Het percentage mensen met een seksueel overdraagbare aandoening (soa (seksueel overdraagbare aandoening )) is voor het eerst sinds 2007 licht gedaald, met 0,4 procent, naar 14,7 procent. Het aantal mensen dat zich bij een Centrum Seksuele Gezondheid (CSG (Centrum Seksuele Gezondheid)) heeft laten testen op een soa is wel gestegen. Dit staat in het RIVM-jaarrapport Sexually transmitted infections, including HIV (humaan immunodeficientievirus), in the Netherlands in 2013.
Net als in voorgaande jaren was chlamydia de meest vastgestelde
soa (seksueel overdraagbare aandoening
) bij de
Centra Seksuele Gezondheid in 2013. Het percentage mensen met
chlamydia daalde ten opzichte van 2012 van 12,2 naar 11,8 procent.
Chlamydia werd het meest vastgesteld bij heteroseksuelen, zowel
mannen als vrouwen, onder de 25 jaar. Het percentage personen met
een gonorroe-infectie bij de Centra Seksuele Gezondheid bleef in
2013 stabiel ten opzichte van 2012 (3,6 procent in 2012 en 3,4
procent in 2013), nadat het in de voorgaande jaren licht was
gestegen. Deze soa werd het meest
gediagnosticeerd bij mannen die seks hebben met mannen
(MSM (mannen die seks hebben met mannen)).
Het aantal personen met een hiv (humaan immunodeficientievirus)-infectie,
gediagnosticeerd bij een van de Centra Seksuele Gezondheid, is in
2013 gelijk gebleven ten opzichte van 2012 (358 versus 356 in
2012). Het percentage positieve testen daalt sinds 2008: van 3,0
procent naar 1,4 procent bij MSM in 2013. Ook het
percentage mensen dat in een laat stadium van een
hiv-infectie bij een hivbehandelcentrum komt, is de
afgelopen jaren gedaald. Dat blijkt uit het jaarrapport van
2013.