Met het SPR Strategisch Programma RIVM (Strategisch Programma RIVM)-thema "Leefomgeving en gezondheid" wil het RIVM uitdiepen hoe Nederland ook in de toekomst kan blijven zorgen voor gezonde burgers in een gezonde leefomgeving.
De kwaliteit van onze leefomgeving, zowel fysiek als sociaal, beïnvloedt onze gezondheid. Denk hierbij bijvoorbeeld aan hoe schoon de lucht is, de nabijheid van natuur, of vrienden/familie. Het is belangrijk dat onze leefomgeving ons gezond houdt (schoon water, geen geluidsoverlast), ons stimuleert om fysiek actief te zijn (fietsen, wandelen),  veilig is, uitnodigt tot meedoen in de samenleving, en zelfredzaamheid stimuleert zodat we langer en gezonder in onze eigen omgeving kunnen blijven wonen.

Transitieopgaven en gezondheid

De maatschappij staat voor een aantal grote uitdagingen (transitieopgaven): de overgang naar duurzame energie (energietransitie), aanpassingen aan de gevolgen van klimaatverandering (klimaatadaptatie), efficiënt (her)gebruik van grondstoffen (circulaire economie), de inrichting van de steden en het landelijk gebied, en de invloed die technologische ontwikkelingen daarop hebben (datastromen, 'smart city').

Ook op het gebied van de volksgezondheid zijn er uitdagingen. Zo wordt de bevolking steeds ouder (vergrijzing), wonen mensen steeds langer zelfstandig, zijn er veel mensen met een ongezonde leefstijl (bijvoorbeeld te weinig bewegen, roken), en is er een toename van chronische ziekten en van eenzaamheid.  Daarnaast zijn er zorgen over de toenemende antibioticaresistentie en is het belangrijk om de  blootstelling aan ziekteverwekkers via water en dieren zoveel mogelijk te beperken.

Innovatieve en integrale oplossingen

Om al deze uitdagingen het hoofd te bieden is het belangrijk om tot innovatieve en integrale oplossingen te komen. Binnen het thema "Leefomgeving en gezondheid" wil het RIVM samen met betrokken partners kennis ontwikkelen over hoe de leefomgeving zo kan worden ingericht dat dit de gezondheid bevordert en beschermt. Vernieuwende oplossingen zijn nodig om deze problemen nationaal en regionaal aan te pakken. 
Bij de uitdagingen voor de leefomgeving moet rekening worden gehouden met wat dit betekent voor de gezondheid en vice versa. Daarom is het belangrijk om de doorgaans gescheiden werelden van gezondheid en leefomgeving bij elkaar te brengen en integraal te werken aan een gezonde leefomgeving. We willen daarbij inzetten op ‘koppelkansen’ tussen de genoemde transitieopgaven en gezondheid.

Het RIVM beschikt over zowel expertise op het gebied van de leefomgeving als de gezondheid en maakt deel uit van veel netwerken: een uitstekend uitgangspunt om de benodigde integrale aanpak vorm te geven. Daarnaast heeft het RIVM ervaring met het vertalen van in de praktijk opgedane kennis naar beleid door het effect van maatregelen te onderbouwen en de lessen uit lokale interventies te delen.

Samen met partners

Het RIVM ontwikkelt de integrale kennis op het gebied van leefomgeving en gezondheid samen met partners. Deze partners zijn zowel publiek, bijvoorbeeld GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en, gemeenten, provincies, waterschappen, en omgevingsdiensten, als privaat, bijvoorbeeld ontwerpers. Ook de nationale overheden en koepelorganisaties, zoals de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG Vereniging Nederlandse Gemeenten (Vereniging Nederlandse Gemeenten)), Unie van Waterschappen, en het Interprovinciaal Overleg (IPO Interprovinciaal Overleg (Interprovinciaal Overleg)), zijn belangrijke partners. Uiteraard staat ook de burger centraal in dit programma.

Lopend onderzoek

Voor het SPR Strategisch Programma RIVM (Strategisch Programma RIVM)-thema "Leefomgeving en gezondheid" voert het RIVM de volgende  onderzoeken uit:

Naam onderzoek: PERSPECTIEF

Wat?
Bij gezonde leefomgeving komen onder andere gezondheid, ruimtelijke inrichting en milieufactoren samen. Er is momenteel veel aandacht voor de gezonde leefomgeving in beleid. Denk aan het creëren van groen in steden, ruimte voor spelen en sporten, en het verbeteren van luchtkwaliteit. Beleid rondom de gezonde leefomgeving wordt niet alleen bepaald door ‘technische’ kennis over gezondheid en leefomgeving, maar ook door normatieve overtuigingen die ten grondslag liggen aan beleidskeuzes. Waar werk je naartoe en waarom? In dit project maakt het RIVM deze perspectieven concreter.

Waarom?
Het gebruiken van perspectieven biedt inzicht in waarom beleidskeuzes worden gemaakt en waar deze toe kunnen leiden in de toekomst. Daarnaast biedt het inzicht in waar visies van stakeholders overeenkomsten hebben, en waar deze contrasteren. Door een bredere blik op de leefomgeving te hanteren en normatieve perspectieven mee te nemen, kunnen we tot betere beleidsadvisering komen. 

Hoe?
In een literatuurverkenning wordt gekeken naar gebruik van perspectieven in een andere context. Bijvoorbeeld de Natuurverkenning van het Planbureau voor de Leefomgeving en de VolksgezondheidsToekomstVerkenning van het RIVM. Tijdens stakeholderbijeenkomsten worden belangen en wensen van verschillende partijen op het gebied van gezonde leefomgeving opgehaald en worden perspectieven getoetst. Vervolgens wordt er een instrument ontwikkeld waarmee de perspectieven kunnen worden toegepast. 

Samenwerking
In het project wordt samenwerking gezocht met o.a. het Planbureau voor de Leefomgeving.
Ook werken in dit project mensen die hebben meegewerkt aan vergelijkbare projecten, zoals de VolksgezondheidsToekomstVerkenningen waarin perspectieven op zorg en gezondheid ontwikkeld zijn.

Meer weten?
Zie o.a. Perspectieven | Volksgezondheid Toekomst Verkenning

Naam onderzoek: INCLUSIe van VErschillen in integrale afwegingskaders: inzichten vanuit een complex systeem aanpak over verschillen tussen bevolkingsgroepen in de relatie leefomgeving-gezondheid (INCLUSIVE) 

Wat: 
Met dit project willen we meer inzicht krijgen in hoe stedelijke verdichting, een van de maatschappelijke opgaven van dit moment, van invloed is op de (toekomstige) stedelijke leefomgeving en daarmee op de gezondheid van bewoners. We kijken naar de gezondheid van bewoners in het algemeen en specifiek van bewoners met een lagere sociaaleconomische positie. We gebruiken hiervoor een systeembenadering.

Waarom: 
Door de grote woonopgave en het uitgangspunt om zoveel mogelijk binnen de stedelijke contouren te bouwen, zal in de komende jaren een verdere verdichting van steden optreden. Er is meer kennis nodig over de veranderingen die hierdoor optreden in de leefomgeving en wat het steeds dichter op elkaar wonen van mensen betekent voor de gezondheid van bewoners, met name hun mentale gezondheid. Daarbij is het belangrijk om te differentiëren tussen bewonersgroepen. De sociale en fysieke leefomgeving kan via diverse routes anders uitwerken op de gezondheid van mensen, bijvoorbeeld via verschillen in blootstelling aan omgevingsfactoren (bijv. geluid, groen, sociale cohesie) of door verschillen in persoonskenmerken van mensen, hun gedrag en gezondheidsstatus, waardoor kwetsbare mensen ernstiger gezondheidsklachten kunnen krijgen. 

In integrale afwegingskaders, zoals die gebruikt worden om gezondheid mee te wegen in ruimtelijke planvorming, worden verschillen tussen bewoners nog weinig meegenomen. Hierdoor kunnen beleidsbeslissingen met betrekking tot de leefomgeving (onbedoeld) anders uitpakken voor de gezondheid van specifieke (kwetsbare) groepen. Het is van belang de complexiteit van de relatie tussen leefomgeving en gezondheid beter te integreren in dit soort afwegingskaders. Daarvoor is allereerst meer kennis nodig over die complexe relatie tussen leefomgeving en de gezondheid in het algemeen en van specifieke groepen. Dit project draagt bij aan kennis over de relatie tussen de leefomgeving en gezondheid, specifiek in de context van stedelijke verdichting, en hoe deze kan differentiëren tussen bewonersgroepen.

Hoe:
Door middel van een systeem aanpak is samen met interne en externe experts in kaart gebracht hoe het proces van verdichting, via de fysieke en sociale leefomgeving, de gezondheid van bewoners beïnvloedt en hoe dit verschilt tussen specifieke groepen. Ook is met bewoners een community-based systeemmodel gebouwd om een beter beeld te krijgen van hun perspectief op de relatie leefomgeving en eigen gezondheid in een verdichtende stad. Deze kwalitatieve systeem modellen zijn vervolgens gebruikt om een simulatiemodel te bouwen om te exploreren welk ingrepen in de leefomgeving kunnen helpen bij het voorkomen van negatieve (mentale) gezondheidseffecten als gevolg van stedelijke verdichting. 

Samenwerking: 
We werken samen met het Erasmus MC Erasmus University Medical Center (Erasmus University Medical Center) (Erasmus University Medical Center), met de SPR Strategisch Programma RIVM (Strategisch Programma RIVM)  (Strategisch Programma RIVM), projecten WING en GRIP en met een interdisciplinaire groep van experts om de systeem dynamische modellen mee te construeren.

Naam onderzoek: Boeren en Buren

Wat?
In Venray willen veehouders, omwonenden en de gemeente inzicht krijgen in de concentraties van luchtvervuilende stoffen en van bronnen die daaraan bijdragen. Daarom meten ze gezamenlijk de luchtkwaliteit en de ervaren geurhinder. Hierbij krijgen ze hulp van het RIVM.
Daarnaast onderzoekt het RIVM in hoeverre gezamenlijk meten het vertrouwen tussen boeren, omwonenden en de gemeente kan verbeteren. Dit kan het gesprek over lokale oplossingen voor een duurzame en gezonde veehouderij faciliteren.

Waarom?
Omwonenden van veehouderijen hebben te maken met geuroverlast en maken zich zorgen over hun gezondheid. Ook boeren willen graag inzicht in de mate waarin uitstoot uit hun stallen bijdraagt aan concentraties luchtvervuilende stoffen en geur. Lokaal beleid is erop gericht draagvlak voor de veehouderij te behouden en vergroten. Het RIVM helpt zowel omwonenden als boeren bij het meten van luchtkwaliteit en is zo ‘trusted advisor’ voor alle partijen. Door de lokale belanghebbenden - boeren, omwonenden en de gemeente – samen te brengen, kunnen zij gezamenlijk meten en toewerken naar oplossingen voor een gezonde leefomgeving in de omgeving van veehouderijen.

Hoe?
Boeren en omwonenden worden betrokken bij de onderzoeksvragen en gaan metingen op eigen terrein uitvoeren. Ook omwonenden van snelwegen worden hierbij betrokken. Via interviews, vragenlijsten en observaties tijdens de gezamenlijke sessies onderzoekt het RIVM het aspect “vertrouwen”. Op basis van de resultaten wordt een praktische handreiking opgesteld met geleerde lessen en handelingsperspectieven voor beleidsmakers en adviseurs, zoals de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst).

Meer lezen
Ga naar de projectwebsite: https://www.rivm.nl/boeren-en-buren

Dit project valt ook onder het ondersteunende thema "Perceptie en gedrag".

Naam onderzoek: Boeren en Buren 2. Dit is een vervolg op het project Boeren en Buren. Boeren en Buren startte in Venray om met behulp van metingen door lokale deelnemers inzicht te krijgen in de luchtkwaliteit.

Wat?
Samen meten heeft naar verwachting ook effect op het onderlinge vertrouwen tussen veehouders, omwonenden en de gemeente Venray. Doel van dit vervolgproject is om dat effect beter te kunnen afleiden en begrijpen. Daarbij houden we rekening met de invloed van een steeds veranderende context (zie waarom).

Waarom?
In de periode dat er samen gemeten is, zijn verschillende dingen gebeurd die spanningen tussen deelnemers veroorzaken of vergroten. Er zijn dus andere externe factoren die invloed hebben op het onderlinge vertrouwen dan alleen het gezamenlijk meten. `

Hoe?
Er wordt een meetprogramma opgezet, vragenlijsten gemaakt en interviews gehouden. Voor de analyse gebruiken we de Realist Evaluation benadering. Dat is een methode die helpt te identificeren wat werkt, voor wie, waarom, in welke context en met welke uitkomsten. In de meeste onderzoeken wordt ingegaan op ‘wat’ werkt. De Realist Evaluation benadering biedt de mogelijkheid om ook de ‘waarom’-vraag te beantwoorden.

Meer lezen
Ga naar de projectwebsite: https://www.rivm.nl/boeren-en-buren.

Dit project valt ook onder het ondersteunende thema "Perceptie en gedrag".

Naam onderzoek: DigiBeter op weg naar een gezonde leefomgeving

Wat en waarom?
Digibeter wil de samenhang en ontsluiting van informatie over de leefomgeving en gezondheid verbeteren. Dit maakt de informatieproducten van het RIVM beter bruikbaar, onder meer voor regionale en lokale partners. Dit is mede van belang met het oog op de implementatie van de Omgevingswet.

Hoe?
Door het ontwikkelen en ontsluiten van gevisualiseerde informatieproducten die aansluiten bij de behoefte van de betrokken doelgroepen. Hierbij wordt aansprekende informatie over actuele onderwerpen zoals klimaat, luchtkwaliteit, energie, woonomgeving en sociale omgeving ontsloten. Daarbij wordt gekeken hoe informatie over gezondheidsopgaven voor professionals slim kan worden gekoppeld aan andere maatschappelijke opgaven en ambities. Ook moet de informatie op de website van het RIVM beter vindbaar worden. Hiervoor wordt een landingspagina Leefomgeving en Gezondheid binnen de RIVM-website ontwikkeld. Tenslotte wordt ingezet op de ontwikkeling van een prototype voor een dashboard "gezonde leefomgeving".

Samenwerking
Binnen Digibeter wordt samengewerkt met GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en in Brabant, TELOS (Universitair Kenniscentrum Tilburg), GGD’en in Regio Oost en de provincie Utrecht.

Naam onderzoek: Gezond Klimaat

Wat?
​​​​​​Het RIVM inventariseert welke gezondheidseffecten van klimaatverandering in Nederland optreden. Voorbeelden hiervan zijn: hittestress en daaraan gerelateerde hogere ziekte- en sterftecijfers, slaaptekort, toename van infectieziekten, meer en hevigere allergieklachten bij gevoelige mensen door een langer pollenseizoen, en veranderingen in luchtkwaliteit.

Waarom?
Er zijn al veel initiatieven om klimaatveranderingen te voorkomen en de gevolgen ervan te beperken. Het RIVM brengt in kaart welke instrumenten en maatregelen zijn ontwikkeld om negatieve effecten van klimaatverandering tegen te gaan. En welke positieve effecten van klimaatverandering kunnen worden gestimuleerd.
Ook wordt bij decentrale overheden geïnventariseerd wat hun behoeften aan kennis en mogelijke maatregelen is. Op basis hiervan willen we handelingsopties bieden voor lokaal klimaatbeleid en beleidsinstrumenten helpen ontwikkelen. Denk daarbij aan omgevingsvisies en regionale adaptatiestrategieën.

Hoe?
Aan de hand van de vragen en behoeften van decentrale overheden inventariseren we wetenschappelijke kennis. Dit gebeurt met een literatuurstudie, door het raadplegen van experts en het maken van een overzicht met welke organisaties in Nederland welke kennis en expertises hebben. De opgedane kennis wordt in de regio getoetst. Ook wordt samen nagedacht over lokale maatregelen en hoe die in de regio kunnen worden ingezet.

Samenwerking
Hogeschool Windesheim, Provincie Overijssel, GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)-IJsselland, en anderen.

Meer weten?
Kijk op de pagina klimaat en gezondheid.

Naam onderzoek: Gezonder Klimaat. Dit is een vervolg van SPR Strategisch Programma RIVM (Strategisch Programma RIVM)-project Gezond Klimaat.

Wat?
We brengen de effecten van klimaatverandering op de gezondheid van mensen in Nederland in kaart. Bij voldoende kwantitatieve informatie kan de ziektelast worden bepaald om te na te gaan in hoeverre er sprake is van gezondheidswinst en gezondheidsverlies ten opzichte van de huidige situatie. Of ten opzichte van alternatieve toekomstscenario’s. 

Waarom?
Het klimaat verandert door menselijke activiteiten. Initiatieven om klimaatveranderingen te voorkomen en de gevolgen ervan te beperken nemen alleen maar toe. Klimaatverandering heeft gevolgen voor onze leefomgeving en gezondheid (bijv. hittestress, toename van infectieziekten en allergieklachten, veranderingen luchtkwaliteit). Of al deze effecten optreden, hoe groot ze zijn en of ze relevant zijn voor de Nederland is niet bekend.  

Hoe?
Het project start met een actualisatie van de wetenschappelijke literatuur van de afgelopen jaren. Een raamwerk wordt opgesteld om de dwarsverbanden tussen gezondheidseffecten in kaart te brengen. Vervolgens worden indicatoren opgesteld om de effecten te kwantificeren. Tenslotte worden de indicatoren toegepast op enkele concrete maatregelen om hun bruikbaarheid te toetsen. 

Samenwerking
Voor de indicatorontwikkeling wordt samenwerking opgezet met internationale partners (International Association of National Public Health Institutes, Sante Publique France en de Lancet Countdown). 

Lees meer
Online special Klimaat en Gezondheid van RIVM Magazine en kijk op de pagina klimaat en gezondheid.

Naam onderzoek: Gezondere Ontwerpprincipes voor (kwetsbare) ouderen (GOUD)

Wat?
Dit project heeft kennis verzameld ten behoeve van onderbouwde ontwerpprincipes voor een gezonde inrichting van de fysieke en sociale leefomgeving, met bijzondere aandacht voor en betrokkenheid van ouderen in kwetsbare situaties.

Waarom?
Het aantal ouderen van 65 jaar of ouder verdubbelt tot 2040. Hiermee neemt ook het aantal fysiek, cognitief, psychologisch en/of sociaal kwetsbare ouderen toe. Deze groeiende groep ouderen blijft langer thuis wonen dan voorheen. Dit betekent een toenemende behoefte aan een voor ouderen geschikte fysieke èn sociale leefomgeving. Het is belangrijk dat de omgeving zo ingericht wordt, dat ouderen zich veilig in hun leefomgeving kunnen begeven en voorzieningen in de buurt hebben waarvan zij gebruik kunnen maken. Dat ze zich gelukkig, op hun gemak en thuis voelen. Dat de omgeving uitnodigt tot participatie en zelfredzaamheid bevordert. Daarbij is in het bijzonder aandacht voor ouderen in kwetsbare situaties nodig.

Hoe?
We onderzochten of en op welke wijze in ontwerpprocessen al aandacht wordt besteed aan gezondheid van ouderen in kwetsbare situaties en welke gezond ontwerpprincipes er al zijn. Ook hebben we in kaart gebracht hoe en met welke methoden wensen en behoeften van ouderen in het ontwerpproces kunnen worden meegenomen. Daarnaast hebben we wetenschappelijke kennis verzameld over de invloed van de sociale en fysieke omgeving op de gezondheid van kwetsbare ouderen. Tot slot hebben we in samenwerking met Hogeschool Utrecht, Hanze Hogeschool en Hogeschool van Amsterdam inzichten verzameld uit praktijkcases in Utrecht, Appingedam en Amsterdam. Een klankbordgroep, bestaande uit ruimtelijk ontwerpers, sociaal domein, vertegenwoordigers van de gemeente, GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en, en vertegenwoordigers van ouderen heeft ons geholpen ons onderzoek en de inzichten daaruit aan te scherpen.

Resultaten en conclusies

Onze inzichten zijn samengevat in​ een internationaal wetenschappelijk artikel. Daarnaast hebben we bijgedragen aan het boek ‘The Age Friendly Lens’ en de Inspiratietool gezonde leefomgeving senioren. Ook hebben we onze kennis gedeeld met praktijkpartners uit het sociaal domein in Noord Nederland en met studenten van en Hanze Hogeschool. Studenten van Hogeschool Utrecht hebben mede op basis van onze inzichten een ‘Leefomgevingsscan kwetsbare ouderen’ ontwikkeld, een eenvoudige vragenlijst waarmee de omgeving gescoord wordt op oudervriendelijk ontwerp.

Gezond ontwerp voor en met kwetsbare ouderen blijkt nog in de kinderschoenen te staan. Veel van de huidige kennis en ook de participatiemethoden zijn ‘experience-based’. De wetenschappelijke kennis over de impact van de leefomgeving op de gezondheid van kwetsbare ouderen is beperkt. Hierdoor is het nog niet mogelijk om ‘evidence based’ gezond ontwerpprincipes voor de leefomgeving voor en met ouderen in kwetsbare situaties te ontwikkelen. Een betere verbinding tussen het ruimtelijk en gezondheidsdomein, tussen wetenschap en praktijk, en met (vertegenwoordigers van) kwetsbare ouderen is cruciaal om de volgende stap te kunnen maken.

Naam onderzoek: SMAP+ (SMall Area estimates for Policymakers)

Wat?
Er bestaan verschillende grote periodieke enquêtes, waarin mensen gevraagd wordt naar hun (ervaren) gezondheid, welbevinden en leefstijl. Hiermee kunnen deze onderwerpen landelijk en ook op gemeentelijk niveau gemonitord worden. De enquêtes zijn echter niet groot genoeg om de cijfers ook op wijk- en buurtniveau uit te splitsen. In het SMAP+- project is een model ontwikkeld waarmee dit wel kan. Daarbij wordt gebruik gemaakt van extra informatie uit de microbestanden van het CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek).

Er is gekozen voor een Machine Learning benadering waarbij gebruik gemaakt is van eXtreme Gradient Boosting (XGBoost). Dit is een model dat snel is en generiek toepasbaar. Bovendien biedt het mogelijkheden om ook betrouwbaarheidsintervallen te berekenen. De resultaten zijn vastgelegd in een paper: A machine learning approach to small area estimation: predicting the health, housing and well-being of the population of Netherlands.

Waarom?
Het RIVM werkt met veel partijen samen op regionaal niveau. Vanuit deze samenwerkingsverbanden geven regionale en lokale partijen aan behoefte te hebben aan cijfers op een zo laag mogelijk geografisch schaalniveau. Aangezien dit nog niet beschikbaar was, heeft het RIVM in dit SPR Strategisch Programma RIVM (Strategisch Programma RIVM)-project gezocht naar mogelijkheden hiervoor.

Het RIVM heeft met dit project haar kennis en kunde van Small Area Estimation op niveau gebracht. Dit helpt het RIVM ook om de samenwerking tussen gemeenten, zorgpartijen, GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en en academische werkplaatsen te verbeteren. Hetzelfde geldt voor de samenwerking tussen de sectoren volksgezondheid, gezondheidszorg en fysieke omgeving op het gebied van wijk- en buurtgegevens. We verwachten vanuit elk perspectief een verschillende informatiebehoefte, allemaal met een link naar de gezondheid van mensen.

Hoe?
Vanuit drie perspectieven hebben we geïnventariseerd welke informatiebehoefte er is:

  1. in Groningen vanuit een volksgezondheidsperspectief.
  2. in regio Oost (de Gelderse en Overijsselse GGD’en) vanuit de fysieke omgeving.
  3. in Haaglanden vanuit het zorgperspectief.

Samenwerking
Aletta Jacobsschool, Provincie Groningen, Hanzehogeschool Groningen, Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Noord-Nederland, Gezondheidsregio Gelderland Midden, GGD Gelderland-Zuid, GGD Noord- en Oost-Gelderland, GGD Twente, GGD IJsselland, en het consortium Gezond en Gelukkig Den Haag (waarin vertegenwoordigd: LUMC Leids Universitair Medisch Centrum (Leids Universitair Medisch Centrum)(Leids Universitair Medisch Centrum) campus Den Haag, Gemeente Den Haag, Haaglanden.

Resultaten
Data op RIVM Statline
Buurtatlas: gezondheid per buurt, wijk en gemeente

Naam onderzoek: Inwonerparticipatie ondersteunD met informatie En kennis over leefomgeving En gezondheid (IDEE). Dit is een vervolg op project IDEE 1.

Wat?
Het RIVM wil burgers meer betrekken bij het ontwikkelen en benutten van kennis van een gezonde leefomgeving. Dit project is gericht op meer inzicht in hoe het RIVM dat goed kan doen. Vanuit onze maatschappelijke opdracht om met informatie en kennis bij te dragen aan een gezonde leefomgeving.

Waarom?
Er zijn steeds meer burgerinitiatieven op het gebied van leefomgeving en gezondheid. Ook lokale overheden betrekken inwoners steeds vaker actief bij beleid en activiteiten over leefomgeving en gezondheid. Dat komt onder andere door de nieuwe Omgevingswet. De verwachting is dat beleid hierdoor beter aansluit bij de perspectieven, prioriteiten en ervaringen van bewoners en daardoor succesvoller wordt. Toch ontbreken vaak handvatten om burgerparticipatie goed vorm te geven. Het RIVM kan informatie en kennis aanreiken aan lokale overheidspartijen en burgers voor het vormgeven van bijvoorbeeld een gezonde wijk of duurzaam schoolplein, het meten van geluid of luchtvervuiling.

Hoe?
Het RIVM verkent in een aantal casussen hoe je burgers het beste kan betrekken bij het ontwikkelen van initiatieven. Per casus werkt het RIVM samen met lokale en regionale partijen, burgers en burgerinitiatieven. Daarbij kijken we naar de behoefte aan informatie en ondersteuning, en hoe het RIVM die kan invullen. Alle casussen worden geëvalueerd, waardoor we leren welke effecten burgerparticipatie heeft op bijvoorbeeld het vertrouwen in de meetresultaten. Het RIVM kan zich door het opdoen van ervaring verder ontwikkelen in burgerparticipatie in de gezonde leefomgeving. De geleerde lessen worden actief gedeeld met betrokkenen en geïnteresseerden.

Wat levert het op?
Burgerparticipatie leidt tot andere onderzoeksvragen, onderzoek en andere uitkomsten dan  onderzoek waarin niet wordt samengewerkt met burgers. Uit experimenten die zijn afgerond of nog lopen blijkt dat burgers het sterk waarderen om toegang te hebben tot de kennis van experts en andersom. Tegelijkertijd is burgerparticipatie nog geen garantie voor ander beleid, omdat de opgedane kennis niet automatisch wordt vertaald in besluiten waar burgers tevreden mee zijn. Het is belangrijk om grenzen van wat het RIVM hierin doet te erkennen en te communiceren.  

Er zijn verschillende vormen van burgerparticipatie die passen bij de rol van het RIVM. Een voorbeeld is burgers helpen om zelf metingen te doen.  Soms is het passend om burgers mee te laten denken over het hele onderzoekstraject. 

Naam onderzoek: WATCHURG

Wat?
Het RIVM gaat een kwaliteitscheck ontwikkelen waarmee risico’s van stedelijk water en aangrenzend groen kunnen worden geschat. Lokaal-regionale partijen kunnen dit instrument zelfstandig gebruiken. De tool biedt ook handelingsperspectieven.

Waarom?
Water en groen in steden hebben een positief effect op de gezondheid van inwoners. Maar door water en groen kunnen mensen ook in contact komen met ziekteverwekkers, bijvoorbeeld door microbiologisch verontreinigd stedelijk water of teken die aanwezig zijn in openbaar groen. Bij het plannen, ontwerpen, realiseren en beheren van stedelijk water en groen moeten mogelijke gezondheidsrisico’s zo veel mogelijk worden beperkt. Op dit moment houden lokaal-regionale bestuurders niet altijd rekening met deze risico’s. Het ontbreekt hun aan kennis en expertise, bewustzijn van de problematiek of een concreet handelingsperspectief.

Hoe?
In interviews kunnen onder andere gemeenten, waterschappen, GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)'en, en provincies hun problemen en behoeften rondom stedelijk water en groen duidelijk maken. Ook worden bestaande tools en beschikbare data geïnventariseerd. Met de uitkomsten van de interviews en de verzamelde gegevens wordt de kwaliteitscheck ontwikkeld en daarna toegepast in praktijksituaties met stedelijk water en groen. De kwaliteitscheck wordt uitgerust met modules met achtergrondinformatie en handelingsperspectieven, die worden ontwikkeld op basis van behoeften van belanghebbenden, literatuur en expertise van de teamleden.

Samenwerking
In het project zal worden samengewerkt met lokale partners. Deze zullen worden geselecteerd op basis van de eerste fase in het project.

Naam onderzoek: SLIM

Wat?
Het RIVM wil de samenwerking verbeteren met lokale en regionale partners die werken aan een gezonde leefomgeving. Inzicht is nodig in hoe deze samenwerking kan worden verbeterd. Ook moet duidelijker worden hoe het RIVM de lokale en regionale partners kan ondersteunen in hun behoefte aan kennis en informatie.

Waarom?
Samenwerken is belangrijk omdat een gezonde leefomgeving door veel factoren wordt beïnvloed, zoals de voorzieningen in een wijk, luchtkwaliteit (zoals fijnstof en geurhinder), nachtelijk licht, geluid, maar ook sociale omgeving en (verkeers)veiligheid. Daardoor zijn verschillende partners nodig om gezamenlijk een gezondere leefomgeving te creëren. Bovendien vragen grote maatschappelijke agenda’s – het klimaatakkoord, zorgakkoord en de Omgevingswet - om een praktische invulling op lokaal niveau met meerdere partners.

Hoe?
Dit praktijkgerichte onderzoek deelt continu de resultaten met de betrokkenen zodat deze direct in de praktijk benut kunnen worden. De ervaringen met deze nieuwe kennis dragen bij aan de op te bouwen kennisbasis. De resultaten zullen worden ontsloten via praktische handreikingen en wetenschappelijke publicaties.

Resultaat?
Samen met SPR Strategisch Programma RIVM (Strategisch Programma RIVM) IDEE is een Community of Practice opgezet waarbij we kennis uitwisselen met RIVM collega’s.
Er is een wetenschappelijk artikel geschreven over de eerste ervaringen van partners  in samenwerkingsprojecten gericht op een gezonde leefomgeving. Hierbij zijn strategieën geformuleerd en hoe en in welke context deze werken. 

Zie:
Cross-Sector Collaboration for a Healthy Living Environment—Which Strategies to Implement, Why, and in Which Context? Artikel in Int J Environ Res and Publ Health 2020; 17(17):6250
 

Naam onderzoek: SLIM 2.0. Dit is een vervolg op SLIM 1. 

Wat?
In SLIM 1 is kennis ontwikkeld om een goede regionale samenwerking voor een gezonde leefomgeving op te zetten in projecten.  Er zijn hierbij eerste leidende principes ontwikkeld voor zowel RIVM als de regionale partners. SLIM 2.0 richt zich onder andere op de voortgang van de samenwerking binnen deze projecten. En de ontwikkeling van de nodige handvatten en inzichten. Moeten eerdere inzichten die goed leken na ervaring toch worden aangepast? Of zijn er extra inzichten? En wat vraagt het van regionale partners en het RIVM om een project succesvol af te ronden? Ook wordt met het SPR Strategisch Programma RIVM (Strategisch Programma RIVM) SLIM 2.0, in aanvulling op de projectgerichte samenwerking, nadrukkelijk aandacht besteed aan projectoverstijgende langdurige samenwerkingen. Hiermee worden de inzichten verbreed in lijn met de variatie aan samenwerkingsvormen waarin het RIVM betrokken is.

Waarom?
Gemeenten en regio’s hebben steeds meer verantwoordelijkheid om invulling te geven aan beleidsagenda’s, waarbij onder andere het realiseren van een gezonde leefomgeving de nadruk krijgt. Een goede samenwerking is daarbij belangrijk, omdat de betrokken partners van elkaar afhankelijk zijn bij het realiseren van een gezonde leefomgeving. Dit geldt zowel voor het RIVM in de uitvoering van haar taken als voor verschillende partners binnen de regio.

Hoe?
We vergroten het inzicht over hoe regionale en lokale partners succesvol kunnen samenwerken om een gezonde leefomgeving vorm te geven. En welke rol het RIVM hierbij kan innemen.

Resultaat?
Er is een wetenschappelijk artikel opgeleverd over strategieën gedurende het samenwerkingsproces in projecten. Het is belangrijk om bewust te zijn dat het samenwerkingsproces een regelmatige herijking van strategieën vergt. Zie het artikel hier: How to collaborate for health throughout the project timeline – a longitudinal study reflecting on implemented strategies in three projects for a healthy living environment BMC Public Health 2023: 23:67

SLIM stopt nog niet! Wij gaan nog door met onderzoek naar het samenwerkingsproces in langdurige samenwerkingen tot half 2025. Nieuwe inzichten m.b.t. langdurige samenwerking zullen dan ook de komende jaren nog gedeeld worden. 

Er zijn verschillende sessies georganiseerd binnen de opgezette Community of Practice lokaal en regionaal samenwerken. Aangezien SLIM nog langer doorloopt zullen er nog nieuwe sessies binnen de CoP worden georganiseerd. Houdt hiervoor Insite in de gaten of meld je aan voor de mailinglijst van de CoP bij natascha.van.vooren@rivm.nl. Wees welkom om aan te sluiten!

Naam onderzoek: Wetenschappelijke onderbouwing van de relaties tussen leefomgeving en gezondheid (WING)

Wat?Het doel was om actuele wetenschappelijke kennis over de relatie leefomgeving en gezondheid op systematische wijze te verzamelen en breed te ontsluiten. Het belangrijkste product van dit project is een actuele wetenschappelijke literatuur database over de effecten van de leefomgeving op gezondheid. Daarnaast zijn belangrijke thema’s en kennislacunes geïdentificeerd dat kan bijdragen aan kennisontwikkeling. De methode hiervoor en deze bevindingen zijn in een protocol en een wetenschappelijke publicatie vastgelegd.

Waarom?De leefomgeving heeft een belangrijke invloed op welzijn, lichamelijke en mentale gezondheid. Een gezonde leefomgeving moet gezondheid beschermen en uitnodigen tot gezond gedrag. Het is voor het RIVM van belang om de wetenschappelijke kennis en ontwikkelingen daarin goed bij te houden, zodat kennisvragen vanuit beleid en praktijk goed beantwoord kunnen worden.

Hoe?Om de wetenschappelijke kennis en de omvang van de beschikbare literatuur in kaart te brengen hebben we een scoping review (literatuurstudie) uitgevoerd. De centrale onderzoeksvraag was: Wat is er bekend uit de recente wetenschappelijke literatuur over de relatie tussen leefomgeving en gezondheid? De scoping review bestaat uit het uitvoeren van een literatuurzoekopdracht, het selecteren van geschikte studies aan de hand van inclusie- en exclusiecriteria, en data analyse en visualisatie uit geïncludeerde studies.

Naam onderzoek: SUSCO

Wat?
Met het SPR Strategisch Programma RIVM (Strategisch Programma RIVM)-project SUSCO willen we meer onderbouwing bieden voor het lokale voedselomgevingsbeleid door meer inzicht te krijgen en geven in de mogelijke maatregelen. Hierbij letten we niet alleen op gezondheid maar ook op duurzaamheid en het verkleinen van sociaal-economische verschillen in de bevolking.

Waarom?
Onderzoek naar onze voedselconsumptie laat zien dat in Nederland het voedingspatroon gezonder en milieuvriendelijker kan. Aanpassingen in de voedselomgeving kunnen deze transitie naar een gezonde en duurzame voeding ondersteunen.

Hoe?
We gaan in dit project bestaande inzichten bij elkaar brengen. Verder gaan we een onderzoek uitvoeren en via agent-based-modelling effecten in kaart brengen. Omdat er in Nederland al heel veel gebeurt op dit gebied, willen we een goede afstemming met andere partijen die hier ook aan werken. Daarnaast willen we er alles aan doen om de opgehaalde kennis goed te laten landen bij de betreffende partijen.

Samenwerking

  • Gemeenten
  • GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)-en
  • Voedingscentrum
  • Universiteiten

Naam onderzoek: Handreiking Beoordeling gezondheidseffecten LeefOmGeving (BLOG)

Wat?
We ontwikkelden een handreiking om impact op gezondheid en welzijn te beoordelen in relatie tot de leefomgeving. Het proces en basisprincipes zijn stapsgewijs beschreven. Methoden en indicatoren worden toegelicht met voorbeelden van toepassingen op nationale, regionale of lokale schaal. De handreiking laat zien hoe je eHIA (environmental health impact assessment) kan uitvoeren en in welke context zoals Omgevingswet, milieu-effectrapportage, MKBA maatschappelijke kosten-batenanalyse (maatschappelijke kosten-batenanalyse) (maatschappelijke kosten-batenanalyse) en VTV Volksgezondheid Toekomst Verkenning (Volksgezondheid Toekomst Verkenning) (Volksgezondheid Toekomst Verkenning). Binnen én buiten het RIVM.

Waarom?
De afgelopen jaren bleven vragen binnenkomen bij het RIVM op gebied van beoordeling gezondheidseffecten leefomgeving (eHIA). Vragen over het beoordelen van gezondheidseffecten van specifieke plannen of situaties, maar ook over gebruik van specifieke instrumenten. Daarnaast berekent het RIVM voor specifieke milieufactoren de gezondheidsimpact. Een gedeelde visie over uitgangspunten en aanpak van deze berekeningen misten we echter binnen het RIVM: hoe kunnen de positieve en negatieve effecten op de gezondheid, welzijn en beleving in samenhang met elkaar geëvalueerd worden?

Hoe?
We benutten internationale voorbeelden uit wetenschappelijke en grijze literatuur op gebied van eHIA en welzijn/beleving. Daarnaast benutten we opgedane kennis en methoden uit SPR Strategisch Programma RIVM (Strategisch Programma RIVM) (Strategisch Programma RIVM )- en andere RIVM-projecten. Daartoe organiseerden we bijeenkomsten met interne en externe experts op gebied van eHIA en toekomstige gebruikers. Zo kregen we een goed beeld van de wensen vanuit de praktijk, verrijkten we de bestaande kennis, en ontwikkelden we gedeelde basisprincipes. 

Samenwerking

  • We organiseerden bijeenkomsten met interne en externe experts op gebied van eHIA en toekomstige gebruikers zoals GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)-en, commissie m.e.r., omgevingsdiensten, gemeenten, provincies, RWS Rijkswaterstaat (Rijkswaterstaat).

Naam onderzoek: integrale gezondheidseffecten van ruimtelijke plannen (GRIP)

Wat?
We onderzochten de invloed van een beweegvriendelijke en groene leefomgeving op gezondheid met de wens om deze invloed te kunnen kwantificeren. 

In een umbrella-review beschreven we de relaties tussen bewegen en concrete eigenschappen van de leefomgeving. Dit resulteerde in overzicht van kwalitatieve relaties. Er bleken weinig onderzoeken zich te richten op kwantitatieve relaties.  
Voor het onderwerp groen, ging het team uit diverse disciplines verder met de literatuur uit WING en is de combinatie gemaakt met een eerdere kennisbundeling over groen en gezondheid én het bestaande GroeneBatenPlanner-model. De uitkomsten van GRIP bieden mogelijkheden om gezondheidsimpact van groen ook te kunnen kwantificeren. Het denkmodel is vertaald naar een rekenmethode en is toegepast in een casus.
Als resultaat kunnen we dan inschatten hoe maatregelen op het gebied van groen en beweegvriendelijkheid van invloed zijn op gezondheid in de bevolking.

Waarom?
Natuurlijk! Een gezonde omgeving is beweegvriendelijk en het groen en water lokt je naar buiten... Hierover adviseren we al jaren, maar het is nog lastig om concreet te maken hóe dat er dan uitziet en wát en hoe groot dan de gezondheidswinst zou zijn. Belangrijke beslisinformatie voor planologen en beleidsmakers om óók effecten op gezondheid van hun plannen te onderbouwen en af te wegen in integrale afwegingen bij (her)inrichting en ruimtelijke plannen.

Hoe?
De eerste stap was om causale relaties tussen kenmerken van de fysieke leefomgeving (urban form en groen) en gezondheid te verzamelen in een conceptueel model. We selecteerden kwalitatieve en kwantitatieve relaties uit de grijze en wetenschappelijke literatuur. Dit is vervolgens in een casestudy toegepast. 

Samenwerking

  • Het diverse projectteam bestaat uit mensen vanuit DMG Department of Sustainability, Environment and health (Department of Sustainability, Environment and health), VPZ Voeding, Preventie en Zorg (Voeding, Preventie en Zorg), VSP Veiligheid Stoffen en Producten (Veiligheid Stoffen en Producten) en Z&O Zoönosen en Omgevingsmicrobiologie (Zoönosen en Omgevingsmicrobiologie).
  • We gebruikten een dataset die binnen SPR Strategisch Programma RIVM (Strategisch Programma RIVM) WING was samengesteld
  • We werken samen met IRAS Institute of Risk Assessment Sciences (Institute of Risk Assessment Sciences)  (UU Universiteit Utrecht (Universiteit Utrecht)).