In 2015 arriveerden circa een miljoen asielzoekers in Europa. Ongeveer 80% van de asielzoekers kwam uit Syrië, Irak en Afghanistan en vluchtte vanwege voortdurende conflicten. Armoede, mensenrechtenschending en verslechterende veiligheidsomstandigheden droegen daarnaast bij aan een toename van asielzoekers uit Eritrea, Somalië, Marokko, Iran en Pakistan naar Europa. Ook Nederland kreeg te maken met de toenemende asielzoekersstroom. In 2015 was het aantal asielaanvragen in Nederland tweemaal zo hoog vergeleken met 2014 (Figuur 1). De toename in Nederland was vooral toe te schrijven aan de instroom van Syrische asielzoekers.

content

Auteur: D.R.E. Nijsten, S.J.M. Hahné

Infectieziekten Bulletin: november 2016, jaargang 27, nummer 9

In Nederland worden meldingsplichtige infectieziekten onder asielzoekers sinds 2012 gesurveilleerd met het registratiesysteem Osiris. De gegevens over meldingsplichtige infectieziekten worden verzameld door alle GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)'en in Nederland. De surveillance van tbc Tuberculose (Tuberculose) (tuberculose) onder asielzoekers met Osiris startte in 2014.

Welke infectieziekten?

Tabel 1 toont het aantal meldingen onder personen woonachtig in asielzoekerscentra (AZC asielzoekerscentrum (asielzoekerscentrum) ) en andere collectieve opvanglocaties van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers  (COA Centraal Orgaan opvang asielzoekers (Centraal Orgaan opvang asielzoekers)) in de periode 2012-2015. Het is van belang dat bij de interpretatie van deze gegevens rekening wordt gehouden met de toename van het aantal asielzoekers in Nederland. In dit artikel wordt verder ingegaan op de meest gerapporteerde meldingsplichtige infectieziekten onder asielzoekers: tbc, chronische hepatitis B en malaria.


 

Figuur 1 Instroom van asielzoekers in Nederland 2012-2015. (1, 2)


De bezettingsgraad bij het COA is gebruikt voor het berekenen van de incidentie van meldingsplichtige infectieziekten onder asielzoekers. Voor de bezettingsgraad per jaar is de gemiddelde bezetting bij het COA berekend van januari van het betreffende jaar tot en met januari van het opvolgende jaar.

Tuberculose

In 2015 werden er 106 gevallen van tbcgemeld onder asielzoekers woonachtig in een AZC, dit betrof 12% van alle tbc-meldingen in Nederland. Dit is een lichte toename vergeleken met 2014, toen 79 tbc-gevallen werden gemeld (9% van alle tbc-meldingen in Nederland) (Tabel 1). Tabel 2 toont dat, ondanks dat de absolute aantallen stegen, het aantal meldingen per 100 personen woonachting in een AZC niet toenam tussen 2014 en 2015.


Tabel 1 Aantal meldingen van meldingsplichtige infectieziekten onder personen woonachtig in een collectieve opvanglocatie voor asielzoekers naar jaar van ziekteaanvang en als percentage van het totaal aantal meldingen in Nederland, 2012-2015 (Klik op de tabel voor een vergrote weergave). 

 

 


Het merendeel van de tbc-meldingen betrof asielzoekers uit Eritrea/Ethiopië, met 68 gevallen in 2015 en 45 gevallen in 2014 (Tabel 2). De afgelopen 2 jaren waren de meeste asielzoekers afkomstig tbomstig uit Syrië, maar onder hen komt tbc betrekkelijk weinig voor. Tabel 3 toont de leeftijdsverdeling van asielzoekers met tbc in collectieve opvanglocaties. tbc komt het meest voor bij personen tussen 18 en 50 jaar. In 2014 werden 13 van de 79 (16%) asielzoekers met c woonachtig in een AZC gediagnosticeerd met besmettelijke longtuberculose. In 2015 nam het aantal asielzoekers met besmettelijke longtuberculose toe naar 26 van de 106 (25%) meldingen. In de periode 2010-2015 varieerde het aandeel besmettelijke longtuberculose op het totaal aantal tbc-meldingen in Nederland tussen de 23% en 26%.


Tabel 2 Aantal meldingen van tbc onder personen in collectieve opvanglocaties voor asielzoekers naar geboorteland en bezetting bij COA naar land van herkomst, 2014-2015 (Klik op de tabel voor een vergrote weergave). 

 

 


Binnen een week na aankomst in Nederland worden asielzoekers gescreend op tbc. Recent bleek uit een evaluatie van deze binnenkomstscreening dat uit alle landen met een tbc-incidentie van minder dan 50 per 100.000 inwoners de prevalentie bij de binnenkomstscreening laag was. Het ministerie van VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) kreeg het advies de verplichte screening voor asielzoekers uit deze landen te stoppen. In lijn hiermee besloot de Minister Schippers in september 2015 al om de tbc-screening van Syrische asielzoekers vanwege de lage prevalentie op te schorten. Op deze manier kon de capaciteit worden gebruikt voor de tijdige screening van asielzoekers uit landen met een hoge prevalentie. Naast de binnenkomstscreening worden immigranten en asielzoekers uit landen met een tbc-incidentie groter dan 200 per 100.000 inwoners per jaar, zoals Somalië en Ethiopië, of uit landen waarvan op grond van de prevalentie bij de binnenkomstscreening wordt vastgesteld dat deze hoog is, zoals Eritrea, gedurende 2 jaar halfjaarlijks uitgenodigd voor röntgenologische vervolgscreening (3).

Chronische hepatitis B

In 2015 werden er 106 gevallen van chronische hepatitis B gemeld onder asielzoekers woonachtig in een AZC, dit betrof 11% van alle chronische hepatitis B-meldingen in Nederland. Dit is een toename vergeleken met 2014, toen 91 gevallen van chronische hepatitis B werden gemeld (9% van alle meldingen in Nederland) (Tabel 1).


Tabel 3 Leeftijdsverdeling tbc-meldingen onder personen in collectieve opvanglocaties voor asielzoekers naar bezetting bij COA, 2014-2015 (Klik op de tabel voor een vergrote weergave). 

 

 

Tabel 4 Aantal meldingen van chronische hepatitis B onder personen in collectieve opvanglocaties voor asielzoekers naar geboorteland en bezetting bij COA naar land van herkomst, 2012-2015 (Klik op de tabel voor een vergrote weergave). 

 

 

Tabel 5 Leeftijdsverdeling chronische hepatitis B-meldingen onder personen in collectieve opvanglocaties voor asielzoekers naar bezetting bij COA, 2012-2015 (Klik op de tabel voor een vergrote weergave). 

 

 


De afgelopen 2 jaar waren de meeste personen met chronische hepatitis B afkomstig uit Syrië en Eritrea/Ethiopië (Tabel 4). In de voorgaande jaren waren de meeste patiënten afkomstig uit Somalië, Syrië en Sierra Leone. De incidentie van chronische hepatitis B-meldingen onder asielzoekers woonachtig in een AZC was in 2015 0,5 per 100 personen. Dit is vergelijkbaar met voorgaande jaren, zie Tabel 4. De incidentie van chronische hepatitis B-meldingen was het hoogst in de leeftijdsgroep van 18-50 jaar (Tabel 5).

Asielzoekers in Nederland worden niet systematisch gescreend op chronische hepatitis B, al bieden huisartsen van het Gezondheidscentrum Asielzoekers (GC A gezondheidscentrum asielzoekers (gezondheidscentrum asielzoekers)) wel laagdrempelige testen aan. Zwangere vrouwen worden gescreend op chronische hepatitis B door middel van de prenatale screening in Nederland. In 2015 werd bij 22 personen woonachtig in een AZC  gemeld dat de infectie was opgespoord bij de zwangerschapsscreening, in 2014 betrof dit 11 personen. De incidentie van acute hepatitis B in Nederland nam de afgelopen 10 jaar af en daalde tot onder de 1 per 100.000 sinds 2013. Dit suggereert dat de toename van asielzoekers uit landen met hogere hepatitis B-prevalenties niet geassocieerd is met een toenemende transmissie van hepatitis B in de Nederlandse bevolking. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) startte in 2016 met een seroprevalentiestudie waarin onder andere de prevalentie van chronische hepatitis B onder asielzoekers zal worden geschat.

Malaria

Sinds 2 jaar neemt het aantal malariameldingen in Nederland toe. Voor het merendeel valt deze toename te verklaren door de toename onder asielzoekers. In 2014 en 2015 werden 126 malariagevallen onder asielzoekers gemeld, dit betrof 36% van alle malariagevallen in Nederland. (Tabel 1). In 2014 en 2015 betrof ongeveer 90% van de asielzoekers met malaria personen geboren in Eritrea/Ethiopië (Tabel 6). De incidentie van malariamelding onder asielzoekers woonachtig in een AZC daalde licht van 0,5 per 100 personen in 2014 naar 0,4 per 100 personen in 2015. Deze afname werd ook gezien onder personen afkomstig uit Eritrea/Ethiopië waarbij de incidentie van malariameldingen afnam van 3,2 per 100 personen in 2014 naar 2,3 per 100 personen in 2015, maar de incidentie lag ruim hoger dan in 2012-2013 (Tabel 6). Duidelijke aanwijzingen voor deze toename zijn er niet. Mogelijke hypothesen zijn de lange reis welke de vluchtelingen afleggen en het samenkomen van vele migranten in landen als Libië waar competente vectoren aanwezig zijn (4, 5). De toename wordt tevens gezien in andere Europese landen (4, 6). In 2015 was, vergelijkbaar met voorgaande jaren de incidentie van malariameldingen het hoogst in de leeftijdsgroepen 5-17 en 18-50 jaar (Tabel 7). Plasmodium vivax veroorzaakt de meeste malariagevallen onder asielzoekers. Karakteristiek voor P. vivax is zijn vermogen om weken tot maanden na de initiële infectie opnieuw symptomen te veroorzaken. Onder Nederlandse reizigers wordt malaria overigens vooral veroorzaakt door P. falciparum (Figuur 2).


 

Figuur 2 Plasmodium spp species (species). onder asielzoekers en Nederlandse reizigers, 2015.


Discussie

De beschreven surveillance van meldingsplichtige infectieziekten onder asielzoekers berust op meldingen onder asielzoekers woonachtig in asielzoekerscentra en collectieve opvanglocaties van het COA. Meldingen van infectieziekten bij asielzoekers die niet onder de COA-opvang vallen (bijv. gemeentelijke crisis opvang, gezinshereniging etc.) zijn niet te herleiden uit het registratiesysteem voor meldingsplichtige infectieziekten.

De registratie van meldingsplichtige infectieziekten geeft ook geen inzicht in het vóórkomen van niet-meldingsplichtige infectieziekten bij asielzoekers, zoals bijvoorbeeld scabiës. Omdat er aanwijzingen zijn dat de grootste ziektelast onder asielzoekers voornamelijk ligt bij niet-meldingsplichtige infectieziekten, zoals scabiës, is het Centrum Infectieziektebestrijding (CIb Centre for Infectious Disease Control (Centre for Infectious Disease Control)) van het RIVM in samenwerking met het NIVEL Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg) (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg), het GC A (Gezondheidscentrum asielzoekers) en andere partners een pilotproject gestart betreffende syndroomsurveillance in de eerstelijnszorg onder asielzoekers (zie ook het artikel van Mollers et al in dit themanummer).

Op basis van de hier gepresenteerde resultaten kan geconcludeerd worden dat het risico op transmissie van infectieziekten van asielzoekers naar de Nederlandse bevolking laag is. Malariatransmissie is niet mogelijk in Nederland omdat de vector hier niet aanwezig is. Daarnaast is er geen bewijs om aan te nemen dat er tbc- of chronische hepatitis B-transmissie plaatsvindt naar de Nederlandse bevolking. Het European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC European Centre for Disease Prevention and Control (European Centre for Disease Prevention and Control)) beoordeelde het risico van infectieziektenuitbraken als gevolg van de toenemende toestroom van asielzoekers voor Europese landen als extreem laag. (7)


Tabel 6 Aantal meldingen van malaria onder personen in collectieve opvanglocaties voor asielzoekers naar geboorteland en bezetting bij COA naar land van herkomst, 2012-2015 (Klik op de tabel voor een vergrote weergave). 

 

 

Tabel 7 Leeftijdsverdeling malaria-meldingen onder personen in collectieve opvanglocaties voor asielzoekers naar bezetting bij COA, 2012-2015 (Klik op de tabel voor een vergrote weergave). 

 

 


Conclusies

De instroom van asielzoekers naar Nederland verdubbelde in 2015 vergeleken met 2014. De grootste groep asielzoekers betrof Syrische vluchtelingen, het merendeel van de infectieziektenmeldingen betrof echter asielzoekers uit de Hoorn van Afrika. De meest gerapporteerde meldingsplichtige infectieziekten onder asielzoekers in Nederland waren tbc, chronische hepatitis B en malaria. Het absolute aantal meldingen was in 2015 voor alle 3 de ziekten licht toegenomen vergeleken met 2014. Echter, de incidentie van de meldingen per 100 asielzoekers was voor chronische hepatitis B en malaria afgenomen en voor tbcgelijk gebleven vergeleken met 2014. Het aantal ziektemeldingen voor tbc en malaria was het hoogst in de leeftijdsgroepen 5-17 en 18-50 jaar, bij chronische hepatitis B werden de meeste meldingen gerapporteerd voor 18-50 jarigen. De incidentie van meldingsplichtige infectieziekten varieert afhankelijk van herkomstland, de landen waar men doorheen heeft gereisd tijdens de vlucht naar Europa en de omstandigheden in deze landen. Het risico op verspreiding van infectieziekten vanuit asielzoekers naar de Nederlandse bevolking is laag. Om een completere inschatting te kunnen maken van de ziektelast door infectieziekten bij asielzoekers, is een pilot syndroomsurveillance project gestart.

Auteurs

D.R.E. Nijsten, S.J.M. Hahné, Centrum Infectieziektenbestrijding, RIVM, Bilthoven.

Correspondentie

Danielle.Nijsten@rivm.nl

  1. COA Centraal Orgaan opvang asielzoekers (Centraal Orgaan opvang asielzoekers). Grenzen - Jaarverslag 2015. COA, 2016.
  2. IND Immigratie- en Naturalisatiedienst (Immigratie- en Naturalisatiedienst). Asieltrends 2016 [cited 2016 6 June]. Available from: Asieltrends 2016 | Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).
  3. de Vries G, Gerritsen RF, van Burg JL, Erkens CG, van Hest NA, Schimmel HJ, et al. [Tuberculosis among asylum-seekers in the Netherlands: a descriptive study among the two largest groups of asylum-seekers]. Nederlands tijdschrift voor geneeskunde. 2015;160(0):D51.
  4. Roggelin L, Tappe D, Noack B, Addo MM, Tannich E, Rothe C. Sharp increase of imported Plasmodium vivax malaria seen in migrants from Eritrea in Hamburg, Germany. Malaria Journal. 2016;15(1):325.
  5. de Gier B, Suryapranata F, Croughs M, van Genderen P, Keuter M, Visser L, et al. Increases in imported malaria in the Netherlands in asylum seekers and VFR travelers Submitted. 2016.
  6. Sonden K, Castro E, Tornnberg L, Stenstrom C, Tegnell A, Farnert A. High incidence of Plasmodium vivax malaria in newly arrived Eritrean refugees in Sweden since May 2014. Euro Surveill. 2014;19(35):20890.
  7. ECDC European Centre for Disease Prevention and Control (European Centre for Disease Prevention and Control). Communicable disease risks associated with the movement of refugees in Europe during the winter season. Rapid Risk Assessment. ECDC, 2015.