Militairen die in de periode 1993 tot 2001 naar de Balkan zijn uitgezonden hebben geen grotere kans om kanker te krijgen dan militairen die daar niet hebben gediend. Dit blijkt uit onderzoek van het RIVM, dat is uitgevoerd naar aanleiding van een mogelijk verband tussen uitzending naar de Balkan en het optreden van leukemie.
Healthy worker effect
Het Ministerie van Defensie had het RIVM in
2001de opdracht voor dit onderzoek gegeven, nadat in verschillende
nationale en internationale media werd gesuggereerd dat militairen
leukemie hadden opgelopen als gevolg van een uitzending naar de
Balkan. Het omgekeerde lijkt nu eerder het geval: in de periode
1993-2008 was het aantal nieuwe gevallen van kanker en het aantal
sterfgevallen onder Nederlandse Balkanmilitairen juist lager dan
onder militairen die niet op de Balkan zijn geweest. Dit kan
verklaard worden met het ‘healthy worker effect’: alleen gezonde
militairen worden uitgezonden. De selectie op gezondheid verklaart
ook dat de niet uitgezonden militairen op hun beurt weer een lagere
kans hebben om kanker te krijgen dan mannen van dezelfde leeftijd
die geen militair zijn.
Minder kanker bij uitgezonden militairen
Het aantal nieuwe gevallen van kanker onder de ruim 18.000 mannen
die in de onderzochte periode naar de Balkan zijn uitgezonden, lag
in totaal 15 procent lager dan onder even oude mannen uit de
Nederlandse bevolking. Het lag ook lager dan onder de 135.000
niet-Balkanmilitairen. Het aantal tumoren in de luchtwegen en
borstholte lag zelfs de helft lager onder Balkanmilitairen dan
onder de Nederlandse bevolking. De reden hiervoor is onbekend – er
waren geen gegevens over roken en andere leefstijlfactoren
beschikbaar. Ook waren er minder leukemiegevallen, maar het
verschil met de Nederlandse bevolking was niet significant. Voor
het relatief kleine aantal vrouwen dat naar de Balkan is
uitgezonden is ook geen verhoogd aantal kankergevallen
gevonden.
Het totale aantal sterfgevallen onder Balkanmilitairen in de
periode 1993-2008 lag 33 procent lager dan onder even oude mannen
uit de Nederlandse bevolking. Het aantal lag ook lager dan onder de
135.000 niet-Balkanmilitairen. Ook de niet-Balkanmilitairen hadden
een lager sterftecijfer dan andere Nederlandse mannen. Vooral
sterfte aan kanker en hart- en vaatziekten lag lager onder
Balkanmilitairen dan onder de Nederlandse bevolking.