Op dit moment wordt 85% van de plastics uit een afgedankte auto verbrand. Slechts 15% van de plastics keert terug als grondstof. Uit een inventarisatie door het RIVM blijkt dat er mogelijkheden zijn om het materiaalbehoud in 2030 te verviervoudigen. Met technologische ontwikkeling is in de toekomst 65% van de plastics te recyclen tot nieuwe grondstof. Vooral met chemische recycling kan de circulariteit flink stijgen. Om deze technologische ontwikkeling te realiseren, zijn echter wel nieuwe wettelijke en economische prikkels noodzakelijk. Zoals minimale recyclingspercentages van afgedankt kunststof uit auto’s en een wettelijke minimale hoeveelheid recyclaat in nieuwe auto’s. Ook moet er nagedacht worden over het financieren van innovaties en hoe het economisch lonend wordt om meer gerecyclede plastics toe te passen.
Ook CO2 (carbon dioxide)-reductie
Chemische recycling wordt in de praktijk nog niet toegepast voor afvalstromen die afkomstig zijn van afgedankte auto’s. Deze techniek biedt echter een goede kans om in 2030 tot 65% van de plastics te recyclen tot nieuwe grondstof en daardoor minder te verbranden. Dit materiaalbehoud van plastics in 2030 kan bovendien zorgen voor een klimaatwinst van ongeveer 25 kiloton CO2-eq./jaar, blijkt uit deze studie.
Verschil tussen soorten chemische recycling
100% recycling blijkt in 2030 niet haalbaar, omdat een deel van het kunststof afval uit de automotive sector (met name vezels) dan nog steeds alleen in cementovens verwerkt kan worden. Bovendien is er materiaalverlies bij zowel mechanische als chemische recycling. Bij pyrolyse (soort chemische recycling) is het verlies van materiaal ongeveer 50%, dat is hoger dan bij twee andere soorten chemische recycling (oplossen/neerslaan, depolymerisatie). Chemische technologieën bieden daarnaast kansen om hoge concentraties van gevaarlijke stoffen (ZZS (Zeer Zorgwekkende Stoffen )) in recyclaat te verlagen.
Technisch veel mogelijk
Doel van dit rapport is om beleidsmakers en industrie handvatten te geven bij de transitie naar een veilige en circulaire economie. Het RIVM inventariseerde de beschikbare technieken tot 2030 voor recycling van kunststofafvalstromen uit de (‘automotive’) sector. Daarbij werd niet alleen gekeken naar de effecten voor circulariteit van materialen, maar ook naar reductie van de CO2-uitstoot en het verlagen van de concentraties ZZS in het recyclaat. Via mechanische recycling wordt nu een beperkt deel van de kunststoffen (15%) verwerkt tot nieuwe materialen. De rest wordt verbrand in een afvalenergiecentrale (AEC), in hoogovens of in cementovens.