Om een veilige circulaire economie mogelijk te maken, is informatie over de samenstelling van materialen en producten essentieel. Hierdoor kunnen materialen veilig en hoogwaardig worden hergebruikt of gerecycled. Soms bevatten materialen en producten Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS (Zeer Zorgwekkende Stoffen )). Het RIVM ontwikkelde daarom een methode om samen met gebruikers tot een monitor te komen waarmee de aanwezigheid en risico’s van ZZS kunnen worden gevolgd. Overheden en bedrijven kunnen met deze methode analyseren waar in de keten van productie, (her)gebruik en afvalverwerking ZZS aanwezig zijn en mogelijk gezondheidsrisico’s veroorzaken. Met deze inzichten kan de overgang naar een veilige circulaire economie worden versneld.
Zeer zorgwekkende stoffen
Stoffen met zeer zorgwekkende eigenschappen (ZZS (Zeer Zorgwekkende Stoffen )) kunnen onder andere kanker veroorzaken en de voortplanting belemmeren. Soms bevatten gerecyclede en hergebruikte producten en materialen ZZS die inmiddels verboden zijn. Als deze producten of materialen worden hergebruikt of gerecycled, kunnen ze vrijkomen en in omloop blijven. Doordat er zo veel verschillende ZZS zijn, zijn met de ontwikkelde methode nog niet alle ZZS in hergebruikte materialen en producten te achterhalen. De wetenschappelijke kennis over ZZS ontwikkelt zich echter snel. Het RIVM vult de methode daarom regelmatig aan op basis van nieuwe wetenschappelijke inzichten over ZZS. Twee voorbeelden, piepschuim in woningen en minerale olie in voedselverpakkingen, zijn uitgewerkt om de methode te testen.
Samen ontwikkelen
Beleidsmakers kunnen de door het RIVM ontwikkelde methode gebruiken om beleid voor een circulaire economie op te stellen en voortgang te evalueren. Het RIVM beveelt aan om de uiteindelijke monitor samen met beleidsmakers en het bedrijfsleven te ontwikkelen. Hierdoor kunnen gegevens over ZZS op een efficiënte manier verzameld worden en kennis over ZZS worden ontwikkeld. Dat vergroot de kans om veilig hergebruik en recycling te garanderen.
Veilig, gezond en duurzaam
De Nederlandse overheid streeft naar een volledig circulaire economie in 2050. In deze circulaire economie bestaat geen afval en worden grondstoffen steeds opnieuw gebruikt. Maar in hergebruikte materialen kunnen schadelijke stoffen zitten. Het is daarom belangrijk te weten of het hergebruikte product of gerecycled materiaal veilig is voor mens en milieu. De methode van het RIVM draagt bij aan de overgang naar een veilige circulaire economie.
Werkprogramma Monitoring en Sturing Circulaire Economie 2019-2023
Dit rapport is tot stand gekomen in het kader van het Werkprogramma Monitoring en Sturing Circulaire Economie 2019-2023. Dit werkprogramma is een samenwerkingsverband van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek)), Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden (CML (Centrum voor Milieukunde van de Universiteit Leiden)), het Centraal Planbureau (CPB (Centraal Planbureau)), het RIVM, RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland).nl, Rijkswaterstaat, TNO en de Universiteit Utrecht (UU (Universiteit Utrecht)) onder leiding van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL (Planbureau voor de Leefomgeving)). Het doel van het werkprogramma is om de door het kabinet uitgezette koers naar 2050 te kunnen monitoren en te evalueren en de overheid te voorzien van de kennis die nodig is voor de vormgeving of bijsturing van beleid. Meer informatie over het Werkprogramma Monitoring en Sturing Circulaire Economie is te vinden op https://www.pbl.nl/monitoring-circulaire-economie.