Werknemers staan gemiddeld aan 4,6 gevaarlijke situaties tegelijk bloot. Bovenaan het lijstje van risicovolle beroepen staan machinebankwerkers, monteurs, instrumentenmakers en reparateurs. Zij hebben jaarlijks gemiddeld te maken met 10,5 gevaarlijke situaties tegelijk. Minder riskante beroepen zijn die van verzekeringsagent, boekhouder en makelaar. Mensen met deze beroepen worden geconfronteerd met gemiddeld 2,5 gevaarlijke situaties tegelijk.
Het RIVM onderzocht hoe groot de kans is dat Nederlanders tijdens hun werk een ongeval krijgen. Ten opzichte van 2006 is het aantal uur dat een werknemer jaarlijks werd blootgesteld aan een gevaarlijke situaties in het onderzoeksjaar 2011 met 3,7 procent gedaald. Gevaarlijke situaties zijn bijvoorbeeld werken op hoogte, werken met elektriciteit of machines, de kans op vallende voorwerpen of op confrontatie met agressieve mensen.
Werknemers die aan een groot aantal van deze situaties blootstaan, hebben het meest baat bij een afname van het aantal riskante situaties. Dit heeft meer effect dan het verminderen van het totaal aantal uren waarin zij aan risicovolle situaties blootstaan.
Het RIVM-onderzoek, dat in opdracht van het ministerie van SZW (Sociale zaken en werkgelegenheid) werd verricht, laat zien dat 90 procent van de ondervraagde mensen in situaties werkt waarbij ze kunnen struikelen of uitglijden; in totaal stond de Nederlandse beroepsbevolking daaraan in 2011 4,3 miljard uur blootgesteld. Vallen van een vaste trap of helling staat op de tweede plaats, met een aandeel van 62 procent van de werknemers en een totale blootstelling van 353 miljoen uur.
Voor het onderzoek is aan 25.000 mensen, representatief voor de werkzame beroepsbevolking, gevraagd of zij in de week voorafgaand aan het onderzoek met gevaarlijke situaties te maken hebben gehad. Door de informatie over blootstelling aan gevaren en letsel en verzuim als gevolg van ongevallen te combineren, was het bovendien mogelijk te duiden binnen welke groep werknemers het grootste deel van de ongevallen met verzuim plaatsvinden. Deze groep beslaat circa 20 procent van de werkzame beroepsbevolking.