De deelname aan het Rijksvaccinatieprogramma (RVP Rijksvaccinatie programma (Rijksvaccinatie programma)) was ook in 2011 onverminderd hoog. Per vaccinatie liep de vaccinatiegraad uiteen van 92 tot 96 procent. De HPV humaan papillomavirus (humaan papillomavirus)-vaccinatie tegen baarmoederhalskanker vormde hierop een uitzondering. De invoering van deze vaccinatie veroorzaakte destijds veel onrust. Ongeveer 56 procent van de meisjes geboren in 1997 is uiteindelijk op 14-jarige leeftijd tegen HPV ingeënt.

Met vrijwillige vaccinatie wordt in Nederland, ook internationaal gezien, een hoge vaccinatiegraad bereikt. Dat is nodig om zo veel mogelijk mensen individueel te beschermen. Voor de meeste ziekten in het RVP Rijksvaccinatie programma (Rijksvaccinatie programma) is het ook van belang om de bevolking als geheel te beschermen tegen uitbraken van bijvoorbeeld mazelen of polio. Deze groepsimmuniteit ontstaat door een hoge vaccinatiegraad. "We zijn goed op weg, maar zijn er nog niet. We moeten echt nog een stapje vooruit. Ik wil heel graag dat we de WHO World Health Organization (World Health Organization )-norm voor het BMR bof, mazelen,rodehond (bof, mazelen,rodehond)-vaccin halen, omdat we daarmee de mazelen kunnen uitroeien" zegt Marina Conyn, programmamanager RVP bij het RIVM.

Deelname per vaccinatie

Voor zuigelingen lag de gemiddelde deelname aan de BMR-, Hib haemophilus influenzae type b (haemophilus influenzae type b)- en meningokokken C-vaccinatie in 2011 op 96 procent. Voor de DKTP Difterie, kinkhoest, tetanus, polio (Difterie, kinkhoest, tetanus, polio)- en pneumokokkenvaccinatie was dat 95 procent. Nederland voldoet daarmee ruim aan de WHO-normen voor polio en mazelen (respectievelijk 90 en 95 procent). Deze minimale vaccinatiegraad is nodig om een goede groepsimmuniteit op te bouwen. De kleuters voldeden ook aan de WHO-norm voor polio. Zij behaalden een vaccinatiegraad van 92 procent met de DKTP-revaccinatie.
De deelname van schoolkinderen aan de DTP Difterie, Tetanus en Poliomyelitis (Difterie, Tetanus en Poliomyelitis)- en BMR-vaccinatie bof, mazelen, rodehond (bof, mazelen, rodehond) was weer iets hoger dan in het verslagjaar 2011 (93 versus 92 procent). De WHO-norm van 95 procent voor de BMR-vaccinatie wordt daarmee voor schoolkinderen nog niet behaald. Deze ondergrens is nodig om mazelen wereldwijd te kunnen uitroeien.
De vaccinatiegraad voor meisjes geboren in 1997, die voor het eerst de HPV humaan papillomavirus (humaan papillomavirus)-vaccinatie binnen het RVP kregen aangeboden, bedroeg 56 procent.

Vóórkomen van RVP-ziekten

Het RIVM-rapport ‘Rijksvaccinatieprogramma in Nederland. Ontwikkelingen in 2011’ geeft een jaarlijkse update van relevante ontwikkelingen op het gebied van vaccins, vaccinatie en vaccinatieprogramma. Zo beschrijft het rapport hoe vaak de ziekten uit het Rijksvaccinatieprogramma in 2010 en 2011 voorkwamen. In het algemeen krijgen relatief weinig mensen de ziekten waartegen gevaccineerd wordt door de hoge vaccinatiegraad in Nederland.

De bofuitbraak die in 2009 onder doorgaans gevaccineerde studenten begon, is nog niet onder controle. Onderzoek naar de verklaring van deze uitbraak loopt. Sinds 1996 komt kinkhoest weer regelmatig voor. Vanaf 2004 vooral onder (jong)volwassenen. Zij vormen een belangrijke besmettingsbron voor jonge zuigelingen. Mazelen kwam in 2010 en 2011 vaker voor in West-Europa, met name in gebieden met een ontoereikende vaccinatiegraad. Zo liepen ook ongevaccineerde Nederlanders deze ziekte in het nabije buitenland op.

Tijdige en volledige vaccinatie belangrijk

Om de Nederlandse kinderen tijdig en volledig te vaccineren, blijft continue aandacht en gezamenlijke inspanning nodig van alle bij het RVP betrokken partijen. Dit wordt onderstreept door de jaarlijkse RIVM-rapportage ‘Vaccinatiegraad Rijksvaccinatieprogramma Nederland, verslagjaar 2012’. De rapportage gaat over de gegevens van zuigelingen die zijn geboren in 2009, kleuters geboren in 2006, schoolkinderen uit 2001 en adolescente meisjes geboren in 1997.

Ook afgelopen jaar blijkt het RVP effectief en veilig te zijn. Continue monitoring blijft nodig om het RVP verder te optimaliseren.