De kans dat een ziekenhuis te maken krijgt met een mogelijke ebolapatiënt die op eigen initiatief naar het ziekenhuis gaat, is uiterst klein. Toch kwam in oktober 2014 een mogelijke ebolapatiënt op de spoedeisende hulp (SEH (Spoedeisende hulp)) van het Albert Schweitzer Ziekenhuis. Uiteindelijk werd de patiënt naar het Erasmus Medisch Centrum (MC (medisch centrum)) overgebracht. De media-aandacht en intensieve zorg voor patiënt en personeel waren een leerzame oefening. Toen 2 weken later een andere mogelijke ebolapatiënt zich meldde konden de lessen uit deze casus worden toepast.
content
Auteur(s): B.J.H. den Broeder
Infectieziekten Bulletin: november-december 2015, jaargang 26, nummer 9-10
De voorbereiding
In april 2014 begon het Albert Schweitzer ziekenhuis met de voorbereidingen voor het opvangen van een mogelijke ebolapatiënt die zonder aankondiging vooraf zelf naar de afdeling Spoedeisende hulp (SEH (Spoedeisende hulp)) komt. Met de huisartsenpost werden afspraken gemaakt en met medewerkers van de SEH werd het protocol en de triage besproken. Ook zijn toen de eerste oefeningen geweest met het aan- en uittrekken van beschermede kleding.
De casus
Op een avond in oktober rond 19:00 uur liep een man, met zijn koffer in zijn hand de gezamenlijke hal van de huisartsenpost en de SEH binnen. De man werd vrijwel onmiddellijk onwel. Twee triagisten pakten direct handschoenen en een mond-neusmasker, gingen naar de man toe en controleerden pols en huidtemperatuur. De man kwam bij en zei dat hij uit Sierra Leone kwam. Zijn temperatuur was 39.5 graden Celsius, hij had niet gebraakt.
Een medewerker van de SEH zag wat er gebeurde en zorgde ervoor dat de 2 triagisten afstand namen van de patiënt. De klachten van de man en zijn komst uit Sierra Leone leidde direct tot de verdenking ebola. Het protocol werd in gang gezet, de patiënt werd verder geïnstrueerd vanachter een glazen wand en medewerkers van de SEH trokken beschermende kleding aan. De beveiliging werd gealarmeerd en de toegang tot de gezamenlijke hal van de SEH en huisartsenpost werd afgezet. Omstanders zagen dit gebeuren en twitterden hierover. De patiënt werd na ongeveer 20 minuten door de SEH-medewerkers in beschermende kleding uit de hal opgehaald en naar de daarvoor toegewezen isolatiekamer gebracht. De dienstdoende SEH-arts nam samen met een verpleegkundige de triage-anamnese af en nam volgens het protocol contact op met de dienstdoende arts-microbioloog. Na overleg met de arts-microbioloog werd de ebolafoon van het Erasmus MC (Erasmus University Medical Center) gebeld. Conclusie was dat het ging om een hoog-risicopatiënt die naar het Erasmus MC vervoerd moest worden.
Genomen maatregelen
De 2 triagisten werden apart gezet. Ook werden degenen die op minder dan 1 meter afstand van de patiënt waren geweest en iemand die in direct contact met de man was geweest, apart gezet. Er werd een crisisteam gevormd, de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) werd geïnformeerd en de afdeling communicatie stond de pers te woord. De GGD ontfermde zich over de groep mensen die (mogelijk) contact hadden gehad met de mogelijke ebolapatiënt. Met instructies van de GGD om tweemaal per dag hun temperatuur op te nemen mocht deze groep mensen naar huis. De GGD hield contact met deze groep.
Er kwamen veel mediaverslaggevers naar het ziekenhuis, waardoor de beveiliging en bedrijfshulpverlening extra afzetlinten moesten plaatsen om hen op afstand te houden. De opgenomen patiënten in het ziekenhuis werden geïnformeerd.
Behandeling
De patiënt werd continu door 2 medewerkers in beschermende kleding in de gaten gehouden. De patiënt kreeg voldoende vocht door hem te laten drinken en kreeg oraal paracetamol. Omdat patiënten uit Sierra Leone ook malaria of andere bacteriële infecties kunnen hebben, werd de patiënt op voorhand met antimalariamiddelen en antibiotica behandeld.
Na afstemming tussen ambulancediensten en Erasmus MC werd de patiënt om 2 uur ’s nachts opgehaald.
Afloop
De verzorging van deze patiënt was erg intensief en de medewerkers losten elkaar 2 aan 2, om de 4 uur af. De schoonmakers waren getraind in het aan- en uittrekken van de beschermende kleding. Dat gaf ze een vertrouwd gevoel tijdens het grondig reinigen en desinfecteren. Nadat de patiënt was vertrokken en de rust was teruggekeerd, waren de schoonmakers nog druk in de weer. Twee dagen later kreeg het Albert Schweitzer ziekenhuis vanuit het Erasmus MC te horen dat de patiënt geen ebola had.
Leerpunten
Uit deze casus zijn specifieke leerpunten naar voren gekomen. En er zullen bij een volgende casus weer leerpunten naar voren komen. Communicatie, nazorg van contactpersonen en het tijdig inlichten van alle partijen blijven aandachtspunten. Het doornemen van het protocol en het oefenen met het aan- en uittrekken van de beschermende kleding heeft zeker bijgedragen aan het goede verloop van deze casus.
Twee weken later
Met deze casus nog vers in ons geheugen, meldde zich eind oktober 2014 opnieuw een patiënt uit Afrika, met koorts. Hij werd vergezeld door zijn broer. Vanachter glas werd met de broer van de patiënt gesproken. Het protocol werd weer in gang gezet. De beschermende kleding werd aangetrokken en er werd contact opgenomen met het Erasmus MC. In het gebied in Afrika dat de man had bezocht kwam ebola echter niet voor. De beschermende kleding kon weer uit.
Auteur
B.J.H. den Broeder, deskundige infectiepreventie, Albert Schweitzer Ziekenhuis, Dordrecht