Om de gezondheid van zwemmers op officiële zwemlocaties te beschermen, gebruiken waterbeheerders in Nederland het Blauwalgenprotocol. Dit protocol vertelt hen hoe ze zwemlocaties moeten controleren op blauwalgen en welke maatregelen ze moeten nemen. Het Blauwalgenprotocol 2020 doet dit volgens de nieuwste inzichten.
Als er veel blauwalgen in zwemwater zitten, kan dat voor overlast (zoals stank) en gezondheidsrisico’s (zoals milde huid- en maagdarmklachten) voor zwemmers zorgen. De kwaliteit van water van officiële zwemlocaties moet aan Europese eisen voldoen.
Blauwalgen kunnen soms giftig zijn. Het is niet altijd mogelijk om het verschil tussen giftige en niet-giftige te zien. Daarom gaat het Blauwalgenprotocol 2020 er voor de zekerheid vanuit dat ze allemaal giftig kunnen zijn. Waterbeheerders controleren zwemlocaties door op locatie de situatie te bekijken. Daarna onderzoeken ze het water in het laboratorium. Ze volgen hierbij een verplichte, vaste procedure. Zo stellen ze vast hoeveel blauwalgen er in het water zitten en hoe groot het risico is.
Als het risico bekend is, worden de maatregelen genomen die daarbij horen. Zwemmers krijgen hierover informatie op de zwemlocatie en op www.zwemwater.nl. Dit kan een waarschuwing, een negatief zwemadvies of een zwemverbod zijn.
Met het juist uitvoeren van het Blauwalgenprotocol 2020 tijdens het zwemseizoen (1 mei – 1 oktober) voldoet Nederland aan de eisen van de Europese Zwemwaterrichtlijn.