Surveillance van pneumokokkendragerschap (Surveillance of pneumoccal cariage, S/115003) Bootsma, H.J. (Hester)
Inleiding en motivatie
Streptocccus pneumoniae (pneumokokken) zorgt voor een hoge ziektelast (invasieve pneumokokkenziekte, IPD (invasieve pneumokokkenziekte)) vooral bij kinderen, ouderen en chronisch zieken. Meestal komen deze bacteriën voor in de bovenste luchtwegen zonder dat men er ziek van wordt (dragerschap). Dragerschap is de eerste cruciale (critical) stap naar infectie en zorgt voor verspreiding van de pneumokok door de gemeenschap. Door vaccinatie van kinderen, is dragerschap bij kinderen en daarmee het verspreiden van de vaccinserotypen sterk afgenomen. Dit heeft geleid tot het vrijwel verdwijnen van IPD door deze serotypen bij kinderen jonger dan 5 jaar en tot het dalen van het aandeel van vaccinserotypen in de gehele (ook ongevaccineerde) populatie. Vooral voor ouderen betekent dit grote winst. Een toenemend probleem is echter dat niet-vaccinserotypen nu opkomen in dragerschap en ziekte en daarmee het netto voordeel van vaccinatie en de bereikte groepsimmuniteit significant verminderen. Omdat dragerschap voorafgaat aan ziekte, geeft het in kaart brengen van dragerschap belangrijk inzicht in de directe en indirecte effecten van vaccinatie voordat dit gezien wordt bij ziekte. De gouden standaard voor detectie van dragerschap, aanbevolen door de WHO (World Health Organization ), is groei van pneumokokken op een neuswat. Dragerschap bij kinderen is hoog (tot 80%), waardoor deze groep gezien wordt als belangrijkste bron voor verspreiding door de populatie. Ondanks dat IPD veel voorkomt bij ouderen, wordt dragerschap bij deze leeftijdsgroep over het algemeen gerapporteerd als laag. Recent ontwikkelde moleculaire diagnostische methoden hebben de gevoeligheid van dragerschap-detectie echter aanzienlijk verbeterd. Met behulp van deze nieuwe methoden hebben wij aangetoond dat dragerschap bij ouderen in werkelijkheid veel hoger is (30-40%) dan gedacht. Daarbij bleek ook het gebruik van speeksel in plaats van een neuswat als testmateriaal van doorslaggevend belang. Deze resultaten geven nieuwe mogelijkheden voor de monitoring van de effecten van pneumokokken vaccinatie.
Doel(en) en onderzoeksvragen
Met PneuMolCare willen we (1) nieuwe innovatieve moleculaire technieken voor verbeterde detectie van dragerschap bij het RIVM introduceren, en (2) het gebruik van speeksel als testmateriaal voor toekomstige dragerschap studies introduceren en valideren. Voor het gebruik van speeksel zullen de optimale afname procedure, transport condities, en pathogeen detectiemethodes onderzocht worden. Resultaten verkregen met de gouden standaard (kweken van neuswat) zullen vergeleken worden met moleculaire detectie op zowel neuswat als speeksel. We zullen pneumokokken dragerschap en serotype verdeling bestuderen in kinderen en ouderen, de twee leeftijdsgroepen met de hoogste ziektelast. Samen met de al bestaande IPD surveillance, zal ons dit een compleet beeld geven van de directe en indirecte effecten van vaccinatie bij 4-6 jarigen na de introductie van PCV10 (Synflorix®) in het Rijksvaccinatieprogramma (RVP (Rijksvaccinatie programma)).
Aanpak en methoden
PneuMolCare past perfect in het strategische thema ‘Host Response’ en draagt bij aan RIVM2020 door het vergoten van de kennis betreffende de effecten van het RVP. Door de mogelijkheid te bieden de huidige “blinde vlek” binnen pneumokokken surveillance bij het RIVM (moleculaire detectie van dragerschap) in te vullen zal dit de positie van het RIVM als leider in het veld van vaccin onderzoek versterken.
Verwachte resultaten en geplande producten
De introductie van nieuwe moleculaire technieken binnen het RIVM voor het monitoren van dragerschap, zodat samen met de al bestaande surveillance van ziekte en dragerschap gebaseerd op kweek methodes een compleet beeld gevormd kan worden van de effecten van vaccinatie. De resultaten van dit project zullen worden gepubliceerd in internationale tijdschriften.
De methodes opgezet in dit project zullen gebruikt worden bij toekomstige studies van het RIVM. De kennis opgedaan in dit project zal ook waardevol zijn bij toekomstige evaluatie van nieuwe (hoger-valente) vaccins, en kan indien nodig ook aangepast worden voor surveillance van andere luchtwegpathogenen (bv de meningokok).