In – vooral het noordoosten van – Nederland zijn op de ochtend van eerste paasdag sterk verhoogde concentraties fijnstof (PM2.5 en PM10 fijnstof (fijnstof)) gemeten als gevolg van het afsteken van paasvuren. Hierbij zijn concentraties in de buitenlucht gemeten boven 100 microgram per kubieke meter. Boven deze waarde noemen we de luchtkwaliteit ‘zeer slecht’. Vorige week waarschuwde het RIVM al voor smog door fijnstof. In de middag van de eerste paasdag daalden de concentraties. Op tweede paasdag haalden de fijnstofconcentraties op de meeste locaties niet de niveaus van de dag ervoor.

De hoge concentraties fijnstof ontstonden door de vele vreugdevuren die tijdens Pasen worden ontstoken in combinatie met het rustige voorjaarsweer met oostelijke stroming. De mogelijke overlast (bijvoorbeeld rook, stof en geur) en het gebied dat hinder ondervindt, is afhankelijk van de windrichting, windsnelheid. Een mogelijke verklaring voor de hoge concentraties op eerste paasdag ligt in het feit dat in Duitsland de paasvuren op zaterdag worden afgestoken. In Nederland is dit meer verspreid over meerdere dagen. In hoeverre het afgelasten van veel paasvuren in Nederland invloed heeft gehad is niet te zeggen.

De video laat het verloop van de fijnstofconcentratie (PM10) in de loop van het weekend zien. Hierbij zijn de resultaten gecombineerd van het officiële meetnet en metingen die burgers met sensoren hebben gedaan in het kader van het project ‘Samen meten aan luchtkwaliteit’.