Het RIVM en het Erasmus MC (Erasmus University Medical Center) hebben als referentielaboratoria van de WHO (World Health Organization) een onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit van de SARS (severe acute respiratory syndrome)-CoV (coronavirus)-2 antigeendiagnostiek in Nederland. Uit het onderzoek blijkt dat de technieken en apparaten (workflows) die de Nederlandse laboratoria, ziekenhuizen en GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)-teststraten gebruiken voor de antigeentestdiagnostiek goed presteren.
Achtergrond
Sinds november 2020 worden in Nederland twee soorten antigeentesten gebruikt bij het opsporen van het SARS (severe acute respiratory syndrome)-CoV (coronavirus)-2 virus, de RAT (Rapid Antigen Test) – in de volksmond ‘sneltest’ - en de High throughput antigeentest. Het RIVM en het Erasmus MC (Erasmus University Medical Center) hebben als referentielaboratoria van de WHO (World Health Organization) een onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit van de SARS-CoV-2 antigeendiagnostiek in Nederland. Dit is gebeurd in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Alleen openbare testlocaties hebben aan dit onderzoek meegedaan, deze kwaliteitscontrole heeft dus niet gekeken naar betaalde teststraten of aanbieders van antigeentesten die bedrijven zelf inhuren.
Opzet van het onderzoek
Voor het onderzoek zijn sets van 15 monsters met gedood SARS-CoV-2-virus gebruikt. In deze monsters zaten verschillende concentraties en vormen (varianten) van het virus. In één monster zat geen virus. De deelnemers wisten niet wat er in de monsters zat. Deelnemende testlocaties onderzochten de monsters met de door henzelf gebruikte merken antigeentesten op aanwezigheid van SARS-CoV-2. De resultaten gaven zij door aan het RIVM.
Wanneer meer dan 90% van de gemelde resultaten een monster goed aantoonden werd dit bestempeld als een kernmonster. Wanneer dit niet het geval was werd een monster bestempeld als educatief. De testlocaties die SARS-CoV-2 diagnostiek uitvoeren voor de openbare gezondheidszorg, maken gebruik van 10 verschillende merken antigeentesten, waarvan 8 RAT’s en 2 High throughput antigeentests.
Resultaten
Van alle in totaal 44 door de 35 testlocaties gebruikte workflows haalden er 43 een 100% score op het juist aantonen van de kernmonsters. Een groot aantal workflows was zelfs in staat om lagere concentraties SARS-CoV-2 dan in de kernmonsters goed aan te tonen. Ook wijst niets er op dat de op dit moment in Nederland gebruikte antigeentesten problemen hebben met het aantonen van verschillende vormen van het virus.
Over het totaal werken de workflows die de openbare testlocaties in Nederland gebruiken voor SARS-CoV-2 antigeentest-diagnostiek dus erg goed. Ook kunnen de workflows verschillende vormen van het virus probleemloos aantonen.
Wel liet het onderzoek zien dat er kleine verschillen zitten tussen de workflows wanneer het gaat om het vaststellen van lage concentraties virus in een monster. Wanneer bij een workflow de resultaten visueel beoordeeld worden, kan het lastig zijn om laagst detecteerbare concentraties van het virus altijd vast te kunnen stellen. Goede training van personeel voor visuele beoordeling van resultaten wordt daarom aanbevolen.