De meldingsplicht van kinkhoest is van belang voor surveillance en het inzetten van preventiemaatregelen, maar door de hoge kinkhoestincidentie levert dit veel werk op voor GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)'en. GGD’en gaan verschillend met kinkhoestmeldingen om. Verkennende analyses van kinkhoestmeldingen in Osiris laten zien dat er ook veel verschil is in data die worden aangeleverd door GGD’en. Deze verschillen lijken niet gerelateerd aan incidentie van kinkhoestmeldingen of ziekenhuisopnames van zuigelingen voor kinkhoest in de regio. Nieuw onderzoek vanuit het programmabudget voor regioprojecten van het Centrum Infectieziektebestrijding (CIb (Centrum Infectieziektebestrijding (onderdeel van het RIVM))) van het RIVM zal informatie opleveren voor het vinden van een goede balans tussen de werklast enerzijds en bestrijding en surveillance van kinkhoest anderzijds.
feb 2016
Auteurs: B. de Gier, N.A.T. van der Maas, A.Suijkerbuijk, H. Ruijs, M. te Wierik
Infectieziekten Bulletin, jaargang 27, nummer 2, februari 2016
Al geruime tijd maken kinkhoestmeldingen een groot deel uit van de infectieziektemeldingen door de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en. In 2014 had bijna 70% van alle meldingen betrekking op kinkhoest. (1) Niet alleen kost de afhandeling van een dergelijk aantal meldingen veel tijd, ook bestaat er twijfel over de doelmatigheid van melden. (2) Geschat wordt dat slechts 4% van alle patiënten met klachten die passen bij kinkhoest in Nederland gemeld wordt, hoewel dit aandeel varieert
per leeftijdsgroep. (3-5) Ondanks onderrapportage zijn de meldingen een belangrijke bron voor de kinkhoestsurveillance. Deze surveillance is van belang voor het detecteren van trends en voor beleidsadvisering. Zo kwam recent een advies uit van de Gezondheidsraad over aanvullende maatregelen om jonge zuigelingen beter te beschermen tegen kinkhoest, waarbij gegevens over meldingen, ziekenhuisopnames en sterfte een belangrijke input waren. (6)
Verkennende analyses van kinkhoestmeldingen in Osiris van 2009 t/m 2013 laten zien dat de regionale incidentie van kinkhoestmeldingen varieert tussen 13 en 35 per 10.000 inwoners. De volledigheid van de gegevens in de Osirisvragenlijst varieert ook. Een belangrijk verschil in de werkwijzen bij afhandeling van kinkhoestmeldingen is het al dan niet contact opnemen met huisartsen en patiënten voor vragen over ziekteverloop en contacten. Als indicator voor het actief benaderen van de aanvragend arts of (ouders van) de patiënt is in Osiris gekeken naar het aandeel meldingen waarvan de eerste ziektedag bekend is (meldingen over 2009-2012). Het bekend zijn van de eerste ziektedag is dan een proxy voor een uitgebreide meldingswerkwijze. Om te bepalen of de verschillen tussen GGD’en in het omgaan met kinkhoestmeldingen reden tot zorg zijn, is gekeken of deze meer of minder uitgebreide meldingswerkwijze gerelateerd is aan het aantal ziekenhuisopnames van zuigelingen, als grove indicator voor effectief bestrijdingsbeleid. Figuur 1 toont per GGD-regio de incidentie van meldingen met (on)bekende eerste ziektedag per 1000 inwoners en de incidentie van ziekenhuisopnames voor zuigelingen jonger dan 6 maanden oud per 10.000 inwoners (2009-2012, bron: Dutch Hospital Data). De regio’s zijn in de grafiek gesorteerd op DKTP (Difterie, kinkhoest, tetanus, polio)-vaccinatiegraad (difterie, kinkhoest, tetanus, polio) 2013 (laagste vaccinatiegraad (90.8%) links, hoogste (97.6%) rechts).
Afgaande op Figuur 1 lijken uitgebreidere kinkhoestmeldingen niet duidelijk samen te hangen met regionale incidentie, vaccinatiegraad of minder ziekenhuisopname van zuigelingen. Hierbij dient uiteraard aangetekend te worden dat veel onzekerheid bestaat over de ware incidentie. Ook is nog onbekend hoe veel bestrijdingsmaatregelen worden ingezet en wat de effecten hiervan zijn. Bovendien hebben relatief weinig kinkhoestcasussen een ernstig beloop.
Figuur 1. Aantallen meldingen per GGD met (on)bekende eerste ziektedag per 1000 inwoners en aantal ziekenhuisopnames van zuigelingen jonger dan 6 maanden per 100.000 inwoners
Nieuw onderzoek door GGD-regio Utrecht in samenwerking met het CIb/RIVM (Centrum Infectieziektebestrijding van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) beoogt in kaart te brengen wat de uitkomsten zijn van de inzet die in de meldingen is geïnvesteerd door de GGD’en. Hiertoe is een vragenlijst verstuurd aan alle GGD’en, waarin de werkwijzen rond een kinkhoestmelding worden geïnventariseerd. Daarnaast worden 6 GGD’en geselecteerd voor verder onderzoek, waarbij retrospectief informatie over 200 kinkhoestcasussen per GGD wordt verzameld om de ingezette bestrijdingsmaatregelen in kaart te brengen. De selectie van GGD’en richt zich op een zo groot mogelijke variatie in werkwijzen, infectiedruk en vaccinatiegraad. De inzet van bestrijdingsmaatregelen wordt gerelateerd aan de tijdsinvestering van GGD’en rond een kinkhoestmelding. Tot slot wordt onderzocht in hoeverre de verschillende werkwijzen voldoende gegevens opleveren voor de landelijke surveillance. De resultaten zullen gebruikt worden als input voor een professionele discussie binnen de infectieziektebestrijding, met als doel consensus te bereiken over optimale werkwijze(n). Het uiteindelijke doel is om met het ‘veld’ te komen tot een werkbare methode van afhandeling van kinkhoestmeldingen , waarin de bescherming van risicogroepen, zoals on(volledig) gevaccineerde kinderen, centraal staat en de surveillance is gewaarborgd. De resultaten van dit onderzoek worden medio 2016 verwacht.
Auteurs
B. de Gier1, N.A.T. van der Maas1, A.Suijkerbuijk2, H. Ruijs1,3, M. te Wierik1,4
1. Centrum Infectieziektebestrijding, RIVM, Bilthoven
2. Volksgezondheid en Zorg, RIVM, Bilthoven
3. GGD Gelderland-Zuid
4. GGD-regio Utrecht
Correspondentie
- RIVM. Meldingsplicht infectieziekten Bilthoven [07-07-2015]. Available from: http://www.rivm.nl/Onderwerpen/M/Meldingsplicht_infectieziekten/Open_rapportages_meldingsplichtige_infectieziekten/Aantal_meldingen_per_infectieziekte_per_jaar.
- Niessen W, Broer J, Schellekens J. Meldingsplicht voor kinkhoest niet effectief om ongevaccineerde kinderen te beschermen. Ned Tijdschr Geneesk. 2008;152:86-90.
- de Melker HE, Versteegh FG, Schellekens JF, Teunis PF, Kretzschmar M. The incidence of Bordetella pertussis infections estimated in the population from a combination of serological surveys. The Journal of infection. 2006;53(2):106-13.
- Bijkerk P, van Lier A, McDonald S, Kardamanidis K, Fanoy EB, Wallinga J, et al. State of Infectious Diseases in the Netherlands, 2013. RIVM, 2014.
- de Greeff SC, de Melker HE, van Gageldonk PG, Schellekens JF, van der Klis FR, Mollema L, et al. Seroprevalence of pertussis in The Netherlands: evidence for increased circulation of Bordetella pertussis. PLoS (Plos One) One. 2010;5(12):e14183.
- Gezondheidsraad. Vaccinatie tegen kinkhoest: doel en strategie. Den Haag: Gezondheidsraad, 2015 Contract No.: publicatienr. 2015/29.