GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en voeren Technische Hygiëne Zorg (THZ (Technische Hygienezorg)-) inspecties (1) uit in de gemeenschappelijke voorzieningen in asielzoekerscentra (AZC (asielzoekerscentrum)). Dit gebeurt in het kader van de Publieke Gezondheidszorg Asielzoekers (PGA (publieke gezondheid asielzoekers)). De bevindingen en adviezen worden in een inspectie- rapport uitgebracht aan de locatiemanager van het asielzoekerscentrum. Jaarlijks inventari- seert GGD Nederland deze rapporten en doet verslag aan het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA (Centraal Orgaan opvang asielzoekers)) over het landelijk beeld van de resultaten en adviezen. Dit artikel geeft een beeld van de THZ-taak in AZC. Ook worden de resultaten en adviezen van inspecties en initiatieven besproken om verbetering in de hygiëne in gang te zetten besproken. COA-woonbegeleiders vervullen hierin een centrale rol.
content
Auteur(s): Q. Waldhober, G. Nieland
Infectieziekten Bulletin, jaargang 24, nummer 8, oktober 2013
Asielzoekers zijn mensen die in Nederland asiel aanvragen. Zij hebben gedurende de asielprocedure recht op opvang door het COA (Centraal Orgaan opvang asielzoekers) totdat een verblijfsvergunning is toegekend of totdat zij Nederland moeten verlaten. Door het COA zijn door de jaren heen wisselende aantallen asielzoekers opgevangen. Vanaf 2010 is er sprake geweest van een daling van 20.000 asielzoekers verspreid over 65 opvanglocaties naar 13.500 asielzoekers verspreid over 35 opvanglocaties op 1 januari 2013. De taak Technische Hygiëne Zorg (THZ (Technische Hygienezorg)) is een onderdeel van het contract Publieke Gezondheidszorg Asielzoekers (PGA (publieke gezondheid asielzoekers), 2009). Hierin hebben het COA en GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) Nederland de PGA-dienstverlening vastgelegd. De taak bestaat uit het uitvoeren van THZ-inspecties en landelijke advisering aan het COA over hygiënevraagstukken, indien de THZ-rapporten daartoe aanleiding geven. GGD’en voeren de THZ-inspecties uit aan de hand van de Hygiënerichtlijnen voor collectieve voorzieningen voor asielzoekers (2) van het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid van het RIVM (RIVM/LCHV (Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid)). Deze richtlijnen zijn in 2012 geactualiseerd op basis van verplichte wettelijke voorschriften, landelijk vastgestelde normen (RIVM, COA) en wenselijke aspecten. Hiermee sluiten ze aan op de actuele organisatie en inrichting van de opvang van asielzoekers. Daarnaast gebruiken GGD’en het landelijk vastge- stelde Protocol voor Technische hygiëne zorg collectieve voorzie- ningen in COA-opvanglocaties (3) van GGD Nederland. Daarin staan werkinstructies voor de GGD, zoals de planning van de inspectiebezoeken en communicatie met het AZC (asielzoekerscentrum). Het protocol is in 2013 geactualiseerd in afstemming met het RIVM/LCHV, COA-medewerkers en THZ-inspecteurs van GGD’en. Sinds 2010 maakt GGD Nederland jaarlijks een overzicht van de uitkomsten van de inspecties op basis van de rapporten. De jaarlijkse inventarisatie geeft een landelijk beeld van de THZ- staat van de opvanglocaties en de adviezen voor verbetering.
Inspecties
De THZ-dienstverlening van GGD’en bestaat uit een jaarlijkse, vooraf aangekondigde inspectie van de AZC. Indien er meerdere noodzakelijke verbeterpunten ten aanzien van de THZ worden geconstateerd vindt hetzelfde jaar nog een tweede inspectie- bezoek plaats. De inspecties bestaan uit de hoofdonderdelen:
- Voorlichting over persoonlijke hygiëne,
- Bouw en inrichting,
- Binnenmilieu,
- Legionella-preventie,
- Schoonmaak,
- Dierplaagbestrijding,
- Afvalverwerking en
- Infectieziektenbestrijding in de opvanglocatie.
Per hoofdonderdeel zijn er 1 tot 12 subonderdelen waarop wordt geïnspecteerd. De score per subonderdeel loopt van goed naar verbetering noodzakelijk. Of een locatie op alle subonderdelen wordt geïnspecteerd, is afhankelijk van de voorzieningen in het centrum (er is bijvoorbeeld niet altijd een speelzaal aanwezig). De GGD legt de resultaten van de inspectie vast in een voorlopige rapportage aan de AZC-locatiemanager, die gelegenheid krijgt tekstueel en inhoudelijk te reageren. Vervolgens wordt het definitieve rapport verstuurd aan de AZC-locatiemanager en GGD Nederland. Indien bij een tweede bezoek in hetzelfde kalenderjaar blijkt dat noodzakelijke verbeteringen niet zijn of worden doorgevoerd, neemt de GGD contact op met GGD Nederland om de situatie te bespreken. Indien daarvoor aanleiding is neemt GGD Nederland contact op met het COA. GGD Nederland heeft over 2010 en 2011 de resultaten van de inspecties geïnventariseerd. Het doel hiervan was om het COA, op basis van de uitgevoerde inspecties, een landelijk beeld en advies te geven.
Asielzoekerscentra
De THZ-inspecties kunnen verschillend van aard zijn omdat de AZC's niet allemaal hetzelfde zijn. De locaties variëren bijvoor- beeld in opvangcapaciteit (van 200 tot 800 opvang plaatsen) en in functie (voor kort of langer verblijf). Opvangcentra kunnen gevestigd zijn in bestaande gebouwen (bijvoorbeeld een oud klooster), maar ook in opdracht van het COA gebouwd zijn als (tijdelijke) opvanglocatie (prefabwoningen). De collectieve en de privéruimtes verschillen ook per locatie. Slaapzalen vallen onder collectieve ruimtes, maar slaapruimtes voor bijvoorbeeld een gezin zijn privéruimtes die niet worden geïnspecteerd. In de inspectierapporten worden die verschillen vooral zichtbaar in de THT (tuberculinehuidtest)-resultaten van de bouw en inrichting.
Bevindingen en adviezen
In 2010 zijn 37 van de 62 AZC's geïnspecteerd (60%), in 2011 waren dat 39 van de 57 AZC's (68%). De dienstverlening was in 2010 nog in een implementatiefase, wat het beperkte bereik van de inspecties verklaart. In 2011 is een deel van de AZC (18%) in verband met geplande sluiting niet geïnspecteerd. De resultaten van de THZ-inspecties in 2010 zijn vergeleken met die van 2011, voor de centra waar in beide jaren een eerste inspectie werd uitgevoerd. Onder de 37 centra die in 2010 voor een eerste THZ-inspectie werden bezocht, waren er 20 die ook in 2011 voor een eerste inspectie zijn bezocht. De belangrijkste bevindingen en adviezen zijn:
- Over het geheel genomen blijven de adviezen van 2010 ook voor 2011 gelden; verbeteringen van de technische hygiëne in asielzoekerscentra komen langzaam tot stand. Het onderdeel Legionella-preventie is echter vrijwel overal op orde.
- Uit de geïnspecteerde onderdelen Voorlichting over persoonlijke hygiëne, Hygiëne in keuken (waaronder voedselbereiding) en Schoonmaak (in alle facetten) blijkt dat de hygiëne van bewoners in veel centra tekort schiet. Een voorwaarde om asielzoekers te kunnen begeleiden ten aanzien van hygiëne is de aanwezigheid van kennis over hygiëne bij de COA- medewerkers. Deze kennis lijkt ontoereikend, terwijl die niet alleen van belang is voor hun rol als woonbegeleider maar ook ter bescherming van hun eigen gezondheid. Het COA is geadviseerd om bijscholing over hygiëne aan het personeel aan te bieden. De COA-woonbegeleiders hebben een cruciale rol in de hygiëne in de centra. Asielzoekers zijn veelal zelf verantwoordelijk voor (delen van) de schoonmaak. Daarom is een juiste voorlichting, instructie, begeleiding en controle van asielzoekers door de COA-woonbegeleiders essentieel. De bewoners moeten gemotiveerd raken om hygiënisch om te gaan met hun persoonlijke en gemeenschappelijke leefomgeving.
- Het onderdeel Binnenmilieu geeft ook duidelijke aanknopings- punten voor verbetering. Belangrijke voorwaarden voor een gezond binnenmilieu zijn goede ventilatie en temperatuurcon- trole. Deze behoeven in veel centra verbetering. Enerzijds gaat het om het organiseren van regelmatig technisch onderhoud, anderzijds om ventilatie- en temperatuurbeleid waarbij toezicht wordt gehouden op de juiste uitvoering door bewoners.
- Saarnaast is ook geconstateerd dat achterstallig onderhoud tot hygiëneproblemen kan leiden. De 3 onderdelen die het hoogste percentage verbetering noodzakelijk scoorden, waren Bouw en Inrichting, te weten gemeenschappelijke keukens, gemeen- schappelijke ruimten en gemeenschappelijke toiletten.
Tot slot
De uitkomsten van de landelijke inventarisaties zijn besproken met de LCHV en tijdens de landelijke PGA-dag 2012 met THZ- inspecteurs en GGD-gezondheidsvoorlichters. Deze uitkomsten en besprekingen waren de basis voor de aanbevelingen aan het COA. De indruk van de GGD-medewerkers is dat de adviezen aan de AZC's voor verbetering nog te beperkt worden overgenomen, mede door andere prioriteiten binnen de dynamische context van de AZC's.
Ook zijn door de GGD-medewerkers suggesties gedaan voor voorlichtingsmateriaal voor asielzoekers en ondersteuning van de COA-medewerkers bij het verbeteren van de hygiëne op locatie. Zie in de kadertekst hoe de GGD Groningen die ondersteuning heeft gerealiseerd in de provincie.
Op basis van de uitkomsten uit de inventarisaties en reacties van THZ-medewerkers is aan het COA geadviseerd om een landelijk verbetertraject Technische Hygiëne te starten. Belangrijke bestanddelen van dat traject zijn het hoger prioriteren van hygiëne in de centra, scholing van personeel, voorlichting, instructie en begeleiding van bewoners ten aanzien van hygiëne en aanpak van achterstallig onderhoud.
Ook heeft de GGD Nederland bij het COA een voorstel ingediend voor het ontwikkelen van landelijk voorlichtingsmateriaal voor de locaties en voor het scholen van het COA-personeel. Voor het verbeteren van de hygiëne op de centra zijn nog veel mogelijkhe- den, inzetten op het verbeteren van de hygiënekennis bij woonbe- geleiders (zie kader) kan daarbij een belangrijke bijdrage leveren.
Workshops Hygiëne & InfectiePreventie door GGD Groningen
Naar aanleiding van de steeds terugkerende verbeterpunten naar aanleiding van de hygiëne-inspecties heeft de GGD Groningen zich gebogen over de vraag op welke manier zij COA-medewerkers kunnen motiveren om de hygiëneomstandigheden op AZC's te verbeteren door de bewoners te betrekken bij dit proces. In overleg met de COA-unitmanager regio Noord en enkele COA-managers is een tweedelige workshop ontwikkeld die werd gehouden voor de COA-medewerkers van de zeven AZC’s in de provincie Groningen. Het eerste deel ging over kennis over hygiëne en infectiepreventie. Het tweede deel behandelde het vertalen van deze kennis naar een plan van actie voor implementatie op de werkvloer.
Deel 1: Basiskennis hygiëne en infectiepreventie
Het eerste deel van de workshop werd gegeven door de deskundige infectiepreventie van de GGD. De onderwerpen die werden behandeld sloten zoveel mogelijk aan bij de trokken AZC’s:
- Waarom is hygiëne extra belangrijk op een AZC: risicogroepen;
- Voorkomen van micro-organismen op AZC’s zoals bacterien, virussen, schimmels en parasieten;
- Besmettingswegen ziekteverwekkers: o.a. filmpje over verspreiding van norovirus;
- Infectiepreventie: handhygiene, persoonlijke hygiëne, schone leefomgeving, gezond binnenmilieu, voedselhygiëne.
Deel 2: De rol van COA-medewerkers
Het tweede deel werd gegeven door de gezondheidsvoorlichter en de sociaal verpleegkundige van de GGD. Deze bijeenkomst resulteerde onder meer in een lijst met aandachtspunten voor het opstellen van actie- en implementatieplan:
- Wat zijn de belangrijkste doelen;
- Bepaal de haalbaarheid van elk doel;
- Formulering: op termijn is het geen extra werk, maar een manier van denken waardoor het werk leuker wordt;
- Stel met het team een hygiënenorm vast;
- Omschrijf wat iedere bewoner moet weten en moet doen en bepaal hoe je bewoners hiervan op de hoogte brengt;
- Geef aan hoe vaak gecontroleerd wordt;
- Stel sancties vast voor het geval de hygiënemaatregelen niet worden uitgevoerd en informeer de bewoners hierover
In het voorjaar 2013 hebben deelnemers het eerste deel van de workshop gevolgd. Deel 2 loopt nog tot het najaar van 2013. Verandering kost tijd. Binnen alle teams is de norm voor hygiëne ter discussie gesteld. Verder zijn de zeven AZC’s bezig met het ontwikkelen van actieplannen en de implementatie ervan. Of dit alles ook positieve gevolgen heeft gehad voor het hygiënegedrag/besef van de bewoners van AZC’s zal blijken na de volgende hygiëne-inspecties. In elk geval is het doel om hygiëne en infectiepreventie actief bij de COA-medewerkers op de kaart te zetten behaald. We zijn ervan overtuigd dat de rest in de toekomst volgt.
Auteurs
Q. Waldhober 1, G. Nieland 2
- GGD Nederland
- GGD Groningen
Correspondentie: QWaldhober@ggd.nl