Nederland mag tijdelijk afwijken van de Europese regelgeving voor bemesting; dit heet derogatie. Hiervoor worden jaarlijks metingen van waterkwaliteit en bemestingspraktijk gerapporteerd. De praktijk van 2006 is in kaart gebracht.
De Europese Nitraatrichtlijn verplicht lidstaten het gebruik van dierlijke mest te beperken tot een bepaald maximum. Een lidstaat kan de Europese Commissie vragen om onder voorwaarden van deze beperking af te wijken. Nederland heeft voor graslandbedrijven toestemming gekregen om van 2006 tot en met 2009 af te mogen wijken van de gestelde norm voor dierlijke mest. Een van de voorwaarden is dat de Nederlandse overheid een monitoringnetwerk inricht en aan de Commissie jaarlijks rapporteert over de resultaten daarvan.
Het RIVM en het Landbouw Economisch Instituut (LEI (Landbouw Economisch Instituut)) hebben in 2006 in Nederland een monitoringnetwerk opgezet. Het meetnet omvat driehonderd graslandbedrijven die derogatie hebben verkregen. Het derogatiemeetnet is een onderdeel van het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM (Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid)).
In het rapport worden de resultaten voor 2006, het eerste meetjaar, gepresenteerd. Voor 293 bedrijven waren gegevens over bemesting beschikbaar. De waterkwaliteitsmetingen zijn uitgevoerd op 202 bedrijven. Deze in 2006 gemeten waterkwaliteit is het gevolg van de bemestingspraktijk in eerdere jaren. Deze kwaliteit geeft dus nog niet de gevolgen weer van de praktijk in 2006.