In laag-Nederland is de nitraatconcentratie in het grondwater vaak lager dan de norm. Doordat behalve nitraat ook andere vormen van stikstof uitspoelen is de stikstofconcentratie in oppervlaktewater vaak hoger dan norm in dit deel van Nederland. Bovendien is de norm voor stikstof in oppervlaktewater scherper dan de nitraatnorm. De nitraatnorm is een drinkwaternorm, de stikstofnorm is een ecologische norm.

Niet alleen nitraat bepaalt kwaliteit oppervlaktewater

Voor een goede biologische kwaliteit van het oppervlaktewater (eutrofiëringstoestand) is het belangrijk dat er niet teveel stikstof en fosfor in het water terecht komt. Daarbij is het belangrijk om te weten dat nitraat slechts een van de vormen is waarin stikstof in grond- en oppervlaktewater voorkomt. Andere veel voorkomende vormen zijn ammonium en stikstof in organische verbindingen (zie Figuur 1). Alle drie de vormen van stikstof dragen bij aan de stikstofconcentratie. 

Figuur 1 Uit- en afspoeling van stikstof naar oppervlaktewater in laag-Nederland

Normen voor nitraat en stikstof

De EU Europese Unie (Europese Unie) waterkwaliteitsnorm voor nitraat is 50 mg/l, dit is gebaseerd op een gezondheidskundig aspect. Dit geldt voor de verbinding NO3. Omgerekend naar stikstof (N) komt dit overeen met 11,3 mg N per liter. Een stikstofconcentratie van 11,3 mg/l is veel hoger dan de norm voor het bereiken van een goede eutrofiëringstoestand. Deze ecologisch gebaseerde norm verschilt per soort oppervlaktewater in Nederland. Voor sloten is de norm meestal rond de 2,4 mg N per liter. Dat is ongeveer een factor 4 tot 5 lager dan de nitraatnorm. Daar komt nog bij dat er naast nitraat nog andere stikstofverbindingen zijn. Dit wil zeggen dat als de nitraatconcentratie in het uitspoelingswater lager is dan de nitraatnorm, dit nog niet betekent dat het oppervlaktewater voldoende wordt beschermd.

Dat de nitraatnorm hoger is dan de stikstofnorm voor oppervlaktewater hoeft niet persé een probleem te zijn. Nitraat kan in het grondwater en op weg naar de sloot nog worden afgebroken tot stikstofgas. Als de nitraatconcentratie in het water dat uiteindelijk in de sloot terecht komt laag is door afbraak van nitraat tijdens het transport, en ook de ammonium- en organisch-stikstofconcentratie laag zijn, is er geen probleem.  

Grondwater wordt soms snel en soms langzaam oppervlaktewater

Er is een verschil tussen de lager en hoger gelegen gebieden in Nederland als het gaat om hoe de neerslag die op het land valt in het oppervlaktewater terecht komt. In de hoger gelegen gebieden in de Zand- en Lössregio infiltreert het regenwater naar het diepere grondwater en dat water komt pas op de (heel) lange termijn weer in het oppervlaktewater terecht. In deze gebieden is het uitspoelende nitraat een probleem voor het grondwater dat voor de productie van drinkwater wordt gebruikt. In de laag gelegen gebieden in de Klei-, Zand- en Veenregio wordt de neerslag soms al via greppels afgevoerd of komt het bovenste grondwater via drainagebuizen in de sloot. Hierdoor kunnen nitraat, ammonium en organisch stikstof  in deze laag gelegen gebieden gemakkelijker in het oppervlaktewater terechtkomen.

Stikstof in uitspoelings- en slootwater in laag-Nederland

De nitraatnorm alleen is niet voldoende om de kwaliteit van het oppervlaktewater te beschermen. Voor het oppervlaktewater zijn alle stikstofvormen belangrijk. Dat een nitraatnorm alleen niet voldoende is, blijkt uit de metingen op de LMM Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid)-bedrijven. We zien in alle regio’s dat de concentratie van alle opgeloste stikstofverbindingen samen hoger is dan de concentratie nitraatstikstof (zie Figuur 2). Vooral in de Veenregio waar de concentratie nitraatstikstof in het water dat uitspoelt uit de wortelzone vaak laag is. De meeste bedrijven in de Veenregio (bijna 75%) hebben zelfs een nitraatconcentratie lager dan 25 mg/l (=5,6 mg N per liter) in het uitspoelingswater. De concentratie opgelost-stikstof in het uitspoelingswater ligt echter bij 50% van de bedrijven tussen de 6,9 en 9,9 mg/l.

Uit de metingen blijkt ook dat niet alle stikstof in het uitspoelingswater in de sloot terecht komt. De concentratie totaal-stikstof in slootwater in de zomer is lager dan de opgelost-stikstofconcentratie in het uitspoelingswater in de winter (zie Figuur 2). Toch is de totaal-stikstofconcentratie in het slootwater in de zomer bij veel bedrijven hoger dan de norm van 2,4 mg N per liter.

De stikstofnorm voor oppervlaktewater geldt voor de zomer. De norm geldt voor de totaal-stikstofconcentratie, dus inclusief de stikstof in de kleine deeltjes die in het water zweven.

Figuur 2.  Boxplots met concentraties nitraatstikstof en alle opgeloste stikstofverbindingen in uitspoelingswater in de winter en totaal stikstof in slootwater in de zomer per regio voor de periode 2017/’18 – 2019/’20. Een groene blokje laat zien in welk concentratiebereik 50% van de waarnemingen zit. De donkergroene streep in het blokje is de mediaan (de middelste waarneming). De lijnen verbinden het blokje met de 10-percentiel (liggend streepje beneden) en de 90-percentiel (liggend streepje boven). De rode stippellijn is totaal-stikstofnorm voor slootwater van 2,4 mg/l.

Dico Fraters (RIVM )                                                          

LMM e-nieuws special: Op weg naar 30 jaar LMM, september 2021