Naast de ziektelast die een voedselinfectie voor de patiënt veroorzaakt, heeft het RIVM voor het eerst de hiermee gepaard gaande kosten in beeld gebracht. Voor de 14 belangrijkste voedselgerelateerde ziekteverwekkers samen bedroegen de kosten in 2011 416 miljoen euro. De meeste kosten komen voort uit infecties met de Campylobacter-bacterie, het noro- en rotavirus. Deze infecties worden overgedragen via voedsel, de mens, het milieu of dieren. De ziektelast van alle 14 ziekteverwekkers samen daalde het afgelopen jaar iets, behalve die van Campylobacter. Deze bacterie is momenteel verantwoordelijk voor de grootste ziektelast. Een aanzienlijk deel van de ziektegevallen ten gevolge van Campylobacter kan vermeden worden door ervoor te zorgen dat het aantal Campylobacter-bacteriën op kippenvlees aan het eind van het slachtproces zo laag mogelijk is.
Wat is een voedselinfectie?
Een voedselinfectie is een infectie die ontstaat door het eten van voedsel dat is besmet met een bacterie, virus of parasiet. De infectie leidt tot een ontsteking van de maag, darmen of van andere organen. Vaak leidt de ontsteking tot diarree, misselijkheid, braken, buikpijn, buikkramp en soms koorts. Voedselinfecties kunnen ook ongemerkt voorbij gaan. Maar soms veroorzaken ze ook ernstiger klachten of sterfte.
Kostenverdeling van voedselinfecties
Overdracht via voedsel neemt meer dan 40 procent (168 miljoen euro) van de totale kosten van de 14 onderzochte ziekteverwekkers voor zijn rekening. De overige kosten worden toegeschreven aan overdracht van mens op mens (28%), blootstelling via het milieu (15%), contacten tussen dier en mens (7%) en reizen in het buitenland (9%). Ruim de helft van de kosten van voedsel infecties (86 miljoen euro) wordt veroorzaakt door dierlijke producten als vlees, eieren en zuivel. Vis (8%), groenten en fruit(6%), dranken (2%), graanproducten(5%) en andere niet gespecificeerde voedselgroepen (14%) hebben een veel kleiner aandeel in de kosten van voedselinfecties.
Maatregel om Campylobacter in kippenvlees te verminderen
Campylobacter-bacteriën zijn een van de belangrijkste
veroorzakers van voedselinfecties in Nederland. Ongeveer 30 procent
van alle ziektegevallen door Campylobacter wordt
toegeschreven aan besmet kippenvlees. Het gaat dan vooral om
kruisbesmetting in de keuken door onvoldoende hygiënische
maatregelen, bijvoorbeeld door op één snijplank zowel rauw
kippenvlees als groenten voor een salade te snijden. Daarnaast
worden mensen met Campylobacter besmet door onvoldoende
verhit kippenvlees.
De laatste jaren is er steeds meer aandacht voor de hygiëne in de
volledige productieketen van kippenvlees. Zo ook bij de
slachthuizen. Door het instellen van een ‘proceshygiëne criterium’
kan een maximum worden gesteld aan het aantal
Campylobacter-bacteriën per hoeveelheid geslacht vlees.
Als in een slachthuis regelmatig hogere concentraties worden
aangetroffen, zal het slachthuis hygiënische maatregelen in het
productieproces moeten nemen. Het RIVM heeft
met behulp van wiskundige modellen onderzocht welke resultaten de
verschillende criteria (strengere en soepelere) kunnen opleveren,
zowel met het oog op de volksgezondheid als op de kosten voor de
pluimvee-industrie. Door het instellen van een ‘proceshygiëne
criterium’ van 1000 kve (kolonievormende eenheden) (kolonievormende eenheden per gram vlees)
is het mogelijk 70% van alle door kippenvlees veroorzaakte
ziektegevallen te voorkomen. Deze maatregel is
kosteneffectief. De kosten die de pluimvee-industrie maken (naar
schatting twee miljoen euro per jaar) zijn namelijk veel lager dan
de te vermijden kosten door ziekte (ongeveer 9 miljoen euro per
jaar).