In Perkpolder (Zeeland) is thermisch gereinigde grond (TGG) gebruikt als vulmateriaal bij de aanleg van een dijk. TGG is grondmateriaal dat wordt verhit om organische verontreinigingen te verwijderen zodat het kan worden hergebruikt. Na een analyse van het toegepaste materiaal in Perkpolder blijkt dat er nog verontreinigingen in zitten. Hierdoor voldoet het grondmateriaal niet aan de kwaliteitseisen. Deze verontreinigingen hebben tijdens de aanleg van de dijk geen gezondheidsrisico’s voor de mens veroorzaakt. De dijk is na de aanleg afgedekt met een laag klei, waardoor mensen na afronding van de werkzaamheden niet meer in contact kunnen komen met de TGG.

Na direct contact kan de hoge pH-waarde van het materiaal  lichte irritaties van de huid en ogen veroorzaken. Deze klachten verdwijnen als de blootstelling ophoudt.

Door de werkzaamheden kunnen gedurende korte tijd verhoogde concentraties fijnstof in de lucht aanwezig zijn geweest. Omwonenden kunnen daardoor ook blootgesteld zijn aan fijnstof van de thermisch gereinigde grond. Eventuele gezondheidseffecten zijn niet te kwantificeren omdat luchtmetingen tijdens de werkzaamheden ontbreken. Hierdoor kunnen gezondheidseffecten niet worden uitgesloten.

Effecten op milieu

Naast gezondheidsrisico’s is ook naar de effecten voor het milieu gekeken. Enkele normen voor de bodem, het grondwater en het oppervlaktewater worden overschreden. Hierdoor worden, onder andere, natuurlijke processen in de bodem, het grondwater en het oppervlaktewater verstoord. Ook is het (grond)water niet geschikt voor gebruik in de landbouw, bijvoorbeeld als drinkwater voor vee of als sproeiwater. In de toekomst moet er rekening mee worden gehouden dat risicostoffen uit de dijk naar het grondwater kunnen wegsijpelen. Omdat dit proces heel traag is, is het noodzakelijk om goed bij te houden of de aangetroffen concentraties van deze stoffen in grond- en oppervlaktewater stijgen. Indien nodig kan een handelingskader  worden opgesteld om verspreiding van deze stoffen te voorkomen.

Het RIVM heeft dit onderzoek uitgevoerd in opdracht van Rijkswaterstaat nadat twijfel was ontstaan over de kwaliteit van de thermisch gereinigde grond.