Deelnemers aan het tROM‐project, hun begeleiders en andere betrokkenen kunnen zijn blootgesteld aan chroom‐6. Dit heeft mogelijk nadelige effecten gehad voor hun gezondheid. Deze effecten kunnen ook nog in de toekomst optreden. Dit blijkt uit onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu.
Tussen 2004 en 2012 hebben ongeveer 800 personen werkervaring opgedaan bij het re-integratieproject tROM van de gemeente Tilburg. De deelnemers van dit project verrichtten onderhoudswerkzaamheden aan museumtreinen in een werkplaats van NedTrain waarbij onder andere oude verflagen van de treinen werden verwijderd. De meeste tROM‐deelnemers kozen niet vrijwillig voor werkzaamheden aan deze treinen. De oude verflagen op de treinen bevatten chroom‐6. De beheersmaatregelen en de beschikbaar gestelde persoonlijke beschermingsmiddelen waren niet aanwezig, niet beschikbaar of werden niet adequaat gebruikt.
Schadelijke gezondheidseffecten
De deelnemers en begeleiders die aan treinen of nabij treinen hebben gewerkt, kunnen zijn blootgesteld aan chroom-6. De blootstelling kan longkanker, neus- en neusbijholtekanker en maagkanker hebben veroorzaakt, of alsnog veroorzaken. Daarnaast kan de blootstelling destijds hebben geleid tot aan chroom-6 gerelateerde allergische reacties, chronische longziekten en perforatie van het neustussenschot. Chronische longziekten kunnen ontstaan na langdurige hogere blootstelling. Effecten op de vruchtbaarheid en ontwikkeling van de ongeboren vrucht zijn, gezien de blootstelling, onwaarschijnlijk.
Ontoereikende maatregelen
De gemeente Tilburg was als werkgever primair verantwoordelijk voor de arbeidsomstandigheden van de tROM‐deelnemers en de trajectbegeleiders. NS (Nederlandse Spoorwegen)/NedTrain en het Spoorwegmuseum zijn echter medeverantwoordelijk omdat zij met de gemeente een samenwerkingsovereenkomst hebben afgesloten waarin zij afspraken dat “De betrokken partijen dragen er zorg voor dat al hun werkzaamheden binnen het raamwerk van de Arbowetgeving wordt uitgevoerd.” Ondanks dat NS/NedTrain op de hoogte was van de mogelijke aanwezigheid van chroom‐6 op de treinen, gold dit niet voor de deelnemers, trajectbegeleiders en andere betrokkenen van het tROM‐project.
Ten tijde van het tROM‐project was bekend dat chroom‐6 schadelijk kan zijn voor de gezondheid. Een Risico‐Inventarisatie en ‐Evaluatie bij tROM in 2005 heeft geleid tot maatregelen, maar chroom‐6 kwam hierbij niet naar voren als mogelijk bestanddeel van het schuurstof. Zodoende waren de getroffen maatregelen niet voldoende om de blootstelling aan het chroom-6 bevattende schuurstof adequaat te verminderen.
Arbozorg onder de maat
Er was geen systematisch arbozorgsysteem binnen het tROM‐project. De voorlichting en het onderricht aan tROM‐deelnemers over gevaarlijke stoffen was onvoldoende. Ook was er geen vorm van enige arbeidsgezondheidskundige begeleiding van de deelnemers en er werd geen lichamelijk medisch onderzoek aangeboden.