel andere mensen een persoon met het nieuwe coronavirus gemiddeld besmet. Met het huidige reproductiegetal van 1,29 besmetten 100 mensen samen weer 129 andere mensen.
Percentage positieve testen stijgt
Tussen 13 juli en 19 juli hebben 88.886 personen* zich laten testen bij de testlocaties van de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en. Dat zijn ruim 12.000 meer uitgevoerde testen dan de week daarvoor, toen 75.547* testen werden afgenomen.
Het percentage mensen met een positieve test steeg van 0,6% in weeknummer 28 (6 tot en met 12 juli) naar 1,0% in de week van 13 tot en met 19 juli.
Er zijn regionale verschillen in het aantal meldingen per provincie. (zie figuur). Dit is ook zichtbaar in het aantal afgenomen testen per 100.000 inwoners en het percentage positieve testen per regio. (zie epidemiologische rapport) Met name in Zuid-Holland, Noord-Holland en Zeeland is een toename te zien in het aantal meldingen.
*bron GGDGHOR
Aantal besmettingsclusters in Nederland
Verspreid over het land neemt het aantal lokale clusters met meer dan twee aan elkaar gerelateerde besmettingen toe. Er zijn op dit moment 96 actieve COVID -19 clusters in Nederland. De gemiddelde grootte van deze clusters is 5,4 personen (range 3-23). Deze besmettingen vinden voornamelijk plaats in de thuissituatie, maar de laatste weken is er een toename van besmettingen die het gevolg zijn van contact met overige familie, vrienden, feestjes, op het werk of het café.
Eén op de acht huisgenoten positief getest in bron- en contactonderzoek
Van week 27 (29 juni t/m 5 juli) zijn de resultaten van 14 dagen monitoring in verband met bron- en contactonderzoek bekend. Onder de nauwe contacten die in die week geïdentificeerd werden, zijn 95 COVID-19 besmettingen vastgesteld (6%). Het deel van de contacten dat besmet was verschilde tussen huisgenoten en overige nauwe contacten. Bij 12% van de huisgenoten bleek dat zij besmet waren met het coronavirus. Van de overige nauwe contacten was 3% besmet.
In de afgelopen 4 weken (22 juni t/m 19 juli) zijn in totaal 2.354 mensen met een COVID-19 besmetting gemeld bij de GGD’en. Tijdens het bron- en contactonderzoek zijn 7.234 nauwe contacten (huisgenoten en andere nauwe contacten) van de met COVID-19 besmette personen opgespoord. Dat zijn gemiddeld 3 nauwe contacten per COVID-19 patiënt. De informatie over bron- en contactonderzoek wordt in de komende weken toegevoegd aan de wekelijkse epidemiologische rapportage.
Figuur: Aantal bij de GGD’en gemelde mensen met COVID-19 per week, per provincie, vanaf 1 juni 2020