Het RIVM heeft een rekenmodel ontwikkeld waarmee de verwachte trillingsniveaus  veroorzaakt door treinen berekend kunnen worden. Het nieuwe rekenmodel ‘Spoortrillingen’ wordt daarnaast ook gebruikt in een onderzoek naar wonen langs het spoor waar de omvang van de blootstelling aan trillingen in beeld wordt gebracht. 

Trillingen door treinen kunnen overlast veroorzaken voor omwonenden. Mensen kunnen last hebben van slaapproblemen en andere gezondheidsklachten. Ook kunnen ze bang zijn voor schade aan woningen. Daarom is het van belang dat bij het maken van  plannen op het spoor en in de bebouwde omgeving rekening kan worden gehouden met mogelijke overlast. Wat is bijvoorbeeld het effect als een ander type goederentrein gaat rijden op een bestaand spoortraject? En hoe groot is bijvoorbeeld de kans op spoortrillingen bij nieuwbouw vlakbij het spoor? 

Met het rekenmodel kan ook eenvoudiger onderzoek worden gedaan naar de mate van de blootstelling aan trillingen en de mogelijke/te verwachten effecten daarvan. Uit een inventariserend onderzoek van het RIVM in 2016 bleek al dat in de praktijk verschillende rekenmodellen werden gebruikt. Elk ingenieursbureau rekende op zijn eigen manier. Er was geen standaard rekenmethode waarmee voorspellingen konden worden gedaan over de te verwachten trillingsniveaus. Ook bleek dat geen van deze gebruikte methodes geschikt is om als uniforme rekenmethode te worden geïntroduceerd. Dankzij deze nieuwe methode is voor iedereen inzichtelijk hoe voorspellingen van trillingsniveaus worden gedaan. Ook is nu een stap voorwaarts gemaakt in de betrouwbaarheid en techniek vergeleken met bestaande methodes.

Versie 1.0.0 beschikbaar gesteld

Het rekenmodel is ontwikkeld in opdracht van het Ministerie van IenW Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat) door een consortium van experts onder leiding van het RIVM. In het consortium nemen verder Cauberg-Huygen, Level Acoustics & Vibration, DGMR, Deltares en Movares deel. Versie 1.0.0 is op 26 mei beschikbaar gesteld aan professionele gebruikers zoals spoorbeheerder ProRail en ingenieursbureaus . Deze gebruikers zullen het model de komende periode inzetten en testen. De ervaringen en resultaten worden gebruikt om het rekenmodel verder te verfijnen en verbeteren.