De troebelheid van het water is bepalend voor de snelheid waarmee nanodeeltjes samenklonteren en onderdeel worden van het sediment. Dit blijkt uit RIVM-onderzoek waarmee Joris Quik vandaag promoveert aan de Radboud Universiteit Nijmegen. De bevindingen dragen bij aan de verbetering van huidige methodes om risico’s van nanomaterialen in water te beoordelen.

Nanodeeltjes kunnen schadelijk zijn voor planten en dieren die in het water leven. Zo blijken er bij koolstofnanodeeltjes op lange termijn al effecten te zijn bij een lage concentratie.

De risico’s hangen enerzijds af van de duur van de blootstelling, anderzijds van het gevaar van de deeltjes zelf. “Doordat we meer weten over de invloed van de troebelheid van water op de verblijfsduur van nanodeeltjes, kan bijvoorbeeld beter worden bepaald waar in de Rijn de deeltjes een risico vormen”, aldus Quik.

Op basis van laboratoriumonderzoek concludeert Quik dat nanodeeltjes in een meertje van 1 meter diep gemiddeld zo’n twee maanden in het water blijven, voordat zij onderdeel worden van het sediment. De verblijfsduur varieert van twee dagen tot twee jaar, afhankelijk van het type deeltjes en het soort water.

Toename én afname van verblijfsduur

De troebelheid van het water zorgt voor een toename én afname van de verblijfsduur van nanodeeltjes in het water. Sommige stoffen die het water troebel maken, zoals stukjes van dode planten of algen en zand, zorgen ervoor dat de nanodeeltjes gemakkelijk samenklonteren en sedimenteren op de bodem.

Maar wanneer er opgelost organisch materiaal aanwezig is, blijken de nanodeeltjes veel trager te sedimenteren, omdat deze humusachtige stoffen verhinderen dat de nanodeeltjes aan elkaar plakken.

Meer onderzoek

Het onderzoek van Quik werd deels vanuit het strategische onderzoeksbudget van het RIVM bekostigd en deels vanuit de EU Europese Unie (Europese Unie). Het RIVM doet meer onderzoek naar de manier waarop nanodeeltjes terechtkomen in water, bodem en sediment. Daarbij kijkt het RIVM zowel naar de verspreiding van de deeltjes als naar de effecten.

We weten steeds meer over het gedrag van nanodeeltjes in het milieu en we weten steeds beter welke deeltjes schade kunnen toebrengen. Maar het lukt nog niet om de risico’s van nieuwe nanodeeltjes tijdig te beoordelen.