De totale sterfte in Nederland was in de week van 16 april tot en met 22 april 2020 sterk verhoogd. In totaal zijn 4.036 sterfgevallen gemeld. Gewoonlijk verwachten we in deze tijd van het jaar tussen de 2.631 en 2.936 sterfgevallen. Er zijn er nu dus tussen 1.100 en 1.405 meer dan we zouden verwachten. Dit is ongeveer 1,6 keer hoger dan de meldingen die het RIVM krijgt van bevestigde COVID-19 patiënten die zijn overleden. De sterfte was sterk verhoogd in de leeftijdsgroepen 65-74 jaar en 75 jaar en ouder.
Verpleeghuis- en verzorgingshuizen
De oversterfte in verpleeg- en verzorgingshuizen is in week 17 (20 april tot en met 26 april) verder gedaald.
Sterfte onder vrouwen weer hoger dan onder mannen
In week 17 zijn wederom meer vrouwen dan mannen overleden. Het aantal overleden mannen is geschat rond de 1.950 en het aantal overleden vrouwen rond de 2.050. In de afgelopen weken was de sterfte onder mannen steeds hoger dan de sterfte onder vrouwen. Vanaf week 14 werden de verschillen echter kleiner en in week 16 was de sterfte onder vrouwen hoger dan onder mannen. Dat zet in week 17 door.
Oversterfte
Sinds een aantal weken wordt er een oversterfte geconstateerd. De opkomende hogere sterfte valt samen met het begin van de corona-epidemie in Nederland. Een aanzienlijk deel van de oversterfte is naar verwachting gerelateerd aan COVID-19. Welk deel dat is wordt later duidelijk in de doodsoorzakenregistratie.
Het werkelijke aantal mensen dat in Nederland overlijdt aan de gevolgen van het nieuwe coronavirus is hoger dan de gemelde aantallen die het RIVM dagelijks publiceert. Het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) en RIVM monitoren de sterftecijfers in Nederland. Niet alle mensen die in Nederland overlijden zijn getest op COVID-19. Door naar het totaal aantal overledenen per week te kijken zoals gemeld aan het CBS - dus ongeacht de doodsoorzaak - ontstaat een completer beeld van de situatie in Nederland.