De Dupont/Chemours fabriek in Dordrecht heeft in het verleden afvalwater op de Merwede geloosd waarin PFOA (perfluoroctaanzuur ) aanwezig was. Omdat er langs de Merwede grondwater is gewonnen voor de productie van drinkwater, hebben het drinkwaterbedrijf en RIVM onderzoek verricht. Uit deze risicoschatting blijkt dat het drinken van kraanwater niet heeft geleid tot overschrijding van de veilige waarde in bloedserum.
Rond de eeuwwisseling leidde de afvalwaterlozing tot een verhoging van de concentratie PFOA (perfluoroctaanzuur ) in het grondwater in Hendrik-Ido-Ambacht en Zwijndrecht. Dit grondwater werd gezuiverd tot drinkwater. RIVM heeft de concentraties van PFOA in bloedserum van inwoners van deze gemeenten berekend.
Drinkwaterbedrijf Oasen heeft berekend hoe hoog de concentraties van PFOA in grondwater zijn geweest. Vervolgens heeft RIVM berekend wat het gevolg hiervan is geweest voor de concentratie PFOA in bloedserum van inwoners van gemeenten waar het drinkwater werd gebruikt.
Het drinkwater van omwonenden van de fabriek in Dordrecht en Sliedrecht werd en wordt elders gewonnen. In het drinkwater was de concentratie van PFOA in deze plaatsen niet verhoogd.
In de jaren negentig is het drinkwaterbedrijf begonnen met filtratie door actief koolfilters. In het eerste scenario is daarom aangenomen dat er bij de bereiding van drinkwater uit grondwater waarschijnlijk 25 tot 50 procent PFOA uit het water verwijderd wordt met filtratie met actief kool. In het tweede scenario is een berekening uitgevoerd, waarbij PFOA niet wordt verwijderd (nul procent-scenario).
De figuur laat voor beide gemeenten zien wat dit voor de gehalten PFOA in het bloed heeft betekend. De berekende concentraties blijken beneden de vastgestelde gezondheidskundige grenswaarde te liggen, zelfs bij het minst waarschijnlijke nul procent-scenario.