Binnen de afvalwaterketen worden veel initiatieven ontplooid om hergebruik te bevorderen van stoffen als fosfaat en cellulose uit afvalwater. Er blijken echter enkele beperkende omstandigheden te zijn. Zo is er geen duidelijk beleid voor hergebruik van afvalwater, zoals dat bij bouwstoffen wel het geval is. Dit blijkt uit een studie van het RIVM.
Het ministerie van Infrastructuur en Milieu wil duurzaam gebruik en hergebruik van natuurlijke hulpbronnen stimuleren. Terugwinnen van grondstoffen uit afval moet voorkomen dat bronnen uitputten, het moet de afhankelijkheid van grondstoffen verminderen en energie besparen.
Einde-afvalcriteria
Om een grondstof of product uit afval te kunnen maken, is het nodig dat wettelijk het etiket ‘afval’ van het materiaal wordt gehaald. De nieuwe grondstof of product moet hiervoor eerst aan veiligheids- en technische eisen voldoen die garanderen dat er geen onacceptabele risico’s aan het hergebruik kleven voor mens en milieu. Deze criteria worden einde-afvalcriteria genoemd (of End of Waste criteria).
Bouw- en sloopafval
In de studie wordt hergebruik van afvalwater vergeleken met hergebruik van afval uit bouw- en sloopactiviteiten. Een van de grootste afvalstromen in Nederland is het materiaal dat vrijkomt bij bouw- en sloop activiteiten.
Dankzij einde-afvalcriteria wordt veel van dit afval verwerkt en weer geschikt gemaakt voor gebruik. Omdat de eindproducten na verwerking bekend zijn wordt veel van het bouwafval weer omgezet in een nieuwe grondstof – momenteel 95 procent. De einde-afvalcriteria stimuleren dit hergebruik.
Afvalwater
De uit afvalwater gewonnen producten bevinden zich nog in de
innovatieve fase. In tegenstelling voor de producten gewonnen uit
bouwafval. Het is nog onduidelijk hoe de producten uit afvalwater
gebruikt kunnen worden. Dit maakt het moeilijker om
einde-afvalcriteria op te stellen en hergebruik te stimuleren. Het
RIVM gaat de
komende tijd enkele praktijkvoorbeelden nader onderzoeken.