E. coli is kort voor Escherichia coli. Dat is een darmbacterie die bij mensen en warmbloedige dieren voorkomt. Er zijn verschillende soorten E. coli Escherichia coli (Escherichia coli). Sommige daarvan kunnen urineweginfecties of maagdarmklachten veroorzaken.

Kan ik van alle E. colibacteriën ziek worden?

De E. colibacterie zit van nature in de darmen van mensen. Meestal kan dit geen kwaad, maar er zijn ook E. colibacteriën waar mensen ernstig ziek van kunnen worden. Een voorbeeld hiervan zijn shigatoxine-producerende E. coli (STEC). Dit is een groep bacteriën die shigatoxine aanmaken: een gifstof die de cellen in de darmwand beschadigt. De bekendste bacterie binnen deze groep is de enterohaemorragische E. coli (EHEC). Deze veroorzaakt een ernstige darminfectie.

STEC Shigatoxineproducerende E. coli-stammen (Shigatoxineproducerende E. coli-stammen), en in het bijzonder EHEC Enterohemorragische Escherichia coli (Enterohemorragische Escherichia coli), zijn binnen Nederland de belangrijkste ziekteverwekkende E. colibacteriën. Op deze pagina bedoelen we daarom met E. coli Escherichia coli (Escherichia coli)-infectie altijd een infectie met STEC/EHEC.

Hoe herken ik een E. coli-infectie?

Mensen die ziek worden van E.coli krijgen vaak last van:

  • diarree, soms met bloed
  • buikpijn en buikkrampen
  • misselijkheid en overgeven

Hoe ernstig deze klachten zijn, verschilt per geval. Sommige mensen hebben vrijwel geen last of milde diarree.  Heel soms worden mensen zo ziek dat ze in het ziekenhuis opgenomen moeten worden. Dit kan komen door bijvoorbeeld uitdroging, maar ook omdat ze last krijgen van nierproblemen.

Welke mensen kunnen (erg) ziek worden van E. coli?

Iedereen kan een E.coli-infectie krijgen. Sommige mensen hebben meer kans om hier ziek van te worden:

  • kinderen jonger dan 5 jaar
  • volwassenen ouder dan 60 jaar
  • mensen die door een ziekte minder afweer hebben

Kinderen jonger dan 5 jaar en volwassenen ouder dan 60 jaar hebben ook meer kans om door E. coli problemen met hun nieren te krijgen.

Hoe krijg ik een E. coli-infectie?

Een E. coli-infectie is besmettelijk. De bacterie zit in de ontlasting van een besmet persoon en kan na een wc-bezoek op de wc-bril, spoelknop, kraan of deurklink achterblijven. Ook kan de bacterie via de handen in de mond, op spullen en in eten terechtkomen. Iemand met een E. coli-infectie kan anderen besmetten zolang er klachten zijn en soms zelfs langer.

E. coli zit ook in de darmen van dieren, vooral boerderijdieren. Deze dieren worden hier zelf niet ziek van, maar kunnen wel mensen besmetten. Dat kan gebeuren via:

  • vlees: door het eten van rauw of niet helemaal gaar vlees.
  • zuivel: door het drinken van rauwe melk of het eten van kaas die daarvan is gemaakt, zoals sommige soorten schimmelkaas.
  • Groente: door het eten van rauwe en ongewassen groenten die bemest zijn met mest waar de bacterie in zit. Groenten kunnen ook besmet raken via water waar de bacterie in zit.
  • contact met boerderijdieren: door bijvoorbeeld het aaien van dieren op de (kinder)boerderij zonder daarna de handen te wassen.

De tijd tussen besmet raken en ziek worden is een tot zeven dagen. Meestal gebeurt dit na drie tot vier dagen.

Hoe voorkom ik een E. coli-infectie?

Er zijn geen inentingen of medicijnen om een E. coli-infectie te voorkomen. Daarom kunt u niet altijd voorkomen dat u besmet raakt en ziek wordt. Wel helpt goede hygiëne om besmetting te voorkomen, zoals handen wassen en het toilet regelmatig schoonmaken . Zorg daarnaast dat vlees altijd goed gaar is en was groenten en fruit goed.

Zijn E. coli-infecties te behandelen?

E. coli-infecties gaan meestal vanzelf over na twee tot negen dagen. Wordt u steeds erger ziek of krijgen andere mensen in uw huishouden ook klachten? Neem dan contact op met de huisarts.

Ook wanneer u al eens een E. coli-infectie heeft gehad, kunt u later een nieuwe infectie krijgen.

Hoe vaak komt E. coli voor in Nederland?

Sinds 2022 heeft de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) tussen de 550 en 650 meldingen ontvangen van mensen met een STEC-infectie. Dit zijn mensen die zo ziek waren dat ze zijn getest door een arts. De arts is verplicht melding te doen wanneer uit de test blijkt dat de patiënt een STEC-infectie heeft.

Het echte aantal besmettingen met STEC in Nederland is niet bekend, omdat mensen die minder ziek zijn niet getest worden. Uit een internationaal onderzoek blijkt dat het aantal besmettingen ongeveer 69 keer zo hoog is als het aantal meldingen.
Dat betekent dat er in Nederland naar schatting ongeveer 35.000 mensen per jaar besmet raken met STEC.

Kan iemand met een E. coli-infectie naar een kinderopvang, school of werk?

Iemand met diarree door een E. coli-infectie mag tijdelijk niet naar een kinderopvang, school of werk. Dit is om te voorkomen dat de bacterie wordt doorgegeven aan anderen.

  • Kinderen jonger dan 5 jaar en mensen die werken met eten of in de zorg mogen pas terug als uit twee laboratoriumtesten blijkt dat de bacterie niet meer in hun lichaam zit.
  • Oudere kinderen en volwassenen die geen risicovol werk doen, mogen terug als ze minstens één dag geen diarree meer hebben.

Een arts of de GGD bekijkt altijd samen met ouders of werkgever wanneer iemand weer veilig kan terugkeren. Soms kan iemand tijdelijk ander werk doen. Dat kan als de hygiëne goed geregeld is zodat de bacterie niet wordt doorgegeven.