De kwaliteit van oppervlaktewater kan als gevolg van klimaatverandering rond 2050 zodanig zijn verslechterd, dat het zonder extra maatregelen ongeschikt is om er drinkwater van te bereiden. De klimaatscenario’s van het KNMI (Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut) geven aan dat er extreem lange droge perioden kunnen optreden. Tijdens deze perioden stroomt er minder water door de rivieren en neemt de invloed van lozingen door afvalwaterzuiveringen, landbouw en industrie op de waterkwaliteit toe. Dit blijkt uit onderzoek van Deltares en het RIVM.
De uitkomsten gelden voor bijna alle locaties in Nederland waar oppervlaktewater wordt onttrokken voor de productie van drinkwater. Dit oppervlaktewater wordt gebruikt om ongeveer 40 procent van de Nederlandse bevolking van drinkwater te voorzien. Berekeningen laten zien dat het om perioden van dagen tot maanden kan gaan.
Om mogelijke problemen met de kwaliteit van drinkwater te voorkomen, adviseren de onderzoekers dat waterbeheer, rijk, provincie en het drinkwaterbedrijf specifiek naar de situatie per innamepunt kijken. Zo kunnen zij bepalen of maatregelen nodig zijn en wat voor een specifiek innamepunt het beste zou kunnen werken. Zij kunnen er bijvoorbeeld voor kiezen om het toelatingsbeleid van stoffen aan te scherpen, lozingen van vervuilende stoffen te verminderen en onderdelen van het watersysteem door te spoelen.
Het onderzoek is verricht voor het Deelprogramma Zoetwater van het Deltaprogramma.