RIVM-metingen laten zien dat het verkeer op snelwegen ook in 2020 meer geluid maakte dan Rijkswaterstaat berekende. Dit verschil van 3 decibel is even groot als in 2019. Wel waren door coronamaatregelen en de verlaging van de maximumsnelheid beide geluidniveaus in 2020 lager dan in 2019. Dat staat in de Geluidmonitor 2021. Uit deze cijfers blijkt dat ook in 2020 zogeheten ‘stille banden’ in de praktijk niet zorgen voor minder geluid van snelwegen. De metingen en berekening van geluid door spoorwegen komen wel met elkaar overeen. 

Verschil tussen meten en berekenen door ‘stille banden’

Uit de Geluidmonitor 2021 blijkt dat auto’s niet minder geluid zijn gaan maken sinds het gebruik van stillere banden vanaf 2016. Rijkswaterstaat gaat hier bij de berekening van geluid wel van uit. Dit levert een verschil op van 1-2 decibel. Het verschil kan daarnaast voor een deel verklaard worden doordat bij de meetlocaties ouder asfalt ligt dan op de meeste andere plaatsen in Nederland. Ouder asfalt geeft meer geluid.

Afschaffing aftrek voor stille banden

Op basis van de conclusies in de Geluidmonitor heeft het ministerie van I&W Ministerie van Infrastructuur & Waterstaat (Ministerie van Infrastructuur & Waterstaat) besloten vanaf 1 oktober 2022 de aftrek voor stille banden uit de omgevingsregeling te halen. Op het moment dat de Omgevingswet ingaat wordt bij de berekeningen van geluid met dit effect geen rekening meer gehouden. Het verschil is daarmee grotendeels opgelost.

Wat is de Geluidmonitor

Het RIVM toetst met de Geluidmonitor elk jaar of de berekende en gemeten geluidniveaus van spoor- en snelwegen met elkaar overeenkomen. Dit staat in de Wet milieubeheer. Met deze informatie kan de regelgeving indien nodig aangepast worden.