Met het SPR (Strategisch Programma RIVM
)-thema "Leefomgeving en gezondheid" wil het RIVM uitdiepen hoe Nederland ook in de toekomst kan blijven zorgen voor gezonde burgers in een gezonde leefomgeving.
De kwaliteit van onze leefomgeving, zowel fysiek als sociaal, beïnvloedt onze gezondheid. Denk hierbij bijvoorbeeld aan hoe schoon de lucht is, de nabijheid van natuur, of vrienden/familie. Het is belangrijk dat onze leefomgeving ons gezond houdt (schoon water, geen geluidsoverlast), ons stimuleert om fysiek actief te zijn (fietsen, wandelen), veilig is, uitnodigt tot meedoen in de samenleving, en zelfredzaamheid stimuleert zodat we langer en gezonder in onze eigen omgeving kunnen blijven wonen.
Transitieopgaven en gezondheid
De maatschappij staat voor een aantal grote uitdagingen (transitieopgaven): de overgang naar duurzame energie (energietransitie), aanpassingen aan de gevolgen van klimaatverandering (klimaatadaptatie), efficiënt (her)gebruik van grondstoffen (circulaire economie), de inrichting van de steden en het landelijk gebied, en de invloed die technologische ontwikkelingen daarop hebben (datastromen, 'smart city').
Ook op het gebied van de volksgezondheid zijn er uitdagingen. Zo wordt de bevolking steeds ouder (vergrijzing), wonen mensen steeds langer zelfstandig, zijn er veel mensen met een ongezonde leefstijl (bijvoorbeeld te weinig bewegen, roken), en is er een toename van chronische ziekten en van eenzaamheid. Daarnaast zijn er zorgen over de toenemende antibioticaresistentie en is het belangrijk om de blootstelling aan ziekteverwekkers via water en dieren zoveel mogelijk te beperken.
Innovatieve en integrale oplossingen
Om al deze uitdagingen het hoofd te bieden is het belangrijk om tot innovatieve en integrale oplossingen te komen. Binnen het thema "Leefomgeving en gezondheid" wil het RIVM samen met betrokken partners kennis ontwikkelen over hoe de leefomgeving zo kan worden ingericht dat dit de gezondheid bevordert en beschermt. Vernieuwende oplossingen zijn nodig om deze problemen nationaal en regionaal aan te pakken.
Bij de uitdagingen voor de leefomgeving moet rekening worden gehouden met wat dit betekent voor de gezondheid en vice versa. Daarom is het belangrijk om de doorgaans gescheiden werelden van gezondheid en leefomgeving bij elkaar te brengen en integraal te werken aan een gezonde leefomgeving. We willen daarbij inzetten op ‘koppelkansen’ tussen de genoemde transitieopgaven en gezondheid.
Het RIVM beschikt over zowel expertise op het gebied van de leefomgeving als de gezondheid en maakt deel uit van veel netwerken: een uitstekend uitgangspunt om de benodigde integrale aanpak vorm te geven. Daarnaast heeft het RIVM ervaring met het vertalen van in de praktijk opgedane kennis naar beleid door het effect van maatregelen te onderbouwen en de lessen uit lokale interventies te delen.
Samen met partners
Het RIVM ontwikkelt de integrale kennis op het gebied van leefomgeving en gezondheid samen met partners. Deze partners zijn zowel publiek, bijvoorbeeld GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en, gemeenten, provincies, waterschappen, en omgevingsdiensten, als privaat, bijvoorbeeld ontwerpers. Ook de nationale overheden en koepelorganisaties, zoals de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten)), Unie van Waterschappen, en het Interprovinciaal Overleg (IPO (Interprovinciaal Overleg)), zijn belangrijke partners. Uiteraard staat ook de burger centraal in dit programma.
Lopend onderzoek
Voor het SPR (Strategisch Programma RIVM )-thema "Leefomgeving en gezondheid" voert het RIVM de volgende onderzoeken uit:
Naam onderzoek: PERSPECTIEF
Wat?
Bij gezonde leefomgeving komen onder andere gezondheid, ruimtelijke inrichting en milieufactoren samen. Er is momenteel veel aandacht voor de gezonde leefomgeving in beleid. Denk aan het creëren van groen in steden, ruimte voor spelen en sporten, en het verbeteren van luchtkwaliteit. Beleid rondom de gezonde leefomgeving wordt niet alleen bepaald door ‘technische’ kennis over gezondheid en leefomgeving, maar ook door normatieve overtuigingen die ten grondslag liggen aan beleidskeuzes. Waar werk je naartoe en waarom? In dit project maakt het RIVM deze perspectieven concreter.
Waarom?
Het gebruiken van perspectieven biedt inzicht in waarom beleidskeuzes worden gemaakt en waar deze toe kunnen leiden in de toekomst. Daarnaast biedt het inzicht in waar visies van stakeholders overeenkomsten hebben, en waar deze contrasteren. Door een bredere blik op de leefomgeving te hanteren en normatieve perspectieven mee te nemen, kunnen we tot betere beleidsadvisering komen.
Hoe?
In een literatuurverkenning wordt gekeken naar gebruik van perspectieven in een andere context. Bijvoorbeeld de Natuurverkenning van het Planbureau voor de Leefomgeving en de VolksgezondheidsToekomstVerkenning van het RIVM. Tijdens stakeholderbijeenkomsten worden belangen en wensen van verschillende partijen op het gebied van gezonde leefomgeving opgehaald en worden perspectieven getoetst. Vervolgens wordt er een instrument ontwikkeld waarmee de perspectieven kunnen worden toegepast.
Samenwerking
In het project wordt samenwerking gezocht met o.a. het Planbureau voor de Leefomgeving.
Ook werken in dit project mensen die hebben meegewerkt aan vergelijkbare projecten, zoals de VolksgezondheidsToekomstVerkenningen waarin perspectieven op zorg en gezondheid ontwikkeld zijn.
Meer weten?
Zie o.a. Perspectieven | Volksgezondheid Toekomst Verkenning
Naam onderzoek: INCLUSIe van VErschillen in integrale afwegingskaders: inzichten vanuit een complex systeem aanpak over verschillen tussen bevolkingsgroepen in de relatie leefomgeving-gezondheid (INCLUSIVE)
Wat:
Met dit project willen we meer inzicht krijgen in hoe de leefomgeving uitwerkt op de gezondheid van bewoners met verschillende sociaaleconomische posities en culturele achtergronden. Daarbij is gekozen voor de invalshoek van stedelijke verdichting; een van de maatschappelijke opgaven van dit moment die van invloed is op de (toekomstige) stedelijke leefomgeving en daarmee gezondheid.
Waarom:
De sociale en fysieke leefomgeving kan via diverse routes anders uitwerken op de gezondheid van mensen, bijvoorbeeld via verschillen in blootstelling aan omgevingsfactoren (bijv. geluid, groen, sociale cohesie) of door verschillen in persoonskenmerken van mensen, hun gedrag en gezondheidsstatus, waardoor kwetsbare mensen ernstiger gezondheidsklachten kunnen krijgen. In integrale afwegingskaders, zoals afwegingskaders die gebruikt worden om gezondheid mee te wegen in ruimtelijke planvorming, worden deze verschillen tussen bewoners nog weinig meegenomen. Hierdoor kunnen beleidsbeslissingen met betrekking tot de leefomgeving (onbedoeld) anders uitpakken voor de gezondheid van specifieke (kwetsbare) groepen. Het is daarom van belang de complexiteit van de relatie tussen leefomgeving en gezondheid beter te integreren in dit soort afwegingskaders. Daarvoor is allereerst meer kennis nodig over die complexe relatie tussen leefomgeving en de gezondheid van specifieke groepen, zoals mensen met een lage sociaaleconomische positie (SEP). Deze bewoners zijn vaak ondervertegenwoordigd in ruimtelijke ontwerpprocessen en vaak kwetsbaarder qua gezondheid. Ook wordt aangenomen dat zij meer tijd doorbrengen in hun directe woonomgeving. De context van stedelijke verdichting is gekozen, omdat door de grote woonopgave en het uitgangspunt om zoveel mogelijk binnen de stedelijke contouren te bouwen, een verdere verdichting van steden zal optreden. Er is meer kennis nodig over de veranderingen die hierdoor optreden in de leefomgeving en wat het steeds dichter op elkaar wonen van mensen betekent voor de gezondheid van bewoners, met name hun mentale gezondheid.
Hoe:
Door middel van een systeem aanpak gaan we samen met interne en externe experts in kaart brengen hoe het proces van verdichting, via de fysieke en sociale leefomgeving, de gezondheid van bewoners beïnvloedt en hoe dit verschilt tussen specifieke groepen. Ook gaan we met groepen bewoners een community-based systeemmodel bouwen om een beter beeld te krijgen van hun perspectief op de relatie leefomgeving en eigen gezondheid in een verdichtende stad. Deze kwalitatieve systeem modellen gebruiken we vervolgens om een simulatiemodel te bouwen om te exploreren welk ingrepen in de leefomgeving kunnen helpen bij het tegengaan van gezondheidsverschillen als gevolg van stedelijke verdichting en onder welke omstandigheden interventies wel of niet helpen.
Samenwerking:
We werken samen met het Erasmus MC (Erasmus University Medical Center), met de SPR (Strategisch Programma RIVM
) projecten WING en GRIP en met een interdisciplinaire groep van experts om de systeem dynamische modellen met te construeren.
Naam onderzoek: Boeren en Buren
Wat?
In Venray willen veehouders, omwonenden en de gemeente inzicht krijgen in de concentraties van luchtvervuilende stoffen en van bronnen die daaraan bijdragen. Daarom meten ze gezamenlijk de luchtkwaliteit en de ervaren geurhinder. Hierbij krijgen ze hulp van het RIVM.
Daarnaast onderzoekt het RIVM in hoeverre gezamenlijk meten het vertrouwen tussen boeren, omwonenden en de gemeente kan verbeteren. Dit kan het gesprek over lokale oplossingen voor een duurzame en gezonde veehouderij faciliteren.
Waarom?
Omwonenden van veehouderijen hebben te maken met geuroverlast en maken zich zorgen over hun gezondheid. Ook boeren willen graag inzicht in de mate waarin uitstoot uit hun stallen bijdraagt aan concentraties luchtvervuilende stoffen en geur. Lokaal beleid is erop gericht draagvlak voor de veehouderij te behouden en vergroten. Het RIVM helpt zowel omwonenden als boeren bij het meten van luchtkwaliteit en is zo ‘trusted advisor’ voor alle partijen. Door de lokale belanghebbenden - boeren, omwonenden en de gemeente – samen te brengen, kunnen zij gezamenlijk meten en toewerken naar oplossingen voor een gezonde leefomgeving in de omgeving van veehouderijen.
Hoe?
Boeren en omwonenden worden betrokken bij de onderzoeksvragen en gaan metingen op eigen terrein uitvoeren. Ook omwonenden van snelwegen worden hierbij betrokken. Via interviews, vragenlijsten en observaties tijdens de gezamenlijke sessies onderzoekt het RIVM het aspect “vertrouwen”. Op basis van de resultaten wordt een praktische handreiking opgesteld met geleerde lessen en handelingsperspectieven voor beleidsmakers en adviseurs, zoals de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst).
Meer lezen
Ga naar de projectwebsite: https://www.rivm.nl/boeren-en-buren
Dit project valt ook onder het ondersteunende thema "Perceptie en gedrag".
Naam onderzoek: Boeren en Buren 2. Dit is een vervolg op het project Boeren en Buren. Boeren en Buren startte in Venray om met behulp van metingen door lokale deelnemers inzicht te krijgen in de luchtkwaliteit.
Wat?
Samen meten heeft naar verwachting ook effect op het onderlinge vertrouwen tussen veehouders, omwonenden en de gemeente Venray. Doel van dit vervolgproject is om dat effect beter te kunnen afleiden en begrijpen. Daarbij houden we rekening met de invloed van een steeds veranderende context (zie waarom).
Waarom?
In de periode dat er samen gemeten is, zijn verschillende dingen gebeurd die spanningen tussen deelnemers veroorzaken of vergroten. Er zijn dus andere externe factoren die invloed hebben op het onderlinge vertrouwen dan alleen het gezamenlijk meten. `
Hoe?
Er wordt een meetprogramma opgezet, vragenlijsten gemaakt en interviews gehouden. Voor de analyse gebruiken we de Realist Evaluation benadering. Dat is een methode die helpt te identificeren wat werkt, voor wie, waarom, in welke context en met welke uitkomsten. In de meeste onderzoeken wordt ingegaan op ‘wat’ werkt. De Realist Evaluation benadering biedt de mogelijkheid om ook de ‘waarom’-vraag te beantwoorden.
Meer lezen
Ga naar de projectwebsite: https://www.rivm.nl/boeren-en-buren.
Dit project valt ook onder het ondersteunende thema "Perceptie en gedrag".
Naam onderzoek: DigiBeter op weg naar een gezonde leefomgeving
Wat en waarom?
Digibeter wil de samenhang en ontsluiting van informatie over de leefomgeving en gezondheid verbeteren. Dit maakt de informatieproducten van het RIVM beter bruikbaar, onder meer voor regionale en lokale partners. Dit is mede van belang met het oog op de implementatie van de Omgevingswet.
Hoe?
Door het ontwikkelen en ontsluiten van gevisualiseerde informatieproducten die aansluiten bij de behoefte van de betrokken doelgroepen. Hierbij wordt aansprekende informatie over actuele onderwerpen zoals klimaat, luchtkwaliteit, energie, woonomgeving en sociale omgeving ontsloten. Daarbij wordt gekeken hoe informatie over gezondheidsopgaven voor professionals slim kan worden gekoppeld aan andere maatschappelijke opgaven en ambities. Ook moet de informatie op de website van het RIVM beter vindbaar worden. Hiervoor wordt een landingspagina Leefomgeving en Gezondheid binnen de RIVM-website ontwikkeld. Tenslotte wordt ingezet op de ontwikkeling van een prototype voor een dashboard "gezonde leefomgeving".
Samenwerking
Binnen Digibeter wordt samengewerkt met GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en in Brabant, TELOS (Universitair Kenniscentrum Tilburg), GGD’en in Regio Oost en de provincie Utrecht.
Naam onderzoek: Gezond Klimaat
Wat?
Het RIVM inventariseert welke gezondheidseffecten van klimaatverandering in Nederland optreden. Voorbeelden hiervan zijn: hittestress en daaraan gerelateerde hogere ziekte- en sterftecijfers, slaaptekort, toename van infectieziekten, meer en hevigere allergieklachten bij gevoelige mensen door een langer pollenseizoen, en veranderingen in luchtkwaliteit.
Waarom?
Er zijn al veel initiatieven om klimaatveranderingen te voorkomen en de gevolgen ervan te beperken. Het RIVM brengt in kaart welke instrumenten en maatregelen zijn ontwikkeld om negatieve effecten van klimaatverandering tegen te gaan. En welke positieve effecten van klimaatverandering kunnen worden gestimuleerd.
Ook wordt bij decentrale overheden geïnventariseerd wat hun behoeften aan kennis en mogelijke maatregelen is. Op basis hiervan willen we handelingsopties bieden voor lokaal klimaatbeleid en beleidsinstrumenten helpen ontwikkelen. Denk daarbij aan omgevingsvisies en regionale adaptatiestrategieën.
Hoe?
Aan de hand van de vragen en behoeften van decentrale overheden inventariseren we wetenschappelijke kennis. Dit gebeurt met een literatuurstudie, door het raadplegen van experts en het maken van een overzicht met welke organisaties in Nederland welke kennis en expertises hebben. De opgedane kennis wordt in de regio getoetst. Ook wordt samen nagedacht over lokale maatregelen en hoe die in de regio kunnen worden ingezet.
Samenwerking
Hogeschool Windesheim, Provincie Overijssel, GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)-IJsselland, en anderen.
Meer weten?
Kijk op de pagina klimaat en gezondheid.
Naam onderzoek: Gezonder Klimaat. Dit is een vervolg van SPR (Strategisch Programma RIVM )-project Gezond Klimaat.
Wat?
We brengen de effecten van klimaatverandering op de gezondheid van mensen in Nederland in kaart. Bij voldoende kwantitatieve informatie kan de ziektelast worden bepaald om te na te gaan in hoeverre er sprake is van gezondheidswinst en gezondheidsverlies ten opzichte van de huidige situatie. Of ten opzichte van alternatieve toekomstscenario’s.
Waarom?
Het klimaat verandert door menselijke activiteiten. Initiatieven om klimaatveranderingen te voorkomen en de gevolgen ervan te beperken nemen alleen maar toe. Klimaatverandering heeft gevolgen voor onze leefomgeving en gezondheid (bijv. hittestress, toename van infectieziekten en allergieklachten, veranderingen luchtkwaliteit). Of al deze effecten optreden, hoe groot ze zijn en of ze relevant zijn voor de Nederland is niet bekend.
Hoe?
Het project start met een actualisatie van de wetenschappelijke literatuur van de afgelopen jaren. Een raamwerk wordt opgesteld om de dwarsverbanden tussen gezondheidseffecten in kaart te brengen. Vervolgens worden indicatoren opgesteld om de effecten te kwantificeren. Tenslotte worden de indicatoren toegepast op enkele concrete maatregelen om hun bruikbaarheid te toetsen.
Samenwerking
Voor de indicatorontwikkeling wordt samenwerking opgezet met internationale partners (International Association of National Public Health Institutes, Sante Publique France en de Lancet Countdown).
Lees meer
Online special Klimaat en Gezondheid van RIVM Magazine en kijk op de pagina klimaat en gezondheid.
Naam onderzoek: Gezonde Leefomgevingsverkenner (GLOVE)
Wat
Het RIVM ontwikkelt een tool voor een gezonde leefomgeving die gemeenten helpt bij de ontwikkeling van omgevingsvisies, omgevingsplannen en het beheer van de buitenruimte.
Waarom
Een gezonde leefomgeving is een belangrijk doel van de nieuwe Omgevingswet. De wet legt de verantwoordelijkheid daarvoor nadrukkelijker bij de decentrale overheden. Het is voor hen vaak echter nog onduidelijk hoe ze de verschillende kwantitatieve en kwalitatieve gezondheidsaspecten tegen elkaar kunnen afwegen.
Het RIVM wil de beschikbare kennis over de kwantitatieve en kwalitatieve relaties tussen leefomgeving en gezondheid zo goed mogelijk beschikbaar maken om gezonde steden, dorpen, buurten en wijken te kunnen ontwerpen. De tool werken we met de toekomstige gebruikers uit tot en met een klikbare gebruikersinterface in aansluiting op de verschillende werkprocessen in gemeenten, ontwikkeling van omgevingsvisies, omgevingsplannen en het beheer van de buitenruimte.
Hoe
Eerst wordt verkend welke kwantitatieve en kwalitatieve aspecten betreffende gezondheid in een omgevingsplan moeten worden meegenomen. Relevante toekomstige trends in het stedelijk gebied worden vertaald naar een conceptafwegingskader voor een gezonde leefomgeving. Duidelijk moet worden welke maatschappelijke opgaven spelen (woningbouw, mobiliteit, klimaatadaptatie, energietransitie et cetera). En welke beslisinformatie belangrijk is zoals de fysieke, financiële en sociaaleconomische effecten.
Samenwerking
Om de juiste toekomstige gebruikers in het project te betrekken wordt aangesloten op de twee ZonMw (Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie)-projecten in Utrecht en Groningen waarbij het RIVM betrokken is.
Naam onderzoek: Gezondere Ontwerpprincipes voor (kwetsbare) ouderen (GOUD)
Wat?
Het RIVM gaat een stappenplan ontwikkelen met en voor gemeenten, ruimtelijk ontwerpers, woningcorporaties, en ouderenvertegenwoordigers voor een gezonder ontwerp van de fysieke en sociale leefomgeving van (kwetsbare) ouderen.
Waarom?
De vergrijzende samenleving stelt speciale eisen aan de inrichting van de leefomgeving. Maar we zien dat in de huidige ruimtelijke ontwerpen nog weinig aandacht wordt besteed aan de gezondheid van kwetsbare ouderen. Ook maken ontwerpers nog weinig gebruik van de wetenschappelijke kennis over de invloed van de leefomgeving op gezondheid. Verder worden kwetsbare ouderen nog te weinig bij het ontwerp betrokken. In dit project willen we bruggen slaan tussen deze nu nog vaak gescheiden werelden. Zodoende willen we een bijdrage leveren aan een gezonder ontwerp van de leefomgeving van (kwetsbare) ouderen.
Hoe?
We gaan na of en zo ja, op welke wijze in ontwerpprocessen al aandacht wordt besteed aan gezondheid van kwetsbare ouderen. We verzamelen kennis over de invloed van de sociale en fysieke omgeving op de gezondheid. Ook kijken we wat er bekend is over hoe wensen en behoeften van ouderen in het ontwerpproces kunnen worden ingebracht. Dit doen we op basis van literatuur en interviews. We kijken mee in een praktijkcasus en brengen desgevraagd onze kennis in. Op basis van de opgedane kennis, ontwikkelen we een stappenplan voor ontwerp voor een gezonde inrichting van de fysieke en sociale leefomgeving, met bijzondere aandacht voor en betrokkenheid van kwetsbare ouderen.
Samenwerking
We gebruiken de inzichten en adviezen van een klankbordgroep. Die bestaat uit ruimtelijk ontwerpers, vertegenwoordigers van de gemeente, GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en, interne projectadviseurs, vertegenwoordigers van ouderen, en andere relevante experts.
Naam onderzoek: samen werken aan Gezondere ontwerpprincipes met oog voor OUDeren (GOUD 2). Dit is fase 2 van project GOUD.
Wat?
In de eerste fase is binnen het project GOUD onderzoek gedaan naar bestaande gezond ontwerpprincipes in de praktijk. Ook is de actuele wetenschappelijke kennis over de relatie tussen de sociale en fysieke leefomgeving en de gezondheid en welzijn van kwetsbare ouderen in kaart gebracht. En is een overzicht gemaakt van mogelijke geschikte methodieken om wensen en behoeften van oudere bewoners mee te nemen in het gezond ontwerp. Daarnaast is in een praktijkcasus met de ontwikkelaars, beleidsmakers, ouderen en andere partijen teruggeblikt in een ontwerpproces en participatie van ouderen daarin. In fase 2 wordt voortgebouwd op deze inzichten.
In fase 2 van GOUD worden de inzichten uit fase 1 verder aangevuld en uitgediept. Eindproduct is een handreiking met onderbouwde ontwerpprincipes voor een gezonde inrichting van de fysieke en sociale leefomgeving, met bijzondere aandacht voor en betrokkenheid van kwetsbare ouderen voor de praktijk. Daarnaast worden de inzichten gedeeld met een breed publiek in een publiekssamenvatting en internationaal wetenschappelijk artikel.
Waarom?
Het aantal ouderen van 65 jaar of ouder verdubbelt tot 2040. Hiermee neemt ook het aantal fysiek, cognitief, psychologisch en/of sociaal kwetsbare ouderen toe. Deze groeiende groep ouderen blijft langer thuis wonen dan voorheen. Dit betekent een toenemende behoefte aan een voor ouderen geschikte fysieke èn sociale leefomgeving. Het is belangrijk dat de omgeving zo ingericht wordt, dat ouderen zich veilig in hun leefomgeving kunnen begeven en voorzieningen in de buurt hebben waarvan zij gebruik kunnen maken. Dat ze zich gelukkig, op hun gemak en thuis voelen. Dat de omgeving uitnodigt tot participatie en zelfredzaamheid bevordert.
Hoe?
Aan de hand van praktijkvragen in drie cases (Utrecht, Amsterdam en Noord-Nederland) wordt samen met praktijkpartners en hogescholen geleerd over het ontwerpproces. En hoe, door wie en in welke vorm de opgedane kennis benut kan worden. Op basis van deze inzichten wordt een handreiking geschreven met onderbouwde ontwerpprincipes voor een gezonde inrichting van de fysieke en sociale leefomgeving, met bijzondere aandacht voor en betrokkenheid van kwetsbare ouderen voor de praktijk.
Naam onderzoek: SMAP+ (SMall Area estimates for Policymakers)
Wat?
Het RIVM wil cijfers opleveren over volksgezondheid, leefstijl, participatie en fysieke omgeving in buurten en wijken. We gaan hiervoor een eerder ontwikkelde methode verfijnen. De bedoeling is de methode op diverse databestanden toe te passen en de schattingen en presentatie van de resultaten te verbeteren.
Waarom?
Het RIVM werkt voor veel projecten samen op regionaal niveau. Vanuit deze projecten geven regionale en lokale partijen aan behoefte te hebben aan cijfers op een zo laag mogelijk geografisch schaalniveau. Er wordt een overzicht van die behoeften gemaakt.
We willen onze kennis en kunde op dit onderwerp verbeteren om een sterkere positie te krijgen. Ook willen we de samenwerking verbeteren met gemeenten, zorgpartijen, (regionale) samenwerkingsverbanden, GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en en academische werkplaatsen. Hetzelfde geldt voor de samenwerking tussen de sectoren volksgezondheid, gezondheidszorg en fysieke omgeving op het gebied van wijk- en buurtgegevens. We verwachten vanuit elk perspectief een verschillende informatiebehoefte, allemaal met een link naar de gezondheid van mensen.
Hoe?
We gaan hiervoor in drie regio’s vanuit drie verschillende perspectieven samenwerken: in Groningen vanuit volksgezondheid, in de regio Oost vanuit de fysieke omgeving, en in Haaglanden vanuit het zorgperspectief.
Samenwerking
Aletta Jacobsschool, Provincie Groningen, Hanzehogeschool Groningen, Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Noord-Nederland, Gezondheidsregio Gelderland Midden, GGD Gelderland-Zuid, GGD Noord- en Oost-Gelderland, GGD Twente, GGD IJsselland, en het consortium Gezond en Gelukkig Den Haag (waarin vertegenwoordigd: LUMC (Leids Universitair Medisch Centrum) campus Den Haag, Gemeente Den Haag, Haaglanden Medisch Centrum, Reinier Haga Groep, huisartsenorganisaties regio Haaglanden, Florence, Parnassia Sophia Revalidatie en Welzijn).
Resultaat tot nu toe
Website gezondheid per buurt, wijk en gemeente 2020
Naam onderzoek: Inwonerparticipatie ondersteunD met informatie En kennis over leefomgeving En gezondheid (IDEE). Dit is een vervolg op project IDEE 1.
Wat?
Het RIVM wil burgers meer betrekken bij het ontwikkelen en benutten van kennis van een gezonde leefomgeving. Dit project is gericht op meer inzicht in hoe het RIVM dat goed kan doen. Vanuit onze maatschappelijke opdracht om met informatie en kennis bij te dragen aan een gezonde leefomgeving.
Waarom?
Er zijn steeds meer burgerinitiatieven op het gebied van leefomgeving en gezondheid. Ook lokale overheden betrekken inwoners steeds vaker actief bij beleid en activiteiten over leefomgeving en gezondheid. Dat komt onder andere door de nieuwe Omgevingswet. De verwachting is dat beleid hierdoor beter aansluit bij de perspectieven, prioriteiten en ervaringen van bewoners en daardoor succesvoller wordt. Toch ontbreken vaak handvatten om burgerparticipatie goed vorm te geven. Het RIVM kan informatie en kennis aanreiken aan lokale overheidspartijen en burgers voor het vormgeven van bijvoorbeeld een gezonde wijk of duurzaam schoolplein, het meten van geluid, of de bestrijding van tijgermuggen.
Hoe?
Het RIVM verkent in een aantal casussen hoe je burgers het beste kan betrekken bij het ontwikkelen van initiatieven. Per casus werkt het RIVM samen met lokale en regionale partijen, burgers en burgerinitiatieven. Daarbij kijken we naar de behoefte aan informatie en ondersteuning, en hoe het RIVM die kan invullen. Alle casussen worden geëvalueerd waardoor het RIVM zich verder kan ontwikkelen in burgerparticipatie in de gezonde leefomgeving. De geleerde lessen worden actief gedeeld met betrokkenen en geïnteresseerden.
Samenwerking
Gemeente Apeldoorn, Provincie Overijssel, GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst), en zo mogelijk een omgevingsdienst
Naam onderzoek: Inwonerparticipatie ondersteuND met informatie En kennis over leefomgeving En gezondheid (IDEE 2.0). Dit is een vervolg op IDEE.
Wat?
Het doel is meer inzicht krijgen in hoe het RIVM zo goed mogelijk burgerparticipatie in onderzoek naar leefomgeving vorm kan geven.
Waarom?
Het aantal burgerinitiatieven groeit snel. Ook in onderzoek en beleid worden burgers steeds vaker actief betrokken. Door inwoners te betrekken in onderzoek en beslissingen, sluiten deze beter aan bij hun perspectieven, prioriteiten en ervaringen. In dit project willen we als RIVM leren hoe we burgerparticipatie in onderzoek naar de leefomgeving vormgeven en welke effecten het heeft.
Hoe?
De uitdaging van IDEE 2.0 is de kennis over van inwonerparticipatie in de lokale setting te vergroten. Zo kan het RIVM steeds beter inwonerparticipatie ondersteunen en vormgeven op het gebied van een gezonde leefomgeving. Door dit project kunnen we beter inspelen op de lokale maatschappelijke vraagstukken. En kunnen we als kennisinstituut burgers ondersteunen in grote ontwikkelingen in de wetenschap en maatschappij. Dit doen we door citizen science (burgerwetenschap) en door te onderzoeken hoe we met kennis over een gezonde, duurzame en veilige leefomgeving burgerinitiatieven kunnen ondersteunen.
Naam onderzoek: WATCHURG
Wat?
Het RIVM gaat een kwaliteitscheck ontwikkelen waarmee risico’s van stedelijk water en aangrenzend groen kunnen worden geschat. Lokaal-regionale partijen kunnen dit instrument zelfstandig gebruiken. De tool biedt ook handelingsperspectieven.
Waarom?
Water en groen in steden hebben een positief effect op de gezondheid van inwoners. Maar door water en groen kunnen mensen ook in contact komen met ziekteverwekkers, bijvoorbeeld door microbiologisch verontreinigd stedelijk water of teken die aanwezig zijn in openbaar groen. Bij het plannen, ontwerpen, realiseren en beheren van stedelijk water en groen moeten mogelijke gezondheidsrisico’s zo veel mogelijk worden beperkt. Op dit moment houden lokaal-regionale bestuurders niet altijd rekening met deze risico’s. Het ontbreekt hun aan kennis en expertise, bewustzijn van de problematiek of een concreet handelingsperspectief.
Hoe?
In interviews kunnen onder andere gemeenten, waterschappen, GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)'en, en provincies hun problemen en behoeften rondom stedelijk water en groen duidelijk maken. Ook worden bestaande tools en beschikbare data geïnventariseerd. Met de uitkomsten van de interviews en de verzamelde gegevens wordt de kwaliteitscheck ontwikkeld en daarna toegepast in praktijksituaties met stedelijk water en groen. De kwaliteitscheck wordt uitgerust met modules met achtergrondinformatie en handelingsperspectieven, die worden ontwikkeld op basis van behoeften van belanghebbenden, literatuur en expertise van de teamleden.
Samenwerking
In het project zal worden samengewerkt met lokale partners. Deze zullen worden geselecteerd op basis van de eerste fase in het project.
Naam onderzoek: SLIM
Wat?
Het RIVM wil de samenwerking verbeteren met lokale en regionale partners die werken aan een gezonde leefomgeving. Inzicht is nodig in hoe deze samenwerking kan worden verbeterd. Ook moet duidelijker worden hoe het RIVM de lokale en regionale partners kan ondersteunen in hun behoefte aan kennis en informatie.
Waarom?
Samenwerken is belangrijk omdat een gezonde leefomgeving door veel factoren wordt beïnvloed, zoals de voorzieningen in een wijk, luchtkwaliteit (zoals fijnstof en geurhinder), nachtelijk licht, geluid, maar ook sociale omgeving en (verkeers)veiligheid. Daardoor zijn verschillende partners nodig om gezamenlijk een gezondere leefomgeving te creëren. Bovendien vragen grote maatschappelijke agenda’s – het klimaatakkoord, zorgakkoord en de Omgevingswet - om een praktische invulling op lokaal niveau met meerdere partners.
Hoe?
Dit praktijkgerichte onderzoek deelt continu de resultaten met de betrokkenen zodat deze direct in de praktijk benut kunnen worden. De ervaringen met deze nieuwe kennis dragen bij aan de op te bouwen kennisbasis. De resultaten zullen worden ontsloten via praktische handreikingen en wetenschappelijke publicaties.
Naam onderzoek: SLIM 2.0. Dit is een vervolg op SLIM 1. In de eerste fase is kennis ontwikkeld om een goede regionale samenwerking voor een gezonde leefomgeving op te zetten. Enkele SPR (Strategisch Programma RIVM )-projecten zijn gevolgd in de start van de regionale samenwerking. Daardoor zijn eerste leidende principes ontwikkeld voor zowel RIVM als de regionale partners.
Wat?
SLIM 2.0 richt zich op de voortgang van de samenwerking binnen deze projecten. En de ontwikkeling van de nodige handvatten en inzichten. Moeten eerdere inzichten die goed leken na ervaring toch worden aangepast? Of zijn er extra inzichten? En wat vraagt het van regionale partners en het RIVM om een project succesvol af te ronden? Ook wordt met het SPR SLIM 2.0, in aanvulling op de projectgerichte samenwerking, nadrukkelijk aandacht besteed aan projectoverstijgende langdurige samenwerkingen. Hiermee worden de inzichten verbreed in lijn met de variatie aan samenwerkingsvormen waarin het RIVM betrokken is.
Waarom?
Gemeenten en regio’s hebben steeds meer verantwoordelijkheid om invulling te geven aan beleidsagenda’s, waarbij onder andere het realiseren van een gezonde leefomgeving de nadruk krijgt. Een goede samenwerking is daarbij belangrijk, omdat de betrokken partners van elkaar afhankelijk zijn bij het realiseren van een gezonde leefomgeving. Dit geldt zowel voor het RIVM in de uitvoering van haar taken als voor verschillende partners binnen de regio.
Hoe?
We vergroten het inzicht over hoe regionale en lokale partners succesvol kunnen samenwerken om een gezonde leefomgeving vorm te geven. En welke rol het RIVM hierbij kan innemen.
Naam onderzoek: Wetenschappelijke onderbouwing van de relaties tussen leefomgeving en gezondheid (WING)
Wat?
Het doel is om actuele wetenschappelijke kennis over de relatie leefomgeving en gezondheid op systematische wijze te verzamelen en breed te ontsluiten. Het belangrijkste product van dit project is een actuele wetenschappelijke literatuur database over de effecten van de leefomgeving op gezondheid, en effectiviteit van interventies. Daarnaast worden belangrijke thema’s en kennislacunes geïdentificeerd die kunnen bijdragen aan kennisontwikkeling.
Waarom?
De leefomgeving heeft een belangrijke invloed op welzijn, lichamelijke en mentale gezondheid. Een gezonde leefomgeving moet gezondheid beschermen en uitnodigen tot gezond gedrag. Het is voor het RIVM van belang om de wetenschappelijke kennis en ontwikkelingen daarin goed bij te houden, zodat kennisvragen vanuit beleid en praktijk goed beantwoord kunnen worden.
Hoe?
Om de wetenschappelijke kennis en de omvang van de beschikbare literatuur in kaart te brengen wordt een scoping review (literatuurstudie) uitgevoerd. De centrale onderzoeksvraag is: Wat is er bekend uit de (recente) wetenschappelijke literatuur over de relatie tussen leefomgeving en gezondheid? De scoping review bestaat uit het uitvoeren van een literatuurzoekopdracht, het selecteren van geschikte studies aan de hand van inclusie- en exclusiecriteria, en data-analyse en visualisatie uit geïncludeerde studies.
Samenwerking
- SPR (Strategisch Programma RIVM ) GRIP
- SPR INCLUSIVE
- Groene Batenplanner
Naam onderzoek: SUSCO
Wat?
Met het SPR (Strategisch Programma RIVM
)-project SUSCO willen we meer onderbouwing bieden voor het lokale voedselomgevingsbeleid door meer inzicht te krijgen en geven in de mogelijke maatregelen. Hierbij letten we niet alleen op gezondheid maar ook op duurzaamheid en het verkleinen van sociaal-economische verschillen in de bevolking.
Waarom?
Onderzoek naar onze voedselconsumptie laat zien dat in Nederland het voedingspatroon gezonder en milieuvriendelijker kan. Aanpassingen in de voedselomgeving kunnen deze transitie naar een gezonde en duurzame voeding ondersteunen.
Hoe?
We gaan in dit project bestaande inzichten bij elkaar brengen. Verder gaan we een onderzoek uitvoeren en via agent-based-modelling effecten in kaart brengen. Omdat er in Nederland al heel veel gebeurt op dit gebied, willen we een goede afstemming met andere partijen die hier ook aan werken. Daarnaast willen we er alles aan doen om de opgehaalde kennis goed te laten landen bij de betreffende partijen.
Samenwerking
- Gemeenten
- GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)-en
- Voedingscentrum
- Universiteiten
Naam onderzoek: Handreiking Beoordeling gezondheidseffecten LeefOmGeving (BLOG)
Wat?
We ontwikkelen een handreiking om impact op gezondheid en welzijn te beoordelen in relatie tot de leefomgeving. Het proces en basisprincipes worden stapsgewijs beschreven. En methoden, indicatoren en instrumenten worden toegelicht voor toepassingen op nationale, regionale of lokale schaal. De handreiking en bijbehorende explanimation laten zien hoe je eHIA (environmental health impact assessment) kan gebruiken in verschillende kaders en bestuurlijke afwegingen. Bijvoorbeeld de Omgevingswet, milieu-effectrapportage, MKBA (maatschappelijke kosten-batenanalyse) en VTV (Volksgezondheid Toekomst Verkenning). Binnen én buiten het RIVM.
Waarom?
De afgelopen jaren blijven vragen binnenkomen bij het RIVM op gebied van beoordeling gezondheidseffecten leefomgeving (eHIA). Vragen over het beoordelen van gezondheidseffecten van specifieke plannen of situaties, maar ook over gebruik van specifieke instrumenten. Daarnaast berekent het RIVM voor specifieke milieufactoren de gezondheidsimpact. Een gedeelde visie over uitgangspunten en aanpak van deze berekeningen missen we momenteel binnen het RIVM: hoe kunnen de positieve en negatieve effecten op de gezondheid, welzijn en beleving in samenhang met elkaar geëvalueerd worden?
Hoe?
We benutten internationale voorbeelden uit wetenschappelijke en grijze literatuur op gebied van eHIA en welzijn/beleving. Daarnaast benutten we opgedane kennis en methoden uit SPR (Strategisch Programma RIVM
)- en andere RIVM-projecten. Daartoe organiseren we vier bijeenkomsten met interne en externe experts op gebied van eHIA en toekomstige gebruikers. Zo verrijken we de bestaande kennis, ontwikkelen we gedeelde basisprincipes en krijgen we een goed beeld van de wensen vanuit de praktijk. Concept-versies van de handreiking worden intern en extern getoetst. De resultaten van de literatuuranalyse en de ontwikkeling van de handreiking woren gepubliceerd in een Engelstalig wetenschappelijk tijdschrift of een (interview voor) een Nederlandstalig tijdschrift.
Samenwerking
- We organiseren bijeenkomsten met interne en externe experts op gebied van eHIA en toekomstige gebruikers zoals GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)-en, commissie m.e.r., omgevingsdiensten, gemeenten, provincies, RWS (Rijkswaterstaat).
- We zorgen voor aansluiting met o.a. het Programma Groene Gezonde Leefomgeving.
Naam onderzoek: integrale gezondheidseffecten van ruimtelijke plannen (GRIP)
Wat?
We ontwikkelen een methode om de invloed van een beweegvriendelijke, groene en waterrijke leefomgeving op gezondheid te kwantificeren en waarderen. Deze methode brengt informatie over de omgeving samen met informatie over relaties met gezondheidseffecten. Als resultaat kunnen we dan inschatten hoe maatregelen op het gebied van groen, water en beweegvriendelijkheid van invloed zijn op gezondheid in de bevolking
Waarom?
Natuurlijk! Een gezonde omgeving is beweegvriendelijk en het groen en water lokt je naar buiten... Hierover adviseren we al jaren, maar het is nog lastig om concreet te maken hóe dat er dan uitziet en wát en hoe groot dan de gezondheidswinst zou zijn. Belangrijke beslisinformatie voor planologen en beleidsmakers om óók effecten op gezondheid van hun plannen te onderbouwen en af te wegen in integrale afwegingen bij (her)inrichting en ruimtelijke plannen.
Hoe?
De eerste stap is om causale relaties tussen kenmerken van de fysieke leefomgeving (urban form, groen en water) en gezondheid te verzamelen in een conceptueel model. We selecteren kwantitatieve relaties uit de grijze en wetenschappelijke literatuur. Dit combineren we met informatie over de omgeving en de bevolking in een casestudy. In die setting werken we voor een set van maatregelen uit, hoe groot de te verwachten impact op gezondheid is. We gebruiken daarvoor technieken die ook toegepast worden in geïntegreerde afwegingssystematieken zoals maatschappelijke kosten-baten analyse (MKBA (maatschappelijke kosten-batenanalyse)).
Samenwerking
- Het diverse projectteam bestaat uit mensen vanuit DMG (Department of Sustainability, Environment and health), VPZ (Voeding, Preventie en Zorg), VSP (Veiligheid Stoffen en Producten) en Z&O (Zoönosen en Omgevingsmicrobiologie).
- In het kader van het promotieonderzoek werken we samen met IRAS (Institute of Risk Assessment Sciences) (UU (Universiteit Utrecht)).
- We organiseren bijeenkomsten met interne en externe experts.